Hulde aan de marathonlopers!

Gisteravond was er in het clubhuis van atletiekvereniging Spado uit Bergen op Zoom een ceremonie waarin leden van Spado die voor de eerste keer een marathon hadden gelopen een presentje ontvingen. Het was een kei (van keigoed gedaan) op een sokkel, bedacht door kunstenaar en hardloper Rob Schmidt (meer dan 100 marathons gelopen).

In de plaatselijke krant, BN De Stem, verscheen dit artikel, dat aan duidelijkheid niks te wensen overlaat:

Voor tien kilometer kleden we ons niet om' | bndestem.

Voor de loper met de langzaamste tijd was er een bijzonder cadeautje: een rode lantaarn. Dit is een wisseltrofee die ieder jaar gaat naar de loper of loopster van Spado die de langzaamste tijd op de marathon heeft neergezet.

Spado heeft nu officieel een marathon lange afstands loopgroep, met een trainer, Rini Marijnissen. Het eerste grote doel voor 2009 zal de marathon van Rotterdam zijn, die vele Spadoërs ongetwijfeld gaan lopen.

Hulde aan de marathonlopers, aan de mensen die er tenminste eentje op hun naam hebben gezet. Dat smaakt ongetwijfeld naar meer (en beter, sneller).

Kievitloop november 2008

Eigenlijk zou ik een 15 km lopen in de Kievitloop te Bergen op Zoom, maar ik besloot wijselijk om bij 10 km te stoppen. De kou begon op mijn benen te werken (te merken aan een dalend looptempo) en ik begon mijn lies te voelen (een oude blessure). Reden genoeg om te stoppen.

Een verbetering van mijn vorige jaarbeste tijd met 9 s was immers ook iets om blij over te zijn: 44.01 minuten over 10 km.

Hier zijn de tempo’s per km:

  • 4.16 | 4.15 | 4.23 | 4.14 | 4.30 = 21.37 / 5 km
  • 4.29 | 4.27 | 4.31 | 4.28 | 4.29 = 22.24 / 5 km

Voor de verandering ben ik nu eens niet moe na een wedstrijd, omdat ik op mijn 15 km tempo liep en eerder gestopt ben.

15

Wat maakt het getal 15 (vijftien) zo bijzonder? Wat maakt het zo bijzonder voor mij, dat ik het meerdere keren per dag noem? Wat is die mantra?

15

Wel, een van mijn dromen is om de 15 km binnen het uur af te leggen. Sterker nog, ik geloof als je boven de middelmaat wilt uitsteken, je tenminste 15 km in een uur moet kunnen afleggen (te voet, uiteraard). Daar krijg je wat mij betreft net een zesje voor (zes is voldoende). Voor een beoordeling “goed” moet je volgens mij onder de 55 minuten op de 15 km lopen.

Voor een marathon onder de drie uur (drie uur over de marathon is in mijn ogen ook een matige tijd), moet je ook de 15 km onder het uur kunnen lopen. Het is dus geen toeval dat 15 bij mij zo’n magisch getal is.

15 15 15 15 15 15 15 15 15 en nog eens 15!

Mentale weerbaarheid

Er is een hoop dat je kunt leren van een trainer en andere hardlopers, maar er is één ding dat je alleen jezelf kunt leren en dat is mentale weerbaarheid. Je kunt erover praten, lezen en wat dan nog, maar weerbaar worden tegen situaties die zwaar zijn kun je alleen worden door veel ervaring (en pijn lijden).

Het verhaal gaat dat hardlopen gemakkelijk is en dat iedereen het kan doen. Dat is ook zo, tot een bepaald punt. Als je over dat punt heen gaat, zul je merken dat hardlopen zwaar is en een uitdaging op zich. Het is de kunst om deze lichamelijke ongemakken niet te laten leiden tot verkeerde beslissingen. Je moet kunnen uitstijgen boven wat je op dit moment ervaart en de consequenties leren zien van wat er gebeurt als je doorzet, ondanks de pijn.

We hebben het hier over mentale weerbaarheid, dat je ondanks tegenslagen toch doorzet en je doel bereikt. In deze moderne maatschappij met zijn direct-klaar mentaliteit is dat een vreemde eend in de bijt. Waarom zou je toch al die moeite doen voor een kleine beetje extra tijdwinst op de eindmeet?

Het is niet die paar seconden (of minuten), maar de gedachte die ertoe leidt. Als je je kunt concentreren op het hoofddoel en alle bijzaken kunt “wegdenken”, kun je tot grote hoogte stijgen en laten zien wat je in je mars hebt. Het probleem is echter, dat bij succes ook falen hoort. Als je accepteert dat je mag falen, dat je de plank compleet mag misslaan, dan is compleet slagen ook een optie. Het een kan niet zonder het ander. Als je altijd op zeker speelt, zul je nooit boven jezelf uit kunnen stijgen. Hoog inzetten is het devies, maar natuurlijk niet zonder waarborgen en verstand van zaken.

Het is heel gemakkelijk om bij tegenslag op te geven. Zij die al langer hardlopen hebben het allemaal wel ervaren. We denken bij de start dat het geweldig gaat en dat is ook zo, tot op een bepaald punt in de wedstrijd. Dan slaan we aan het twijfelen. Ben ik wel goed bezig, zal ik achteraf niet geblesseerd raken, waren die wijze woorden van collega’s terecht en moet ik uitgaan van een trager tempo?

Ik zeg vaak: “Zodra je gaat denken in de wedstrijd, gaat het mis.” Denken is dan niet bedoeld als het hebben van gedachten, want die kun je immers niet stoppen, maar juist het hebben van gedachten die niet productief zijn, die niet bijdragen tot een beter wedstrijdresultaat. Het is belangrijk om zulke gedachten te herkennen en ze uit te bannen. Je kunt in je interne dialoog gewoon zeggen: “STOP!” Het is een kunstje dat ik al vaak heb moeten gebruiken in wedstrijden.

Een andere manier om je mentaal weerbaarder te maken is zelfvertrouwen. Ik vind het daarom belangrijk dat de trainingsmethode helder is en dat er een duidelijk verband zit tussen hoe en wat je traint en wat je presteert in wedstrijden. Zodra de trainer (of als je jezelf traint: jij zelf) dat verband uitlegt en de wil en motivatie van de atleet voor de volle honderd procent gericht kan krijgen op trainingsdiscipline en strijdlust in wedstrijden, zijn grote dingen mogelijk.

Aangezien niet iedereen een universitaire opleiding heeft genoten, is het zaak om de trainingsmethode eenvoudig en overzichtelijk te houden, zodat iedereen duidelijk kan zien waarmee hij of zij bezig is. Dat wil zeggen dat er ritme en herhaling in het trainingschema moet zitten, duidelijk herkenbare onderdelen, die terugkeren en waarmee de atleet kan aanvoelen of hij/zij op de juiste weg zit. Variëren in de training is goed, maar variatie om de variatie is alleen maar verwarrend en leidt nergens toe.

Dan is er de kwestie van de opdracht voor de wedstrijd en je houden aan de opdracht. Hoe vaak zien we niet mensen als een wildeman (wildevrouw?) van start gaan en welke mensen we enkele kilometers verderop inhalen, terwijl ons tempo nu duidelijk hoger ligt dan van deze snelle starters? Het lijkt of sommigen geen plan hebben, of er zich totaal niet aan houden.

Op de lange afstand is het maken van een plan en je eraan houden nog belangrijker. De mogelijkheid dat je te snel van start bent gegaan en moet uitstappen door oververmoeidheid ligt altijd op de loer. Achteraf lijkt het heel slim dat iemand een negative split (snellere tweede helft van de wedsrijd) heeft gelopen, maar hoe weet je van tevoren dat je daartoe in staat bent? Er is zoiets van de “vorm van de dag”. Nee, een degelijk plan opstellen, dat is gebaseerd op wat je in recente wedstrijden hebt gelopen, lijkt me veel productiever, of in elk geval minder afhankelijk van het toeval.

Loop je dan volgens plan, dan is er alleen het controleren of je alles goed doet tijdens het hardlopen. Klopt het tempo, wat is de meest optimale route voor de komende 500 m, welke drank ga ik drinken en ga ik wandelen om te drinken of blijf ik rustig doorlopen? Gewoon praktische zaken. Als het moeilijk gaat, kun je je concentreren op het bijhouden van een loper die je wel sterk in zijn schoenen lijkt staan. Waar hij/zij gaat, ga jij ook. Je zit als met een elastiek aan die persoon vast. Dat is een mentaal tructje die je je laat concentreren op het hardlopen en de ongemakken die je op dat moment ervaart doet vergeten.

Dan is er het afmaken, de laatste kilometer(s) alles geven wat er nog in zit. Je hebt je aan het plan gehouden en nu kun je nog een paar extra seconden van je eindtijd afknabbelen. Het is immers een wedstrijd en geen trainingsloop, waar samen uit, samen thuis geldt. Alle onderlinge samenwerking tussen lopers is ook verdwenen en het is nu ieder voor zich. De finish is in zicht en al het andere moet nu wijken op het zo snel mogelijk bereiken van die magische finishlijn. Hier scheiden zich de mannen van de jongens.

Mentale weerbaarheid? Ik zeg dat het iets is wat je kunt leren door veel te doen, door veel wedstrijden te lopen onder verschillende omstandigheden. Ik zeg niet dat je per se zware wedstrijden moet uitzoeken (tenzij je dat leuk vindt), maar dat je kunt leren omgaan met tijdelijke dipjes in je hardloopcarrière, mochten die in een wedstrijd plaatsvinden. Je presteert dan ondanks tegenslagen.

Wordt ongetwijfeld vervolgd.

Weer een weekje trainen

Na het overweldigende succes van gisteren, moet er natuurlijk weer getraind worden. Om het volgende doel te halen (1.38 uur in halve marathon van Vlaardingen op 13 december 2008), moet er goed getraind worden en kilootjes verloren worden.

Overigens, ik heb nu twee metingen met mijn Polar RS200SD van een halve marathonafstand. In Etten-Leur was de gemeten afstand 21,580 km en gisteren in Rotterdam 21,510 km. Volgens de handleiding geldt de volgende formule, als de factor ingesteld staat op 1:

factor = werkelijke afstand ÷ gemeten afstand

Volgens mij betekent dat als je een factor hebt die ongelijk is aan 1, dat je deze formule moet gebruiken:

nieuwe factor = (oude factor × werkelijke afstand) ÷ gemeten afstand

Ik had zowel twee weken geleden als gisteren een factor van 1,041. Daarom verander ik de calibratiefactor vanaf heden naar 1,020. Nu maar afwachten of de gemeten afstand dichter in de buurt komt van de werkelijke afstand. Natuurlijk blijft er altijd een foutmarge van een procent bestaan, zoals beschreven staat in de handleiding van het horloge.

Dit is niet zomaar wat geneuzel, want zowel vandaag als woensdag vertrouw ik op de accuraatheid van het horloge bij het lopen van zes maal duizend meter, met duizend meter herstel per herhaling. Net als vorige week probeer ik die duizendtjes in 5.00 minuten te lopen. Als variatie loop ik op maandag, dinsdag en donderdag tien maal 400 m, met 400 m als herstel per herhaling (400 m in 1.52 minuten). Op dinsdag en donderdag gaat dat op de atletiekbaan, maar maandag gaat het, net als vorige week op de weg.

Vrijdag en zaterdag heb ik dan rustdagen, om zondag een 15 km te lopen in een plaatselijk trimloop (Kievitloop).

De vraag is welke tijd ik in de Kievitloop het beste kan aanhouden. Daar staan de kilometerpunten aangegeven, dus ik kan er met mijn lichtere “wedstrijdschoenen” lopen. Aangezien ik in twee weken tijd 78 s sneller ben geworden op de halve marathon, ligt het voor de hand om te veronderstellen dat ik volgende week relatief net zoveel progressie per week (6 promille) zou maken. Daar komt een theoretische halve marathontijd uitrollen voor zondag 16 november 2008 van 1.38.53. Omgerekend is dat 1.08.01 op de 15 km.

Ik ga dus een weekje trainen voor een tijd van 1.08 uur rond op de 15 km. Dat is 22.40 per 5 km, oftewel 4.32 min./km. Gezien wat ik gisteren op de halve marathon gelopen heb (1.10.04 op het theoretische 15 km punt), moet dat haalbaar zijn.

Gisteren had ik het er na de wedstrijd nog over: “Hardlopen is jezelf een doel stellen en dat proberen waar te maken.” Het doet er dus niet toe op welk niveau je hardloopt, want de redenering is hetzelfde voor elk prestatieniveau. Het is volgens mij wat wedstrijdlopers bindt.

Zo nu houd ik op en trek de hardloopschoenen aan, want er moet weer gerend worden.

Erasmusronde 2008 (met aanvullingen)

Wind, heel veel wind, maar toch onder de 1.40 uur gelopen, 1.39.29.

Kralingse Plas.

De Erasmusronde wordt rondom de Kralingse Plas gelopen. Zoveel moois om te zien, vooral als het zulk mooi weer was als 8 november 2008.

Zonder de Polar RS200SD had het niet gekund, want het was echt heel, heel erg zwaar. De piepjes vertelden me wanneer ik tempo moest verhogen. Verder heb ik ook elke ronde (5 km) een bekertje water gedronken terwijl ik zo’n 10 s wandelde. Dat ging prima. De bewering dat je dan niet meer op gang zou kunnen komen is duidelijk niet op mij van toepassing. Alleen miste ik wel sportdrank onderweg (ik had wel een liter vooraf gedronken). Bij het ingaan van de derde ronde kreeg ik een hongergevoel, dat ik normaal bij het drinken van sportdrank onder het lopen niet heb.

De kilometers stonden niet aangegeven en mijn Polar had 21,510 km gemeten. Ik kan daarom niet precies zeggen wat mijn tempo’s waren. Ik heb de gemeten tempo’s omgerekend, om er maar het beste van te maken. Je kunt duidelijk zien dat de vermoeidheid het tempo drukte naarmate de wedstrijd vorderde.

  • 4.40 | 4.31 | 4.36 | 4.36 | 4.37 -> 5 km in 22.59
  • 4.41 | 4.42 | 4.38 | 4.36 | 4.37 -> 5 km in 23.16
  • 4.44 | 4.52 | 4.45 | 4.39 | 4.47 -> 5 km in 23.49
  • 4.55 | 5.03 | 4.55 | 4.46 | 4.40 -> 5 km in 24.19
  • 4.45 | 0.28
  • 1.39.34 (4.43 ± 0.08 /km, 3 % relatieve standaardafwijking)

Als ik eerlijk ben (en dan ben ik meestal), dan moet ik toegeven dat ik al bij het ingaan van het tweede rondje van 5 km helemaal kapot was. Ik heb dus drie rondjes in het rood gelopen. Dat doet je humeur geen goed.

Ik heb veel gevloekt onderweg, omdat mijn tempo telkens uitkwam boven het traagste tempo dat ik wilde lopen (4.42 minuten per km) en ik ondanks de pijn moest versnellen om kans te maken op een tijd onder de 1.40 uur.

Uiteraard was dit bij het passeren van de finish op het sportpark Langepad allemaal vergeten.

De finishlijn was een verlossing uit het lijden en een verbetering van mijn jaarbeste tijd van twee weken geleden met 1.18 minuten. Ook in Etten-Leur waren de omstandigheden niet optimaal (regen en veel te druk op stukken van het parcours). Maar ja, wat verwacht je ook anders in een herfstmarathon?

Het lijkt wel of het altijd wat is als ik een halve marathon ga lopen. Je wordt er hard van, maar leuk is het niet, vooral niet onder het hardlopen. Vorige week ging die 10 km in 44.10 minuten me toch een stuk makkelijker af, omdat de omstandigheden veel gunstiger waren. Ach ja, het zal wel zo moeten…

Kortom, vandaag is mijn missie geslaagd (ik wilde onder de 1.40 uur lopen) en ik ben er zeer content mee, ook al deed het deze keer meer pijn dan ik dragelijk vond.

Aanvulling: weblogger John Snijders, die ook zelf gelopen heeft op de 10 km en zo sportief was om mij te supporteren nadat hij gefinisht was, heeft een paar foto’s van mij gemaakt onder het lopen (net na het ingaan van de derde ronde). Je kunt de complete serie zien op mijn Flickr fotopagina van de Erasmusronde 2008.

Daar loop ik dan, in de Erasmusronde 2008!

👆 Ik zit al behoorlijk stuk in de derde ronde - foto John Snijders

Bespiegelingen in de toekomst

Ik ben dit weblog begonnen omdat ik een fitter lichaam wilde, vooral gewicht verliezen. Als maatstaf voor mijn fitheid wilde ik het lopen van twee marathons per jaar gebruiken, maar ook mijn tijd op de 10 km. Nu is het wel eens leuk om te kijken wat de toekomst zal brengen, gebaseerd op wat er in de laatste maanden gebeurd is, gewoon als gedachtenexperiment.

  • 07-sep-2008: 87 kg, 47.09 op 10 km, 1.47.00 op ½ mar
  • 14-sep-2008: 86 kg,47.35 op 10 km, 1.47.59 op ½ mar
  • 05-okt-2008: 45.48 op 10 km, 1.43.56 op ½ mar
  • 11-okt-2008: 48.05 op 10 km, 1.49.08 op ½ mar
  • 19-okt-2008: 45.54 op 10 km, 1.49.08 op ½ mar
  • 26-okt-2008: 44.25 op 10 km, 1.40.49 op ½ mar
  • 01-nov-2008: 82 kg, 44.10 op 10 km, 1.40.14 op ½ mar

In de bovenstaande tabel staat hoe mijn prestaties in de wedstrijd zich hebben ontwikkeld (vet gedrukt is feitelijke tijd, schuin gedrukt is berekend aan de hand van het wedstrijdresultaat). Ik weeg momenteel circa 81 kg, dus 6 kg minder dan op 7 september 2008. Blijkbaar val ik dus zo’n 6 kg per twee maanden af. Verder ben ik ook zo’n 3 minuten sneller geworden op de 10 km. De vuistregel 2 kg lichter is 1 minuut sneller op de 10 km is blijkbaar van toepassing.

Mocht deze trend zich voortzetten, dan zou ik op 5 april 2009 68 kg wegen, 37 minuten op de 10 km lopen en 1.24 uur op de halve marathon. Uitgaande van de vuistregel van twee maal de halve marathontijd plus 10 plus 10 minuten, kom ik dan uit op een behoudende marathontijd van 3.08 uur.

Als dat geen motivatie is om op de ingeslagen weg door te gaan!

Ik heb natuurlijk geen enkele zekerheid of dit alles zo zal gebeuren als ik het hier voorspiegel. Maar wat er ook gebeurt, de Rotterdam Marathon lopen onder de 3.30 uur lijkt niet meer zo onhaalbaar als ik (en anderen) dacht(en).

Ik zit op de goede weg om mijn aanvankelijke verwachting voor de Rotterdam Marathon ruimschoots te passeren. Wie weet is die marathon onder de drie uur in 2009 toch niet zo’n onrealistisch doel als sommigen mij al op het hart hebben gedrukt.

En mocht het me inderdaad lukken… Ik heb geen bijzondere aanleg voor hardlopen (zover ik weet). Als ik op mijn 49-ste de marathon onder de 3 uur kan lopen, kan elke gezonde hardloper van die leeftijd (of jonger) dat ook, zolang hij maar de overtuiging en inzet heeft om dat te proberen.

Grote woorden. Eerst maar eens waar maken, met een paar voeten, een positieve kijk op de toekomst en een beetje geluk. De eerstvolgende opdracht is de halve marathon van de Erasmusronde onder de 1.40 uur te lopen.

Praktisch denken in de praktijk gebracht

Een goede kennis van mij vroeg me net of ik om twee uur bij haar langs wilde komen. Ze is niet meer de jongste en is erg bevattelijk voor verkoudheid en zo. De vorige keer dat ze me vroeg om bij haar op bezoek te komen, was ik snipverkouden van de halve marathon van Rotterdam. Die keer ging dus over en daarom wil ik nu (praktisch vrij van verkoudheid) per se wel gaan. Alleen ik had toch een trainingschema?

Polar rs200sd.

Praktisch denken dan maar. Ik heb een Polar RS200SD, waarmee je intervaltraining kunt doen. Nu gebruikte ik die vooral voor 1000 m intervallen, omdat die op de baan nogal saai zijn om alleen uit te voeren (12 km op de baan). De 400 m intervallen doe ik ofwel op de baan, dan wel op een rustig fietspad, waar ik jaren geleden 400 m heb afgemeten en het halverwegepunt goed ken. Wat weerhoudt me echter om de 8 km die ik al meer gelopen heb door het centrum van Bergen op Zoom en de Bergse Plaat te gebruiken om 10 keer 400 m met 400 m herstelpauze te lopen? Dat is ook 8 km.

Om te voorkomen dat ik iedere keer op het rode knopje moet drukken, heb ik de autolap functie ingesteld. Mijn doel is 1.56 min./400 m, oftewel 4.50 min./km. Daarmee kon ik tot de volgende instellingen:

  • Zone 1 - 4:40 - 5:00 per km - 400 m intervallen
  • Zone 2 - 10:05 - 6:04 per km - 400 m intervallen
  • autolap elke 400 m

Nu kan ik gewoon lopen wanneer ik wil en hoef niet per se naar een atletiekbaan of afgemeten stuk fietspad. Met de korte dagen in de naderende winter zal dat zeker een voordeel blijken te zijn. Ik kan een moment van de dag kiezen dat het mij uitkomt om te gaan trainen.

Plan voor komende week

Als je flexibel wilt zijn, moet je een trainingschema hebben dat ruimte biedt voor aanpassing. Gelukkig is dat bij de Methode Verheul het geval. Aanstaande zaterdag wil ik een halve marathon lopen en daarvoor wil ik specifiek trainen.

Vandaag heb ik al een 1000 m intervaltraining gedaan. Wel, geen echte intervaltraining, meer een wisselduurloop. Ik liep zes keer 1000 m op een tempo tussen de 4.53 en 5.05 min./km, telkens gevolgd door 1000 m op een tempo lager dan 6.05 min./km. Hiervoor gebruikte ik mijn gecalibreerde Polar RS200 met footpod. Je hoeft eigenlijk alleen op de piepjes te letten (langzame piepjes als je te langzaam loopt en snelle piepjes als je te snel loopt). Vooral in de snelle stukken is dat makkelijk om je tempo aan te houden en in de langzame (herstel)stukken om niet te snel te lopen.

Deze woensdag wil ik nog zo’n “wisselduurloop” doen. Voor de rest van de week wil ik drie trainingen doen van tien maal 400 m, met 400 m herstel. Vrijdag wordt dan mijn hersteldag, om zaterdag de halve marathon rond de Kralingse Plas te lopen (in Rotterdam).

Waarom nu deze opzet, wat is mijn redenering? Wel, de 400tjes zijn basistraining, geschikt om een 10 km afstand te lopen (net boven het omslagpunt) en de 1000tjes verbeteren het duurvermogen, om met meer gemak een lange afstand te kunnen lopen. Ik heb in de week voor de Bredase Singelloop ook twee sessies met 1000tjes gedaan en dat is me goed bevallen. Blijkbaar is dat wat ik nodig heb.

Het is dit experimenteren met trainingen en kijken wat werkt, wat de Methode Verheul zo flexibel maakt, zelfs nog flexibeler dan de Souplessemethode, zoals gepropageert door Klaas Lok in zijn boekje “Het Duurloopmisverstand”. Als iets werkt, dan houdt je het zo. Het is dus vooral praktisch bezig zijn met de training en hoogdravende gedachten over hoe je zou moeten trainen voorbij te laten draven.

Het doel (en subdoelen) staan vast, zodat het nu een kwestie is van de progressie op gang te houden door te blijven schaven aan het trainingschema. Zolang het van week tot week beter gaat en sneller gelopen wordt, ben ik op de goede weg. Ik sluit niet uit dat het af en toe wat minder gaat, maar na een kort oponthoud pak ik de draad vast weer op.

Van praktisch geen uithoudingsvermogen hebben (5 km in 34 minuten) naar een marathon binnen de drie uur lopen in pakweg 18 maanden is niet iets wat je zomaar uit de mouw schudt. Daar moet je serieus aan werken en het een en ander blijven aanpassen. Alles wat je dichter tot het doel brengt is goed en de rest negeer je gewoon, alsof het niet bestaat. Je laveert dus tussen de obstakels heen die het leven is en houdt rekening met het onverwachte, zowel ten positieve, als ten negatieve.

Da’s weer genoeg gefilosofeer voor deze week op dit weblog.

Wantijparkloop 2008

Op 1 november 2008 organiseerde atletiekvereniging Parthenon uit Dordrecht een wedstrijd over 10 km in het Wantijpark te Dordrecht. Het Wantijpark is een stadspark en bij muziekliefhebbers wellicht bekend van het Wantijfestival (driedaags popfestival in het gelijknamige park). De paden zijn voorzien van een laag grind en kennen een licht onderling hoogteverschil. Kenmerkend is ook het Wantijpaviljoen, waar het inschrijfbureau voor de loop was gevestigd. Behalve een jeugdloop over 1 en 3 km was er een afzonderlijke loop over 10 en 5 km. De 10 km startte om 12.00 uur en de 5 km om 13.00 uur. De 10 km was over zes ronden van 1667 m.

Omdat ik mijn zinnen had gezet op een tijd onder de 45 minuten, had ik een kort broekje en een singlet aangedaan (ondanks de kou), geen sokken en speciale wedstrijdschoenen met ondersteuning (ik durf nog geen echte wedstrijdschoenen te dragen, vanwege mogelijk blessures). Ik was dus een beetje een vreemde eend in de bijt (enige in singlet). Verder was ik nog niet helemaal hersteld van de halve marathon in Etten-Leur, de zondag ervoor. Ik wilde dus conservatief lopen, maar toch onder de 45 minuten komen.

Zoals gebruikelijk was het een beetje dringen bij de start, omdat sommigen veel te ver vooraan waren gaan staan. Vandaar dat mijn eerste kilometer wat langzaam was (4.28). Gelukkig kon ik dat in het tweede ronde ruimschoots goedmaken (4.10 over km 2). Ik liep rondje op rondje in een vrij constant tempo. Het eerste stuk van elke ronde was telkens wat langzamer, omdat er een scherpe bocht en een klimmetje in zat, terwijl het laatste stok van elke rond telkens wat sneller ging, omdat het lekker vlak liep. Ik werd overigens net na het passeren van de derde doorkomst (5 km) ingehaald door de latere winnaar.

Hier zijn de kilometertijden, zoals ik ze heb opgenomen. Van de eerste kilometer heb ik het verschil tussen bruto- en nettotijd afgetrokken, zodat alle kilometertijden netto zijn.

  • 4.28 | 4.10 | 4.33 | 4.17 | 4.25 - 5 km in 21.53
  • 4.34 | 4.28 | 4.36 | 4.23 | 4.17 - 5 km in 22.18

De brutotijd was 44.17 en de nettotijd was 44.10. Dat is 4.25 ± 0.08 min./km (3 % relatieve standaardafwijking), oftewel 13,58 km/u. Dat is een verbetering van mijn jaarbeste tijd van 2 weken geleden van 1.44 minuten.

Achteraf was ik niet eens buiten adem, zoals ik normaal ben tijdens een tien kilometer. Dat kwam waarschijnlijk doordat ik niet sneller kon lopen. Ik miste gewoon de kracht nog om flink aan te zetten op punten waar het tempo zakte. Had ik dat wel kunnen doen, dan had ik waarschijnlijk uitgekomen op een tijd onder de 43 minuten en compleet buiten adem.

Zo’n tijd zat er vandaag niet in. Desondanks ben ik zeer tevreden, omdat de 44.10 minuten overeenkomt met de 1.41 uur van afgelopen zondag. Het is altijd goed als je in evenwicht bent op diverse afstanden.

Volgende week zaterdag zal ik weer een halve marathon lopen, de Erasmusronde. Dit is een gratis wedstrijd, georganiseerd door een studentenvereniging (EUR-Roadrunners) van de Erasmusuniversiteit van Rotterdam. Ik hoop op een tijd onder de 1.40 uur.

Halve Marathon Brabant 2008

Ach, wat zullen we ervan zeggen? Goed gelopen op een overvol parcours. Alleen in de laatste km liet ik mijn watergordel op straat vallen, waardoor ik een kostbare 30 s verloor (omdat ik terug liep om de gordel op te pakken). Behalve de tijd (1.40.49 netto) en een constant tempo over de eerste 20 km valt er niet zoveel over te zeggen.

Het parcours is in elk geval wat mij betreft geen aanrader. Op stukken veel te smal voor het aantal mensen dat er overheen loopt. Voor de marathon (weinig deelnemers) maakt dat niet uit, maar bij de halve schopt je constant tegen andere mensen hun schoenen. En voor de sfeer hoef je het ook niet te doen, want die is totaal afwezig.

Ik ben blij dat ik (in tegenstelling tot de organisatie van deze wedstrijd) tenminste wel mijn best heb gedaan en ruim drie minuten onder mijn vorige jaarbeste tijd heb gelopen. Op naar volgende week en over twee weken weer schitteren rond de Kralingse Plassen in Rotterdam. Dan zal ik een veiligspeld gebruiken om te voorkomen dat mijn watergordel losschiet.

Vooruitblik Halve Marathon Brabant

Aanstaande zondag zal ik in Etten-Leur proberen om een halve marathon te lopen. Hoe zo proberen? Wel, de vorige keer, in 2002, mocht ik van de organisatie niet van start gaan, op last van de brandweer. En deze keer: harde wind verwacht. Storm is lastig te voorspellen, dus een harde wind kan zich net zo goed ontwikkelen tot een zware storm.

Maakt mij dat zenuwachtig? Wel nee! Er zijn nog zoveel halve marathons in de nabije toekomst die ik kan lopen. Maar als ik mag lopen, dan kan ik de meest recente wedstrijden als richtlijn nemen voor een voorspelling van de eindtijd. Merk op dat ik schreef “voorspelling” en geen “verwachting”. Een uitspraak wat je gaat doen in een wedstrijd is zeker geen wetenschap, gebaseerd op kennis. Miskleunen is altijd een optie, net als boven jezelf uitstijgen. Je weet het gewoon niet, je kunt hooguit speculeren. Dat is dus wat ik nu ga doen.

Op 14 september liep ik in Rotterdam 1.47.59. Drie weken later, op 5 oktober liep ik in Breda 1.43.56. Beide keren waren zeker niet onder ideale omstandigheden. In Rotterdam veel wind en in Breda veel regen. Nu, drie weken na Breda, op 26 oktober? Logica zegt mij: elke drie weken 4 minuten eraf. Daar zullen we het maar op houden, dan.

Nu plaatst dat de 10 km van afgelopen zondag in een vreemd daglicht. Immers 45.54 minuten over 10 km is 4.35 min./km en een halve marathon in 1.40 uur is 4.44 min./km. Als ik ervan uitga dat een halve marathon zo’n 7,5 procent langzamer gelopen wordt dan een 10 km, dan had ik afgelopen zondag een gemiddeld tempo dat omgerekend overeenkomt met de Singelloop (4.35 min./km, plus 7,5 % is gelijk aan 4.56 min./km).

Het verklaart waarom ik niet moe was achteraf en ’s avonds in staat was om een zware krachttraining te doen. Ik heb gewoon niet gepresteerd naar waartoe ik in staat was en me laten geloven dat het inhalen van loopgroepgenoten Jacques en Nico een goede prestatie was. Volgens mij had er wel anderhalve minuut minder ingezeten. Dat had me net een halve minuut achter loopgroepgenoot Léonhard laten finishen (waarvan ik niet eens wist dat die meedeed).

Leermoment: Geloof op geen enkel moment in de wedstrijd dat je het best goed doet. Achteraf kan je dat wel eens doen spijten dat je niet beter je best hebt gedaan.

Ik ga dus voor de 1.40 uur (4.44 min./km), omdat ik aanvoel dat het erin zit. Omstandigheden zijn geen excuus om langzamer te lopen, want die waren de vorige twee keer ook niet optimaal. Gewoon keihard inzetten.

Een groot verschil met de voorgaande keren is dat in Etten-Leur alleen de eerste vijf kilometerpunten zijn aangegeven, en daarna elke 5 km (met een verversingspost). De vorige keren kon ik me goed richten op de kilometerpunten en wat versnellen als dat mogelijk was (vanaf 16 km punt). Nu heb ik uiteraard een Polar RS200SD (gecalibreerd op mijn nieuwe schoenen) en dat zal mijn geheime (nu niet meer zo geheim dus) wapen zijn om die 1.40 uur te halen.

Zijn er bekenden van mij die meedoen? Vast wel. M@urice zal er in elk geval niet zijn als hardloper, want die zit met gebitsproblemen in de lappenmand (beterschap!). Ik verwacht ook nog enkele hardloopwebloggers en Chat’n’Runners, maar niemand van mijn loopgroep. Die hebben allemaal nog de marathon van Eindhoven in de benen zitten (en Rob gaat naar Terschelling, een weekend later).

Echter, als er een ding is dat ik geleerd heb van afgelopen zondag, dan is het om niet op anderen te letten, maar om vooral je eigen wedstrijd te lopen. Toch zou het wel eens fijn zijn om deze keer John voor te zijn op de eindmeet en hem mij niet te laten passeren in de laatste kilometer, zoals ik Breda, ook al was ik netto sneller dan hem.

Training(schema)

Iemand had een vraag hoe ik door de week trainde. Nu schrijf ik daar niet vaak over, omdat ik persoonlijk lezen over wedstrijden interessanter vind dan over trainingen. Trainingen zijn namelijk heel persoonlijk. Wat ik doe kan voor iemand anders van hetzelfde prestatieniveau veel te zwaar zijn, of juist te licht. Verder ga ik vaak uit van wat ik voor mijn gevoel die week nodig heb en houd me niet zo strak aan een bepaald plan. Ik wil geen slaaf van een trainingschema worden.

Dit is mijn basistraining, waar ik me meestal aan houdt:

  • dinsdag: tien maal 400 m, met 400 m herstelpauze
  • woensdag: zes maal 1000 m, met 1000 m herstelpauze
  • donderdag: tien maal 400 m, met 400 m herstelpauze

De aanbevolen trainingstijden kun je vinden op de pagina Trainingstijden voor souplessemethode, elders op mijn weblog1. De tijden voor de 400 en 1000 m intervallen hangen af van de tijd die je loopt over 10 km in een wedstrijd. Je mag ook langzamer, maar zeker niet sneller. Ik kies voor langzamer, zodat ik vaker kan trainen en meer calorieën kan verbranden. Momenteel gebruik ik 1.57 min/400 m voor de 400 m intervallen en 5.00 min./km voor de 1000 m intervallen, gebaseerd op een 10 km wedstrijduitslag van 48 minuten. In de loop der maanden zal ik deze trainingstijden scherper maken, zodat het meegaat met het gestegen prestatieniveau (wat ik presteer in wedstrijden).

Daarnaast probeer ik elk weekend een wedstrijd te lopen. Nu kun je af en toe verder lopen dan een uur, maar de richtlijn is om doorgaans niet langer dan een uur hard te lopen op wedstrijdtempo. Op dit moment is dat dus een 10 km afstand. Dit is geen harde richtlijn, maar wel eentje waar je mee voorkomt dat je in de loop der maanden uitgeput raakt. In feite gebruik je de korte wedstrijden om weer op verhaal te komen en je op te laden voor de volgende lange wedstrijd (wat in feite een extreme prestatie is).

Dat is zo’n beetje de basis. Zou ik beter presteren dan 1.44 uur op de halve marathon, bijv. 1.30 uur, dan zou ik waarschijnlijk een training toevoegen met 1000 m intervallen (1000tjes op dinsdag en donderdag), met twee 400 m intervaltrainingen om de snelheid op peil te houden (op maandag en woensdag).

Daarnaast doe ik een extra training, die zo’n beetje mijn joker is. Ik kan kiezen uit drie soorten trainingen:

  • tien maal 400 m, met 400 m herstelpauze
  • krachtoefening in warming-up, gevolgd door tien maal 400 m, met 400 m herstelpauze
  • krachttraining

De krachttraining is niet zoals je zou denken in een sportschool met allerlei apparaten. Zoals ik al eerder schreef, ben ik daar niet zo’n voorstander van. Bij mij komt het momenteel neer op het aantrekken van een gewichtvest en een stukje van 8 km hardlopen op een geaccidenteerd terrein.

Als ik echt wil presteren (zoals afgelopen week, toelevend naar de Kievitloop op 19 oktober 2008), doe ik nog een training extra, om extra goed voorbereid te zijn. Vorige week vrijdag deed ik vijf maal 400 m, met 400 m herstelpauze. Ik heb het gevoel dat het me erg geholpen heeft tijdens het lopen van deze trimloop.

Deze week doe ik daar nog een schepje bovenop. Gisteravond heb ik een krachttraining met gewichtvest gedaan (6 kg extra), over 7,79 km (42:06, 11,1 km/u). Vanmiddag ga ik nog een 1000 m intervaltraining doen, om de prestatie op de lange afstand te stimuleren. Dat is dus 5 trainingen tussen twee wedstrijden, in plaats van de gebruikelijke 4 trainingen.

Als ik het volhoud, schakel ik over naar 5 trainingen en een wedstrijd per week, waarbij ik afwisselend drie 400 m intervaltrainingen, een 1000 m intervaltraining en een krachttraining, of twee 400 m en twee 1000 m intervaltrainigen en een krachttraining doe, afhankelijk wat er het komende weekend op het programma staat.

Uiteindelijk wil ik naar acht trainingen en een wedstrijd per week toe, zodat ik najaar 2009 in staat ben om een marathon binnen de 3 uur te lopen. Ik denk dat ik zoveel trainingsprikkels nodig heb om dergelijke prestaties neer te kunnen zetten.

Ik hoop dat je nu snapt dat ik niet veel over mijn training schrijf. Het is zo makkelijk te volgen, dat het nauwelijks uitleg nodig heeft. Ik heb ook geen trainer nodig om ingewikkelde en gevarieerde schema’s voor mij te schrijven. Natuurlijk blijft het nodig om op de looptechniek te letten en om de juiste wedstrijden uit te kiezen, zodat het leuk blijft om al die trainingsarbeid te verzetten. Je doet het immers ergens voor.

Het is mijn stok achter de deur (of is het wortel voor mijn neus?) om bezig te blijven en steeds beter te worden in het hardlopen.



  1. Helaas moest ik deze pagina verwijderen na een dreiging met juridische stappen. ↩︎

Kievitloop Oktober 2008

Atletiekvereniging Spado organiseert van oktober tot en met april een maandelijkse trimloop over 1, 2 of 3 ronden van 5 km (grotendeels geasfalteerd). Deze trimloop heet de Kievitloop, genoemd naar de boerderij die langs het parcours ligt. Je kunt elke derde zondag van de maand om 10.30 uur van start gaan. Echter als die zondag in het carnavalsweekend valt, dan wordt de trimloop verplaatst naar de tweede zondag van de maand. Hetzelfde geldt als de Monumentenloop (door de binnenstad van Bergen op Zoom) samenvalt met de Kievitloop (in april).

Goed, dat is niet zo belangrijk, want het schema staat ook op de webpagina van de Kievitloop.

Vandaag liep ik de tien kilometer. Ik zag twee mensen van mijn loopgroep, Jacques en Nico, die vorige weekend de marathon in Eindhoven hadden gedaan. Ze moesten van onze spiksplinternieuwe trainer het vandaag rustig aan doen, zodat ze konden herstellen van Eindhoven. Een kansje voor mij om ze een keer af te troeven.

Nonchalant zei ik dat ik vandaag niet zo snel zou lopen, want ik had nieuwe schoenen (echt waar, afgelopen vrijdag gekocht en slechts een training op gelopen) en wat neusverkouden was. Natuurlijk geloofden ze er niks van. Ze kennen me maar al te goed.

Na het startschot gingen we er vandoor. Ik liet Nico en Jacques lekker voor me starten en ging langzaam van start. Echter, bij het eerste kilometerpunt liep ik soepeltjes Nico voorbij. Ach, het viel dus wel mee met die nieuwe schoenen. Daarom maar jagen op Jacques. Hij bleef me voor tot de eerste ronde en toen ging voor hem het licht uit. Bij mij ging het redelijk tot kilometer 7. In kilometers 8 en 9 zakte het tempo wat, maar niet al te veel. In de laatste kilometer ging het weer goed, met de “haven in zicht” zullen we maar denken.

  • 4.42 | 4.27 | 4.33 | 4.28 | 4.37 = 22.46 minuten over de eerste 5 km
  • 4.38 | 4.33 | 4.49 | 4.40 | 4.29 = 23.08 minuten over de tweede 5 km
  • (13,1 km/u, 4.35 ± 0.07 min./km, 2,5 % relatieve standaardafwijking)

De weersomstandigheden waren prima. De wind kwam vanuit zo’n richting, dat de bomen beschutting vormde (en er dus praktisch geen wind was), terwijl de temperatuur ver onder 10 graden was.

Voor de eerste keer dit jaar onder de 46 minuten, handgeklokt 45.54 minuten.

Dat is een opsteker na het teleurstellend resultaat van afgelopen zaterdag in het rondje van 10 km rond de Binnenschelde (boven de 48 minuten). De Bergse Havenloop is echt geen snel parcours, tenminste niet voor iemand als ik. Die wedstrijd zal ik niet meer lopen, vrees ik.

Volgende week mag ik laten zien wat ik kan in Etten-Leur. Dan wil ik proberen rond de 1.40 uur te finishen op de halve marathon. Dat zal niet makkelijk worden, met “slechts” een 46 minuten op de 10 km, maar we gaan het in elk geval proberen. Ik mag hopen dat het weer net zo goed is als bij de Kievitloop vandaag, want beter dan dat kun je het haast niet hebben.

Trouwens, wat mijn doelstelling voor Rotterdam betreft (76 kg, 41.00 op 10 km) zit ik goed op schema (net onder 46.00 en 82 kg—3 kg onder wat ik zou moeten wegen). Gezien mijn gewicht had er meer ingezeten vandaag en als ik naga hoe moe ik me voel, klopt dat ook (ben totaal niet moe). Ik was echter bang om me te blesseren op mijn nieuwe schoenen en heb bewust wat ingehouden in de tweede ronde.

Over twee weken (zaterdag 1 november 2008) komt weer een kans om een 10 km te lopen, in de Wantijparkloop te Dordrecht, georganiseerd door (voormalige) atletiekvereniging Parthenon (sinds 2016 gefuseerd met DK&AV Hercules tot Fortius Drechtsteden). Zes rondjes van 1667 m in het Wantijpark. Geen idee of het parcours snel is (waarschijnlijk niet). Echter, 45.54 minuten is de te verslane tijd.

Marathon Eindhoven 2008

Op zondag 12 oktober 2008 werd in Eindhoven een marathon gelopen en ik ben daar als toeschouwer en supporter naar toe gegaan. Een beetje eigenbelang zit er ook wel bij, want ik wil volgend jaar hier ook van start gaan. Niettemin, was mijn voornaamste doel om een aantal van mijn vrienden te zien, waarmee ik wekelijks training doe in een loopgroep van Spado (de “marathongroep”).

Op het station van Bergen op Zoom, kwam ik even voor acht uur ’s-morgens Léonhard tegen, die zich vandaag wilde inschrijven voor de marathon. Zijn doel was om de tijd gelopen in Leiden (18 mei 2008) te verbeteren (3:56:03) en niet te hoeven wandelen. Verder had hij de stille hoop om vandaag de snelste van onze loopgroep te zijn, maar dat zou gezien zijn matige voorbereiding niet makkelijk worden en vooral afhangen van de vorm van de dag. Enfin, een treinreis van anderhalf uur was zo om, want gezelligheid kent geen tijd.

In het laatste stuk, van Breda naar Eindhoven, zag ik een vaag bekend gezicht. Toen ik met hem begon te praten, herkende we elkaar aan elkaars verhalen. Het was Walter van het Chat’n’Run forum. Ik heb daar de nickname “Rasheed” (naar mijn Bengaalse kater). Hij zou vandaag iemand met de fiets begeleiden op de marathon.

Nu zou ik een heel verhaal kunnen vertellen over hoe het was als supporter op dit sportevenement. Echter, ik heb heel veel geleerd van deze marathon, als buitenstaander, wat ik graag met anderen wil delen.

Wat ik vooral zag is dat mensen in het laatste stuk verzwakten, niet omdat ze buiten adem waren, maar kracht en souplesse te kort kwamen. De mensen die onder de drie uur uitkwamen zag ik nergens verzwakken, maar juist soepeltjes doorlopen, met een krachtige tred. Dat kan natuurlijk zijn omdat dezen licht van gewicht zijn en niet de klappen hoeven op te vangen die zwaardere lopers te verduren krijgen.

Wat ik ook grappig vond (en tegelijk leerzaam), is dat de Kenianen bij de start een aantal gymnastische bewegingen maakten. Ik heb gehoord dat dit zeer gebruikelijk is in Kenia en dat het wellicht ook het geheime wapen is (naast het belachelijk lage lichaamsgewicht en de spillebeentjes). Het is juist de bewegelijkheid (het niet stram zijn) die het mogelijk maakt om zulke (schijnbare) bovenmenselijke prestaties neer te zetten. Het is iets wat je uiteraard van jongs af gedaan moet hebben.

Nu sluit ik af met een korte foto-impressie (zie op Flickr voor de volledige fotosets van de start en de wedstrijd). Ik kan alleen maar bewondering hebben voor de mensen die de marathon voltooid hebben, want hoe je het ook wendt of keert, het blijft een heel eind lopen.

Een spoedig herstel, Rietje, Jacques, Léonhard, Nico en Rob!

Hardlopers in tunnel.

👆 Hardlopers in tunnel.

Startgebied.

👆 Startgebied.

Start Marathon Eindhoven 2008.

👆 Start Marathon Eindhoven 2008.

Drinkende hardloper Léonhard van Egeraat.

👆 Drinkende hardloper Léonhard van Egeraat.

Een drietal marathonlopers.

👆 Een drietal marathonlopers.

Drie bekende gezichten uit de Spado marathongroep, van links naar rechts, Rob Schmidt, Nico Mulhuijzen en Rietje Korstens.

👆 Drie bekende gezichten uit de Spado marathongroep, van links naar rechts, Rob Schmidt, Nico Mulhuijzen en Rietje Korstens.

Volgens Jacques Hutten kun je hier alleen om lachen.

👆 Volgens Jacques Hutten kun je hier alleen om lachen.

Bergse Havenloop 2008

Ik had me vooraf hiervan zoveel voorgesteld, maar het werd voor mij (en velen anderen) een zware teleurstelling. Ik wilde een tijd neerzetten onder de 45 minuten, maar de temperatuur, het parcours en de straffe wind wilden niet meewerken. De kilometers gingen als volgt:

  • 4:34 | 4:28 | 4:42 | 4:46 | 4:48 = 23:18 / 5 km
  • 4:51 | 4:49 | 5:01 | 5:09 | 4:57 = 24:47 / 5 km

10 km in 48:05. Volgens mijn Polar RS200SD was het tempo gemiddeld 4.49 ± 0.10 minuten per km (3,5 % relatieve standaardafwijking).

De halve marathonlopers hadden het nog zwaarder. Het regende namelijk uitvallers. Veel mensen zijn bij het passeren van de doorkomst aldaar gebleven.

Ik heb nog wat foto’s van de halve marathon gemaakt, net 1,5 km voor het einde. Deze foto’s kun je op mijn Flickr site bekijken.

Bergse Havenloop.

👆 Bergse Havenloop.

Krachttraining uit de hand gelopen...

Afgelopen dinsdag voelde ik me prima bij het inlopen en daarom dacht ik dat ik bij de warming-up een krachtoefening zou doen. De bedoeling was om zo diep mogelijk door de hurken te zakken en in die houding 10 m vooruit te lopen in een zo snel mogelijk tempo. Na een korte wandelpauze herhalen tot zes stuks in totaal.

Niet zo veel bijzonders zou je denken. Echter, al in de rest van de training voelde ik dat het zwaar geweest was. Maar goed, wat rekoefeningen en een nachtje slapen en het is over. Zou je denken. Het was de volgende dag niet over. Goed, dan een dagje gewoon trainen, veel rekken en de dag daarna is het over? Eh, nee dus. Het was juist erger geworden. Twee dagen na die krachtoefening in de training kan ik met moeite de trap af lopen.

Die krachttraining is duidelijk uit de hand gelopen. Gelukkig heb ik voorlopig geen belangrijke wedstrijden, maar het is wel een les voor de volgende keer. Liever iets minder herhalingen en in de loop der weken opbouwen, dan riskeren om langdurig spierpijn te krijgen. Auw.

Zware benen

De vorige keer dat ik een halve marathon heb gelopen (drie weken geleden) moest ik daags erop nog een herstelloop doen. Nu kon ik al weer hardlopen. Het ging nog niet hard, maar het ging desalniettemin. Volgens mij betekent dat dat mijn algehele fitheid flink toegenomen is in die drie weken.

Runnerplus grafiek.

👆 Runnerplus grafiek.

Ik liep 7 km in 36.10 minuten (11,61 km/u, 5.10 min./km). De kilometers gingen als volgt:

  • 5.23 | 5.14 | 5.01 | 5.06 | 5.08 | 5.09 | 5.10 | 5.04

Aan het verval kun je wel zien dat het laatste gedeelte nou niet bepaald soepel verliep. Ik moest moeite doen om het tempo vast te houden. Alleen in de laatste km kon ik nog een beetje goedmaken.

Het was in principe hetzelfde parcours als ik 29 september liep. Toen deed ik er 35.51 minuten over (19 s korter), wat dus ongeveer hetzelfde is als wat ik vandaag liep. De ervaring was echter heel anders. Nu moest ik echt knokken, toen was het lekker hardlopen. Dat is het verschil tussen voldoende hersteld zijn en nog maar net genoeg hersteld zijn.

Uiteraard hoop ik binnenkort onder de 35 minuten te duiken. Het is een leuke uitdaging voor mezelf en een terugkomend iets. Verder is het ook goed om de Nikeplus zo nu en dan te gebruiken.

Morgen, dinsdag, en donderdag weer een 400 m Verheultraining en woensdag een 1000 m Verheultraining. Vrijdag wordt een rustdag, om zaterdag weer een wedstrijd te lopen.

Bredase Singelloop 2008

Op 5 oktober 2008 ging om 14.15 uur een hele meute lopers van start om 21 km en 97,5 m af te leggen in een zo kort mogelijke tijd, in strijd met de elementen (regen, plassen en wind), het parcours (veel klinkers, kasseien, stoepjes en scherpe bochten) en zichzelf. Aangezien ik zwaar verkouden was geweest, gokte ik op een herhaling van de tijd in Rotterdam, 3 weken eerder. Daar liep ik een halve marathon in 1.47.59 uur.

Echter, vlak na de start (waarbij mijn  horloge zichzelf resette, waarschijnlijk doordat de batterij bijna leeg was) had ik al door dat een tempo van 5.07 minuten per km veel te gemakkelijk was. Ik liep (in mijn herinnering, want mijn stopwatch was kaduuk) de eerste drie km in 4.50 minuten per km en ik vielde me kiplekker bij dat tempo. Bij km vier zag ik een probleem. Plotseling deed ik langer dan 5.30 minuten over. Of dat bordje stond verkeerd, of de drie eerste bordjes waren wat te voortvarend. Ik gebruikte overigens de gewone tijd van mijn horloge, die vlak na de start gereset was naar 12.00 uur. Ik was een tiental seconden na het startschot over de starlijn gegaan, dus bij de tijdklok die bij het 5-km punt stond (25:04) kon ik zien dat ik sneller liep dan 5 minuten per km.

Vanaf nu ben ik niet zo duidelijk hoe snel ik de kilometers liep, maar op het 10-km punt zat ik onder de 49 minuten (48:54 bruto). Op dat punt begon de vermoeidheid toe te slaan en de geheugenfunctie sterk af te nemen. Ik zag dat ik onder de 1.45 minuten kon finishen, maar bij dat besef bleef het. De benen begonnen ook zeer te doen van alle straatstenen en het ontwijken van de plassen. Op pakweg 3 km voor het eind was de koek op en probeerde ik alleen aan te klampen bij een groepje lopers die net voor me liepen. Ik ging ze voorbij, maar anderhalve km later liepen ze mij weer voorbij, omdat mijn tempo naar beneden ging.

John uit Bavel, die ik halverwege nog ingehaald had, haalde me op de laatste km in, maar ik kon nog net voor de finish bijkomen en hem uitdagen tot een eindsprintje. Uiteraard won hij die, want ik  had niks meer over. Op de eindmeet was ik compleet leeg. Uiteraard zonder precies te weten wat mijn eindtijd was.

Deze zeer natte wedstrijd werd door mij gelopen in 1:43:56 netto (1:44:07 bruto), gemiddeld 12,18 km/u (4.56 min./km). Onder normale omstandigheden had er vast een snellere tijd ingezeten, maar het mocht niet zo zijn.

Deze tijd komt ongeveer overeen met 46 minuten op de 10 km. Aanstaande zaterdag wil ik in de Bergse Havenloop in Bergen op Zoom ruim onder die 46 minuten te blijven. Als het niet zo’n bochtig parcours zou zijn, met een paar lastige klimmetjes, zou ik zelfs hopen op een tijd onder de 45 minuten. Toch wil ik daar vertrekken op een tempo van 4.30 min./km, in de hoop om toch die 45 minutengrens te doorbreken.

Wisselvallig weer

Ik kan niet bepaald zeggen dat ik gecharmeerd ben van het weer. Is het nu zonnig of krijgen we regen? Zo te zien vandaag: beide. Da’s altijd moeilijk om de juiste kleding te vinden om aan te trekken.

Vandaag –heel toepasselijk– een wisselduurloop, met afwisselend 5 minuten hardlopen en 8 minuten wandelen, dribbelen en weer wandelen. Ik had een parcours genomen, waarvan ik weet dat het 12 km lang is. Het was de bedoeling om de stukjes van 5 minuten op 12 km/u hard te lopen, maar ik denk dat het ietsjes harder ging. Ik vermoed dat het iets te maken heeft met mijn krachttraining van gisteren, waardoor mijn tempogevoel een beetje van slag is. In totaal werd de training 13 km lang.

Dat geeft aan dat de verkoudheid over is (afgezien van een loopneus dan) en ik er niet echt rekening mee hoef te houden in het komende weekend. Dan wil ik aan de Bredase Singelloop deelnemen, mijn tweede halve marathon dit jaar.

De vorige halve marathon was op 14 september jongstleden, met een netto eindtijd van 1 uur 47 minuten en 59 seconden. Het spreekt voor zich dat ik ga proberen om die tijd te verbeteren, of op zijn minst te evenaren. Het plan is om een tempo van 5.07 minuten per km aan te houden.

Je zou het niet zeggen, maar de weersomstandigheden zijn enigszins vergelijkbaar met Rotterdam, misschien zelfs een beetje gunstiger. In Rotterdam was het best warm, maar in Breda zal het waarschijnlijk harder waaien. Aangezien ik “in colonne” en in de stad zal lopen, zal de invloed van de wind wel meevallen. Het zal vast niet zo erg zijn als in de Zeeuwse Kustmarathon (een dag eerder) wordt verwacht. Daar zullen de lopers van de marathon onbeschut tegen de wind in lopen.

Krachttraining

In het kader van het onderhouden/opbouwen van de kracht vandaag een loopje met een gewichtsvest. Volgens afstandmeten.nl was het een route van 8 km en ik deed er 47.48 minuten over. In het gewichtvest zat 4 kilogram.

👆 Avondroute met extra gewicht.

Vooral waar het omhoog ging voelde ik het extra gewicht. Verder had ik het idee dat ik harder liep dan ik in werkelijkheid liep (mijn schatting was 11 km/u, terwijl het in werkelijkeheid 10 km/u was). Bracht me voor mijn gevoel ook terug naar de tijd dat ik vier kilo zwaarder was en hoopte zo weinig te wegen als ik nu weeg.

Geen blessures of zo opgelopen, maar ik raad het niemand aan om mij na te doen. Dit is specifiek iets voor mij en voor niemand anders. Tenzij je natuurlijk ook veel snelle spiervezels hebt, maar de meeste mensen zijn afstandslopers, geen sprinters.

Trouwens, een leuke afstand om te verdubbelen (16 km).

Oh ja, geen last van hoesten onder het lopen. Dat is dus heel erg gunstig voor aanstaande zondag in Breda (Singelloop).

Snor drukken op de training

Ik zit bij Spado bij een loopgroep die zich toelegt op het lopen van marathons. Ruim een jaar geleden hield de toenmalige trainer ermee op en al die tijd zaten we zonder trainer. Nu is dat niet zo’n probleem, want we hebben een aantal ervaren marathonlopers (een zelfs met meer dan 100 marathons achter de rug) in de groep zitten en het opleidingsniveau is tamelijk hoog. We konden dus onszelf redelijk bedruipen, maar van echt doelen stellen en ze realiseren was geen sprake, omdat je daarvoor het oog van een ervaren trainer nodig hebt.

In deze vrijgevochten groep was het mogelijk om voor mezelf een plan op te stellen, met bijhorende trainingsmethode. Ik heb veel geïnvesteerd in deze trainingsmethode, in de zin dat ik vaak apart van de groep trainde, maar wel op een verantwoorde manier.

In dit alles is verandering gekomen. Afgelopen donderdag kwam er een nieuwe trainer poolshoogte nemen en gelijk het een en ander aanpassen. Noem het een geluk bij een ongeluk, maar door mijn zware verkoudheid was ik niet in staat om te trainen volgens mijn gebruikelijke schema. Hierdoor had ik de kans om de nieuwe trainer te beoordelen. Hij zou zich afzijdig houden en niet ingrijpen tot na de marathon van Eindhoven, op 12 oktober aanstaande. Helaas (voor mij) ging het ietsjes anders en gaf hij hier en daar aanwijzingen hoe het beter kon.

Als er iets is waardoor je je doelen kunt bereiken in het wedstrijdhardlopen, dan is het wel consequent en gedoseerd trainen. Blessures liggen altijd op de loer, dus conservatief trainen en niet te snel iets aanpassen is essentieel om het lang te kunnen volhouden.

Deze trainer geeft dus heel anders training dan ik zelf gewend ben. Zo te beoordelen is het iemand die traditioneel training geeft (volgens de Lydiard-methode). Ik ben meer iemand die traint volgens de Methode Verheul.

Ik heb sinds ik bij Spado train geprobeerd om die twee te verenigen, maar ik ben daar nooit in geslaagd. Zover ik weet zijn de beide stromingen onverenigbaar. De Lydiard-methode probeert het wedstrijdresultaat te sturen vanuit de training, terwijl de Methode Verheul probeert op basis van het wedstrijdresultaat de training aan te passen. De Methode Verheul is dus passiever en aan de voorzichtige kant, terwijl de Lydiard-methode agressier en op het scherpst van de snede is. Aangezien ik erg ambitieus ben (marathon binnen 3 uur willen lopen), lijkt de Methode Verheul meer op mij van toepassing.

Echter, de meeste mensen in mijn loopgroep zijn uiterst tevreden over deze trainer en ik misgun het ze niet. Op de zaterdagmorgen doen ze een lange duurloop en daar lopen ook mensen mee die ik nooit op de baantraining zie, omdat ze liever lid woren van een atletiekvereniging als ze ook begeleiding in de training ontvangen van een ervaren trainer. De kans is groot dat onze loopgroep in de komende maanden gaat uitbreiden met een paar nieuwe gezichten (voor mij nieuw, niet voor de anderen).

Ik wil geen splijtzwam zijn en de trainer in de weg lopen, maar toch wil ik bij deze groep blijven, omdat ik het er op zich erg naar mijn zin heb. Ik heb geen werk (arbeidsongeschikt), dus deze groep is een van de weinig plekken waar ik mensen op informele manier ontmoet. Ik wil mijn leven niet achter de vensterbank (of computerscherm) doorbrengen.

De oplossing is volgens mij de trainer ontlopen. Hij geeft alleen op donderdagavond training, dus blijft dinsdag over om de sociale contacten te onderhouden (naast contact via e-mail en dit weblog, uiteraard). Zo kunnen de anderen volledig profiteren van de ervaring van deze trainer, kan ik mijn trainingsmethode blijven volgen en zorgen dat ik af en toe onder de mensen kom.

Mocht de trainer zijn aanwezigheid willen uitbreiden naar de dinsdagavond, dan zit ik met een probleem. Het wordt dan uitleggen dat ik op een bepaalde manier train en niet van plan ben om daar al te veel aan te veranderen. Ik kan alleen maar hopen dat het nooit zover komt en ik kan blijven laveren tussen het enthousiasme van de anderen en mijn gereserveerdheid over het aanpassen van mijn trainingsmethode.

Mochten er mensen zijn die een betere oplossing hebben, dan sta ik daar natuurlijk voor open.

Verkoudheid een stuk minder

Weer eens gelopen met een Nike+ iPod nano (2de generatie), gewoon om te zien of ik al weer wat in conditie ben. Zonder warming-up (meteen vanaf de voordeur begonnen te meten en lopen). Het grootste deel is over de weg (alleen km 3 en een stukje van km 4 is over een stukje bospad). Hier en daar moest ik omlopen vanwege een drukke weg oversteken. Voor de rest is het dezelfde route als afgelopen zaterdag (toen liep 7 km in 40 minuten, helemaal ingepakt met vele laagjes kleding).

  • 7 km in 35:51 (5:07/km, 11,72 km/u)

De kilometers zijn als volgt afgelegd:

  • 5:35 | 5:03 | 5:00 | 5:02 | 5:06 | 5:04 | 5:01

Zo te zien kan ik mijn training weer hervatten. Ik ben nog niet helemaal genezen, maar de allerergste kortademigheid is nu wel over, denk ik.

Hardloopgrafiek.

👆 Runner+ grafiekje van de loop

Geen lucht, dan maar wandelen

Okee, ik kan dus even niet hardlopen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ik al de conditie die ik in de afgelopen tijd opgebouwd heb zomaar even in de prullenbak gooi. Wat kan ik nog wel? Wandelen en fietsen.

Paardenpad met boomstronk.

Vandaag dan maar een wandelen van ruim 12 km in 2,5 uur. Heerlijk nazomerweer en helemaal niet druk in het bos. Zo zien we het graag. Morgen is het natuurlijk weer steendruk, omdat er dan dagjesmensen lopen.

Bij gebrek aan beter is het best leuk om het bos eens wat nauwkeuriger te bekijken, in plaats van overal langs te zoeven.

Meer foto’s op mijn Flicker-pagina, in de fotoset Boswandeling 26 september 2008.

Snipverkouden

Ik heb het een poosje onder de pet gehouden, maar ik ben echt snipverkouden. Ik denk dat ik het virus opgelopen heb tijdens de terugreis van de halve marathon van Rotterdam (zwaar kuchende mensen in de treincoupé).

Kon ik vorige week nog enigszins normaal trainen, vanaf dinsdag is de verkoudheid verslechterd en moest ik aangepast trainen (korter en meer geconcentreerd op kracht en lenigheid). Ik kwam gewoonweg adem te kort voor het hardlopen. Ik denk dat het verstandig is om dit weekend geen wedstrijd/prestatieloop te doen en om het aantal trainingen en de intensiteit van iedere training laag te houden.

Ik hoop dat ik op tijd genezen ben voor de halve marathon in Breda, ook wel bekend als de Singelloop Breda, maar ik houd er niet mijn adem voor in. Als ik langer nodig heb om te genezen, dan zij het zo.

Een bonus bij verkoudheid is dat je eten niet zo lekker smaakt en ik geen last heb van te veel eten, ondanks dat ik over de dag veel minder actief ben. Ik eet wel mijn normale maaltijden, maar de (gebruikelijke) tussendoortjes blijven achterwege en de maaltijden zelf (vooral het warme eten) is niet zo volumineus.

Gisteren kwam een nieuwe (en reeds ver van tevoren aangekondigde) trainer met onze loopgroep kennis maken. Hij zou in principe niks veranderen aan onze trainingschema’s tot de marathon van Eindhoven, waarvoor de meesten van de regulieren aan het trainen zijn (ofwel de halve, danwel de hele). Wordt vervolgd.