Onder de 49 minuten

Alhoewel ik op 7 april in Halsteren al rond de 48 minuten op de “10 km” heb gelopen1, wil ik nog steeds de echte afstand lopen onder 49 minuten. Dat wil ik proberen op de Kievitloop, waar ik al eerder dit jaar (17 maart 2013) 51:15 liep.

In de tussentijd heb ik zo'n 75 km per week getraind en heb 6 kg aan lichaamsgewicht verloren. Kon ik 4 weken geleden nog met moeite de mensen in mijn loopgroepje bijhouden, nu loop ik vooraan, zonder veel moeite. Mijn conditie is blijkbaar met stappen vooruit gegaan.

Toch zal ik conservatief van start gaan, op een tempo dat overeenstemt met een eindtijd van 48:30. Dit was het gemiddelde tempo dat mijn GPS horloge afgelopen week aangaf, toen ik nog 2 kg zwaarder woog. Gaat het makkelijk, dan kan ik het tempo een beetje versnellen.

Resten mij deze week nog twee trainingen, vanavond met mijn atletiekvereniging en zaterdag een rustige intervaltraining om de spieren op spanning te houden. Op zondagmorgen zal ik dan voordat het warm wordt om 10.30 uur van start gaan op mijn poging om onder de 49 minuten uit te komen op de 10 km.

Bedankt voor het lezen en loop ze!


1 Het parcours was niet goed afgezet. De meesten liepen zo'n 50 s of meer sneller dan hun gebruikelijke tijd dit jaar, omdat ze konden afsnijden en dat waarschijnlijk ook deden, omdat bijna iedereen het deed.

Zwerfloop

Het plan was om anderhalf uur op gevoel door het bos te lopen. Voor ik weg ging heb ik nog even op de klok gekeken en toen ik terugkwam keek ik weer. Als ik me goed herinner heb ik volgens deze route gelopen in 87 minuten.

De benen voelden nog zwaar aan van de korte intervallen van gisteravond. Ook heb ik vannacht een uur klaar wakker in bed gelegen. Gelukkig kon ik de slaap weer vatten, maar het was een korte nacht voor mijn doen.

Enfin, het loopje ging verder aardig. Er waren niet veel mensen in het bos. Ik kwam twee andere hardlopers tegen en een paar wandelaars. Toen ik bij Ziekenhuis Lievensberg liep, heb ik nog even op de parkeermeter gekeken voor de tijd en heb op basis daarvan er nog een stukje aan vast geplakt.

Het tempo was gemiddeld ongeveer iets sneller dan 6 minuten per km, wat je mag zien als een rustig duurloopje, maar niet als herstelloop (daarvoor is het trouwens veel te lang). De vetverbranding mag af en toe ook wel eens wat aandacht.

Volgende week doe ik weer een 90 minuten tempo-loop. Ik denk dat het beste tempo ongeveer 10 % langzamer is dan mijn 10 km tempo op het moment. Dit geeft ook aan hoe snel ik mijn 10 km zou moet lopen om 20 km in 90 minuten te kunnen lopen (een van mijn openstaande doelen voor de zomer van 2013), 41 minuten. Da’s best pittig!

Bedankt voor het lezen en loop ze!

Effe in het rood gaan

Nog maar een paar dagen tot de Rotterdam marathon en natuurlijk werd er aangepast getraind door de Rotterdamgangers. Wij achterblijvers mochten het doen met een serie intervallen, om iets aan de snelheid te doen. Totaal niet geschikt als marathontraining, maar ja, die doen het nu rustig aan en donderdag zullen de meesten met de beentjes omhoog zitten in plaats van naar de training te gaan.

Na een gezamenlijke warming-up deden evenwel sommigen marathonlopers wel mee met de intervalletjes. Ach, ’t zal wel zo moeten. We liepen drie series en de tijden voor de 400, 300 en 200 m die ik eerder had gegeven waren blijkbaar achterhaald, want ze waren sneller dan wat ik op mijn lijstje had staan.

We liepen met ons groepje van 48 minuten of langer over de 10 km (de langzaamste groep) de 400 m intervallen in 1:50, de 300 m intervallen in 1:20 en de 200 m (iets sneller) in :47. De pauze tussen de 400tjes en 300tje was telkens 100 m, terwijl die tussen de snelle 200tjes 200 m was. Seriepauze was 300 m.

Hier zijn mijn tijden:

6x 400m
1:53, 1:53, 1:51, 1:46, 1:51, ?
6x 300m
1:15, 1:14, 1:12, 1:15, 1:17, 1:14
6x 200m
:43, :43, :44, :43, :44, :47

Sorry voor de bedieningsfout voor het zesde 400tje. Ik drukte het verkeerde knopje in.

De 300tjes gingen dus sneller dan de groep ze liep. Voor de 200tjes ging ik dus in het rood (zo snel als ik kon). Verzuring kon niet uitblijven en bij nummer 6 was ik al op. Dat was dus een kans voor een van de andere lopers om uit te blinken met 41 s voor zijn snelste 200 m. Goed gedaan!

In totaal liep ik 12,17 km in 1u:15m:15s (6:11 min/km).

Ik denk dat af en toe wat dieper gaan wel goed is om je scherp te houden. Morgen wordt het een “zwerfloop” in het bos, zonder horloge, puur op gevoel en rustig. Dat is dan een sterk contrast met vandaag, waar het veel om afstanden en tijden ging.

Bedankt van het lezen en loop ze!

Verdraaid!

Ik kwam er achter dat het parcours van de 10 km van de Tien van Halsteren, afgelopen zondag, 80 tot 220 m korter was dan 10.000 m omdat de hoeken niet waren afgezet met lint en, afhankelijk van hoe je afsneed, de genoemde afstand te kort was. Niet alleen dat, maar de kilometers op een gecertificeerd parcours zijn juist vanwege eventueel afsnijden elk 10 m langer, zodat iedereen tenminste de geafficheerde afstand loopt. In het ongunstigste geval is dat dus 320 m te kort voor deze editie van de Tien van Halsteren, oftewel 96 s op 5 min/km, zodat mijn zelf geklokte 47:58 eigenlijk 49:34 moet zijn. Dat is wat waarschijnlijker, omdat ik een week ervoor netto 50:16 liep op de Kidney Run.

Dit was dus waarschijnlijk mijn laatste Tien van Halsteren. Het is geen wedstrijd, maar een trimloop. Niks mis mee, behalve het veel te hoge inschrijfgeld voor een trimloop en de ambiance die het doet lijken op een wedstrijd, terwijl het er geen is. Alleen als het parcours officieel gecertificeerd wordt en na excuses van de organisatie op hun website voor de gemaakte fouten zal ik mijn beslissing heroverwegen.

Rustige training na een wedstrijddag

Na me gisteren uit de naad gelopen te hebben, ging ik op pad met de opdracht om vandaag niet het onderste uit de kan te halen, maar er ook geen typische hersteltraining van te maken. Een goede gelegenheid voor korte intervallen, enigszins langzaam gelopen.

Ik wilde mijn vierhonderdtjes op een afgelegen stuk fietspad lopen (heen en weer tussen twee paaltjes die 400 meter uit elkaar staan) en op weg ernaar toe kwam ik in het bos een man tegen die wel zeven honden bij zich had. Ze stonden goed onder appèl, dat wel, maar ik vond het een beetje “wereldvreemd”.

De temperatuur was niet aangenaam te noemen (4 graden), maar dat weerhoudt wandelaars met stokken en die met honden er niet van om een wandeling te maken. Ik zag ook een paar hardlopers en mountainbikers. Op het fietspad was het met de wind mee en het zonnetje erbij ineens wel aangenaam vertoeven, zeker als je, zoals ik, opgewarmd was na een stuk inlopen.

Het werden 10 stuks van 400 meter snel lopen (ca. 1:50 minuten) en 400 meter als herstel (wandel/dribbel/wandel, ca. 3:15 minuten). De snelle stukjes werden uitgevoerd als een fikse versnelling, wat temperen en dan op een tempo van rond de 4:30 min/km in de laatste 200 m. De langzame stukjes bestonden ieder uit 30 m wandelen aan het begin/eind en daar tussen dribbelen op een tempo van 7:00 min/km. De fikse versnellinkjes voelden goed voor de techniek, maar waren vermoeiend voor de al vermoeide benen, zeker vanaf de achtste van de tien keer.

1:55 | 1:51 | 1:51 | 1:50 | 1:47
1:50 | 1:51 | 1:47 | 1:49 | 1:47

Nadat ik al wandelend terug het bos in was gegaan, liep ik dezelfde 2,5 km als ik heen liep terug naar huis in een drafje van om en nabij 5:50 min/km. Ik kan me niks bijzonders op de terugweg herinneren, de gebruikelijke wandelaars en mensen met honden.

___

Ik verwacht dat ik morgen wel voldoende hersteld zal zijn van de 10 km (was ook zo vorige week) om een normale clubtraining te doen. Ik moet nog wel even overleggen met de trainer of ik het beste kan overstappen naar groep 5, vanwege mijn goede tijd in Halsteren.

Herinner nog even de tijden van groep 7:

Groep 7, 48 – 50 minuten
1000 m – 4:55 (29 1/2 s per 100 m)
800 m – 3:55 (29 3/8 s per 100 m)
600 m – 2:55 (29 1/6 s per 100 m)
400 m – 1:54 (28 1/2 s per 100 m)
300 m – 83 (27 2/3 s per 100 m)
200 m – 50 (25 s per 100 m)

Voor groep 5 gelden de volgende tijden op intervallen:

Groep 5, 46 - 48 minuten
1000 m - 4:45 (28 1/2 s per 100 m)
800 m - 3:46 (28 1/4 s per 100 m)
600 m - 2:47 (27 5/6 s per 100 m)
400 m - 1:48 (27 s per 100 m)
300 m - 80 (26 2/3 s per 100 m)
200 m - 48 (24 s per 100 m)

Gezien de tijden die ik vandaag liep in de rustige intervallen, zou je kunnen denken dat ik groep 5 maar net aan kan. En ik denk dat zoiets goed is. Maar net kunnen bijbenen is goed om je prestatie te verbeteren. Ik denk dat ik over een maand er lang niet zoveel moeite meer voor hoef te doen, mits ik blijf afvallen.

In theorie kun je per kg verlies aan lichaamsgewicht ongeveer 29 s sneller lopen op de 10 km. Nog 5 kg eraf en ik kan (in theorie) zelfs overstappen naar groep 4 (43 - 45 minuten op de 10 km). Immers, 80 kg was een van mijn doelen om te halen voor de zomer en vanmorgen woog ik 85 kg.

We zien wel wat de trainer zegt (als-ie er wat van zegt, want hij is meestal vrij flexibel). Misschien wil hij me aanstaande zondag op de Kievitloop onder de 48 minuten op de 10 km zien lopen voor hij me toestemming geeft. Daar zou ik mee kunnen leven. Van de andere kant, ik meen me te herinneren dat de meesten uit groep 5 meedoen aan de marathon in Rotterdam, aanstaande zondag. Het is goed mogelijk dat het groepje is uitgedund tot een of twee lopers en dat mijn deelname helemaal niet verkeerd gevonden wordt.

Het schema voor de clubtraining van morgen is een interval training die bestaat uit drie series van zes stuks:

  • 6x 400 m (p 100 m)
  • 6x 300 m (p 100 m)
  • 6x 200 m snel (p 200 m)
  • seriepauze 300 m

Wat het ook wordt qua tijden, de training wordt gewoon gelopen.

Bedankt voor het lezen en loop ze!

Aanvulling: Gezien mijn constatering dat de uitslag van de Tien van Halsteren twijfelachtig is, zal ik deze week toch nog in groep 7 blijven trainen, tenzij ik expliciet gevraagd wordt om in groep 5 te trainen.

Nog meer wedstrijden tot de zomer

Een dag na een succesvolle 10 km in Halsteren is het tijd om de volgende serie wedstrijden aan te kondigen, tot aan de zomerperiode. Het lijkt veel, maar het is puur om me bezig te houden met hardlopen en actief zijn. Er moeten namelijk nog heel wat kilootjes af voor de winterperiode ingaat.

De aandacht wordt verlegd naar langere afstanden, de 15 km en een halve marathon (eentje). Na de zomervakantie wil ik me meer toeleggen op de halve marathon, vooral in september en oktober.

Hier zijn de lopen:

5 mei 2013 - Haagse Beemdenloop, Breda (NB)
Een snelle 15 km wedstrijd over drie ronden in de wijk de Haagse Beemden in Breda.
9 mei 2013 - 15 Km van Standdaarbuiten (NB)
Een 15 km wedstrijd over drie ronden rond Standdaarbuiten, met relatief veel klimmen en dalen. Let op: Hemelvaartsdag; er rijden dus geen bussen!
18 mei 2013 - Nationale Lenteloop, Papendrecht (ZH)
Een 15 km wedstrijd in een lange ronde, voor een groot deel langs het water (jachthaven). Redelijk vlak, met hier en daar een stijl klimmetje.
26 mei 2013 - Vestingloop, 's-Hertogenbosch (NB)
Een 15 km wedstrijd die ik voor het eerst ga lopen. Mij is verteld dat de sfeer en verzorging uitstekend zijn.
1 juni 2013 - Rondje Rijen (NB)
Een 10 km wedstrijd op een relatief snel parcours, over vier ronden. Een solide wedstrijd, waar ik al vaak met veel plezier aan deelgenomen heb.
23 juni 2013 - Zomerklassieker, Roosendaal (NB)
Een halve marathon wedstrijd, waar hitte vaak een rol speelt. Eén lange ronde tussen het centrum en buitengebied van Roosendaal. Valt samen met de 10 km wedstrijd. Het is goed opletten bij het splitsen van die twee afstanden.

Ik hoop dat dit voldoende zal zijn om mijn gewicht onder de 80 kg te krijgen en op een 90 minuten loop 20 km of verder te kunnen lopen. Mocht dat laatste niet lukken, dan heb ik altijd nog juli en augustus als uitloop, zodat ik in september in conditie ben voor het langere werk (lees: halve marathon) in een enigszins acceptabele tijd van anderhalf uur of minder. In de zomer heb ik ook loopjes op het oog, maar daarover meer later in het jaar.

De afwezigheid van wedstrijden in de drie weken tussen 1 en 23 juni is met opzet. Zo kan mijn lichaam het even een paar weken wat rustiger aan doen. De Zomerklassieker is namelijk meestal vrij zwaar, vanwege de hitte.

Tien van Halsteren 2013

Op het fietsje langzaam aan naar het nabijgelegen Halsteren gefietst en ruim een uur van tevoren mijn borstnummer opgehaald na betaling van het inschrijfgeld bij voorinschrijving. Er was geen chiptiming, noch licht in de kleedkamers. Kleine loopjes beginnen het zwaar te krijgen.

Desondanks ging ik van start om 13.00 uur voor vier rondjes van 2,5 km onder het genot van een zonnetje en een licht briesje (ca. 10 graden). Dit voelde een stuk aangenamer aan dan een week geleden in Roosendaal (net boven het vriespunt en stevige wind).

Het plan was om onder de 50 minuten uit te komen, met een start kilometer van 4:54 en dan maar zien hoe de benen het deden. De benen deden het boven verwachting, ondanks de klinkers en stoepjes op en af. Dit is geen snel parcours, dus gunstige omstandigheden waren erg welkom om er toch nog iets van te maken op een zondagmiddag.

De kilometers op mijn GPS waren langer dan aangegeven op het parcours. Nu zegt dat weinig, want GPS meting kan soms onnauwkeurig zijn. In totaal gaf mijn Garmin FR 310XT 9,89 km aan en ik liep netto 47:58 minuten. Bruto zat ik net boven de 48 minuten, slechts enkele seconden. Het is wachten op de officiële uitslag voor die brutotijd.

De rondjes gingen allemaal netjes in ongeveer 12 minuten. Echter, het tempo op het parcours varieerde enigszins.

4:52 | 4:42 | 4:53 | 4:47 | 4:50
4:53 | 4:58 | 5:00 | 4:55 | 4:38

Het laatste stukje was 890 m. Het is duidelijk dat het zwaartepunt op kilometers 7 en 8 ligt, maar het tempo bleef redelijk in de buurt van de beoogde 4:54 min/km voor een eindtijd van 49 minuten.

Gedachten om ermee te stoppen begonnen al bij het passeren van het 5 km punt. Ik kon die gedachten redelijk onder controle krijgen door me op het tempo te concentreren. De neiging om te stoppen bleef opspelen, zeker als er mensen links en rechts waren gaan wandelen om wat voor reden ook. Ik moest me bedwingen er iets van te zeggen, want wat weet ik er nou van waarom ze gestopt waren? Het leek me beter om me bezig te houden met mijn eigen problemen om te blijven hardlopen.

Het laatste stuk (890 meter) kon ik nog wat extra’s geven, geholpen door een vals plat naar beneden op de laatste 500 m in de Dorpsstraat, op weg naar de finish. In de laatste 100 m zat er deze keer geen eindsprint in, omdat ik al wist dat ik mijn doel ruimschoots gehaald had. Toch was het wat sneu om enkele seconden boven de 48 minuten uit te komen.

Op naar de volgende wedstrijd, de Kievitloop, een plaatselijke (voor mij) trimloop, op 14 april aanstaande. Vanzelfsprekend zal ik daar proberen om die 48 minuten minuten te verslaan. Het hoofddoel is voorlopig gewichtsverlies, maar een verbetering van de tijd is mooi meegenomen en een leuke opsteker.

Bedankt voor het lezen en loop ze!

Bietensap

Ja, ook ik ga het proberen, zelfs nu de rode bietensap rage over schijnt te zijn. Na mijn stressvolle week van intensieve duurlopen op maandag en woensdag en een zeer intensieve lange-interval training op donderdag nam ik op vrijdag een rustdag na een zeer korte nacht met weinig uren slaap. In de hoop om iets goed te maken, dronk ik voor het slapen gaan 500 ml bietensap die ik bij de eco-winkel had gekocht.

Na een lange nachtrust van 10 uur werd ik zeer uitgerust wakker en verbaasde ik me over hoeveel energie ik ineens had, zeker vergeleken met de ochtend ervoor, maar ook met vorige week zaterdag. Ik moet erbij vermelden dat ik in beide gevallen een extra maaltijd had genuttigd op vrijdag en ook genoten had van een lange nachtrust. Of het aan het bietensap ligt weet ik niet, maar opvallend was het wel. Ik zal nog wat experimenteren om meer te weten te komen.

Net na negen uur 's-morgens stapte ik de deur uit voor een rustige lange duurloop, uitgevoerd als lange intervallen (of een wisselduurloop, zo je wilt). Zeven keer 1700 m rustig hardlopen op gevoel, telkens gevolgd door 300 m wandelen en dribbelen. De tijden waren netjes gelijk voor op gevoel lopen: 10:25, 9:56, 10:03, 10:09, 9:41, 9:58 en 10:16 minuten. De 14 km liep ik in iets minder dan 88 minuten (6:16 min/km).

In verband met wat ik morgen ga doen moest ik bewust de rem erop houden. Zodoende kon ik de 1700 m stukjes gemakkelijk lopen. Een kleine twee weken geleden, op 25 maart moest ik nog veel moeite doen om deze training in dezelfde tijd te lopen. Het uithoudingsvermogen is duidelijk beter geworden in de tussentijd.

Dat is een goed vooruitzicht voor morgen, wanneer ik om één uur 's-middags van start ga op de 10 km wedstrijd in Halsteren die dag. Ik zal proberen om onder de 50 minuten te belanden, met een aanvangstempo voor een 49 minuten uitslag, 4:56 min/km. We zien wel hoe de benen het nemen. Ik weet in elk geval hoe het moet voelen en kan op basis daarvan het tempo aanpassen, met een half oog op mijn GPS horloge.

Bedankt voor het lezen en loop ze!

Moei!

Ik heb slecht geslapen vannacht. Het is waarschijnlijk terug te voeren op de zware trainingsloop van afgelopen woensdag, in combinatie met veel te snelle intervallen tijdens de avondtraining op de baan. Gelukkig voor mijn lichaam is het vandaag een rustdag.

De combinatie vlotte lange duurloop en intensieve lange intervallen zal hopelijk zorgen voor een beetje supercompensatie voor aanstaande zondag op de 10 km van Halsteren. Daar hoop ik onder de 50 minuten te duiken. Geen spectaculaire tijd voor mijn doen, maar toch iets om me op te richten.

De training van gisteren (donderdag) had vier duizendjes als kern en ik liep ze in 4:39, 4:30, 4:33 en 4:28 minuten, respectievelijk (400 m dribbel-pauze als herstel tussendoor). Eigenlijk had ik er vijf moeten lopen, maar ik was te moe en voelde mijn maag opkomen (misselijk).

Later toen ik naar bed gegaan was, zat mijn lichaam nog steeds in de stress van de inspanning. Meestal val ik binnen een paar minuten in slaap, maar nu duurde het een uur. Gedurende de nacht was ik twee keer klaar wakker en het kostte me telkens moeite om terug in slaap te vallen. Bij de tweede keer ben ik maar opgestaan. Ik zorg wel dat ik overdag niet slaap en vanavond op tijd naar bed ga.

Een extra reden voor mij om zo diep te gaan in de training is het leren negeren van negatieve gedachten onder het lopen. Ik focuste puur op de uitvoering: de eerste 100 m flink gas geven, dan proberen 28 s per 100 m vast te houden en dan op de laatste 100 m weer versnellen.

Tijdens de twee voorgaande wedstrijden merkte ik dat ik te veel met bijzaken bezig was en niet volledig gefocust was op het lopen zelf. Op de Kidney-Run, afgelopen maandag, ging het al beter, maar ook daar had ik een inzinking, die terug te voeren was op gebrek aan concentratie. Een 10 km wedstrijd moet van begin tot eind zwaar aanvoelen, tegen de verzuring aan; er is geen plaats voor gemakzucht, of “later wel inhalen”, zoals op de halve marathon en langer. Je moet zonder angst lopen, voluit, bijna buiten adem.

Tenminste, dat is mijn interpretatie van hoe je een tien kilometer als wedstrijd behoort te lopen. Dit hangt wat mij betreft niet af van welke tijd je ambieert. Wat ik op dit moment wil lopen op de 10 km mag ik bescheiden noemen, omdat het tijden zijn die ruim boven mijn persoonlijke record (40:30 min.) liggen. Uiteraard hoef je niet elke 10 km als een wedstrijd te lopen, maar als je ervoor gaat, dan met hart en ziel.

Het is heel erg opbeurend om jezelf een doel te stellen en dat je vervolgens ziet dat je dat doel benadert en gaat halen, zelfs al gaat het met horten en stoten. Voor de zomer heb ik twee concrete doelen die ik wil bereiken:

  1. 80 kg lichaamsgewicht
  2. 20 km in anderhalf uur

Op 17 maart woog ik nog 90 kg schoon aan de haak. Krap drie weken later ben ik 4,5 kg lichter geworden. Woensdag liep ik 16,3 km in 90 minuten.

Het ziet ernaar uit dat het afvallen zal gaan lukken, maar die 20 km zal meer van me vergen. Om de week zal ik een testloop doen op woensdag, enerzijds om te zien hoe het met de snelheid staat (hoe dicht ik bij mijn doel ben), anderzijds als trainingsprikkel voor de wekelijkse wedstrijd. Het is iets positiefs om naar uit te kijken als ik elke twee weken een stukje verder kan lopen.

Bedankt voor het lezen. Loop ze!

Hardlopen

Toen ik serieus begon te trainen voor hardlopen, in 1998, had je al die hulpmiddelen nog niet die we nu tot onze beschikking hebben. Geen smartphones, GPS horloges, compacte waterreservoirs, hightech kleding die je koel en droog houdt, etc. Terwijl die zaken heel behulpzaam zijn, vraag ik me soms af of ze ons afleiden van waar het allemaal om gaat, hardlopen.

Typend in Drafts op de iPad, kan ik mezelf geen technofoob noemen, maar het feit dat het niet de nieuwste iPad is, geeft ook aan dat ik geen early adopter ben; ik zit er ergens tussenin. Verder zie ik ook welk perspectief het bezit van dergelijke hulpmiddelen geeft en hoe we kunnen gaan denken dat ze ons leven gaan verbeteren, zonder compromissen.

Er zit ook een schaduwzijde aan, evenwel. Er zitten altijd beperkingen aan hulpmiddelen. Ze zijn ontworpen. Dat wil zeggen dat er een afweging is gemaakt wat wel en niet in zo'n hulpmiddel is gestopt en op welke manier de gebruiker ermee om dient te gaan. Gebruikers zijn hiervan doorgaans niet op de hoogte en veronderstellen dat een hulpmiddel alles bevat wat een gebruiker ooit nodig zou hebben, in andere woorden, een kuur tegen alle kwalen, een panacee.

Als dit niet op feiten blijkt te berusten, zal de naïeve gebruiker proberen om de omstandigheden aan te passen, zodat het hulpmiddel beter past. Men zegt dan: “Als je een hamer hebt, ben je op zoek naar spijkers.” De arme gebruiker ziet zich genoodzaakt om diens leven aan te passen, zodat de aanschaf van het hulpmiddel in diens gedachte gerechtvaardigd blijft.

Zo ook met hulpmiddelen voor hardlopen. Het is handig om altijd te weten hoeveel tijd en afstand je hebt afgelegd en om altijd een slokje te kunnen drinken, zodat je nooit trek1 in water hebt. Maar als je alleen maar kijkt op je horloge tijdens een wedstrijd en anderhalve liter water mee torst op je rug, zul je nooit ervaren hoe leuk het is om met andere mensen te lopen, nog zo goed kunnen presteren als mogelijk ware geweest, ondanks de dreiging van dorst tijdens het lopen.

De vraag kan zich opwerpen dat als je zo weinig afhankelijk bent van wat de organisatie je biedt (registratie van tijd en afstand, verzorging, etc.), als je zo weinig vertrouwen toont, waarom zou je dan überhaupt meedoen aan wedstrijden? Immers, je kunt net zo goed lopen zonder organisatie; die andere mensen lopen je alleen in de weg. Is de enige reden dat je nog meedoet het achteraf kunnen pochen op Facebook of Twitter hoe je het gedaan hebt op een evenement dat redelijk bekend is? Reduceer je de wedstrijd tot dàt?

Wordt geen slaaf van technologie, alsjeblieft! Hardlopen kan heel goed genoten worden zonder al die zaken. Misschien zelfs wel beter. Heel vroeger wisten lopers niet eens wat hun tijd was op die en die afstand. Het enige waar ze in geïnteresseerd waren was om te proberen hun directe tegenstander de volgende keer te verslaan. Je was zo goed als je laatste wedstrijd.

Ik snap dat dit in de massaliteit van wedstrijden tegenwoordig niet meer mogelijk is, tenzij je tot de elite behoort. Meestal weet je niet eens wie je rivalen zijn, of je kent ze hooguit van gezicht. Anonimiteit in de massa maakt je tot slaaf van je hardloopprestaties uit het verleden, die je probeert te verbeteren in het heden. Ik weet het niet. Het is lang niet zo opwindend dan iemand die je kent te feliciteren met diens tweede plaats, terwijl jezelf de ereplaats op het schavot mag beklimmen.

Is het nog mogelijk om iets terug te krijgen van vroeger, of moeten we berusten in het feit dat vooruitgang niet altijd verbetering is?

Blijf lopen en voel je vrij!


  1. Dorst is niet het juiste woord, maar aangezien er voor voedsel wel onderscheid bestaat tussen honger en trek, maar voor vocht niet, gebruikte ik hier de term “trek in water”.

Negentig minuten op tempo lopen

In mijn doel om voor 21 juni in staat te zijn om 20 km in anderhalf uur te kunnen lopen en enigszins geïnspireerd door de heen-en-weer loop van gisteren, ging ik van start op een duurloop van 90 minuten in een vast tempo.

Het beoogde doel was bescheiden, 5:46 min/km, maar dat bleek al snel veel te langzaam te zijn om vlot door te lopen. Met vlot bedoel ik nog net geen wedstrijd tempo. Het tempo waar ik uiteindelijk (gemiddeld) op uit kwam was 5:33 min/km. Dit was een stuk sneller dan vorige week (5:39 min/km). Een groot verschil was dat ik deze keer water mee bracht, in een watergordel.

Oorspronkelijk was ik van plan om 45 minuten heen te lopen en dan 45 minuten terug in omgekeerde richting. Echter, ik vond dat te veel lijken op wat ik gisteren deed. Ik besloot om er een grote ronde van te maken en maar zien waar ik in 90 minuten uit kwam.

De route begon bij het viaduct over de A58 op de Holleweg in Bergen op Zoom en na een passering van het kerkhof, ging de route verder langs de ventweg aan de zuidkant van de A58, richting Roosendaal. Afgeslagen werd bij de Wouwse Tol Zuid, langs de beek de Zoom stroomopwaarts lopen tot aan het dorp Wouwsche Plantage, dan rechtsaf langs de Wouwbaan richting het café Trapke Op (halverwege tussen de Wouwsche Plantage en Huijbergen). Een eindje verderop richting Huijbergen is een kruising, waar je richting Bergen op Zoom kunt gaan over de Moerkantsebaan, die overgaat in de Huijbergsebaan op het grondgebied van de gemeente Bergen op Zoom. Bij het viaduct over de A58 richting Vlissingen en Antwerpen was de 90 minuten op. Het laatste stukje over de Huijbergsebaan was hetzelfde als de heen-en-weer loop van gisteren met Spado.

Het viel me op dat bij het 12 km punt de benen moe begonnen te worden. Niet dat ik echt veel langzamer ging lopen, maar van een gemakkelijk aanvoelend tempo was geen sprake meer. Ik was toen ruim een uur onderweg. Ik had wel telkens kleine slokjes water genomen, maar wellicht niet genoeg om me goed gehydrateerd te houden.

Ook was het lastig om een gevallen flesje telkens te moeten oppakken, omdat het ongevuld met water uit de gordel schudde. Dat haalt je danig uit je concentratie. Ik loste het op door het flesje voorin in de gordel te doen, alhoewel het dan wèl op mijn buik drukte. Bij warm weer kan dat een probleem worden, omdat het gaat schuren onder het lopen. Ik moet erbij vertellen dat de gordel al oud en enigszins versleten is.

De route die ik liep was op bekend terrein. Ik heb hier al vaak gelopen, zowel alleen als met de marathongroep van Spado.

Hieronder vind je de gelopen tempo’s per km en per 5 km. Ik heb geen hartslagwaardes, want mijn hartslagband schijnt kapot te zijn (onbetrouwbare waarden). Zoals gezegd, het was goed te doen tot 12 km; daarna was het zwaarder lopen. Was het een wedstrijd geweest, dan had ik waarschijnlijk het tempo moeten laten zakken.

5:29 | 5:28 | 5:29 | 5:35 | 5:29 - (27:30 / 5 km)
5:29 | 5:43 | 5:35 | 5:31 | 5:39 - (27:58 / 5 km)
5:20 | 5:43 | 5:32 | 5:41 | 5:34 - (27:50 / 5 km)
5:33 | 5:33

16,23 km in 1u:30m:03s (5:33 min/km)

Ik hoop dat naarmate ik verder afval (vandaag een kilo minder dan een week geleden) dat ik dichter in de buurt van mijn uiteindelijke doel zal komen.

Bedankt voor het lezen en loop ze!

Een uur lopen

Gisteravond was er een open training/prestatieloop/uitdaging van Spado (waarvan ik lid ben). Na een warming-up werd er op de weg heen en weer gelopen. De bedoeling was om een half uur heen te lopen in een vast tempo en na een korte pauze (2 minuten) in hetzelfde tempo terug te lopen, ook in een half uur. Naderhand zou er een lezing zijn in het clubhuis in het kader van de marathonvoorbereiding voor Rotterdam, waar op zondag 14 april een marathon gelopen zal worden.

De normale clubtraining op dinsdag was komen te vervallen en vervangen door dit evenement. Er werd met hazen gelopen in tempo’s tussen 3:30 (één loper) en 7:00 min/km. Ik koos voor 6:00 min/km, omdat ik nog een 10 km wedstrijd in de benen had, anders had ik de 5:30 min/km groep gekozen.

De warming-up vooraf liep ik mee met een aantal van de snellere mensen van mijn loopgroep. Na 2 km “inlopen” op 5:15 min/km, pauzeerde ik even, om aan te sluiten bij een groep die 6:30 min/km liep. Hierna liepen we rustig naar de start, om een aantal oefeningen te doen en voor instructie over de afspraken voor de loop heen en weer.

warming-up

km 1
5m:16s
km 2
5m:15s
km 3
6m:36s
km 4
6m:28s
totaal
4,31 km in 26m:08s (6:04 min/km)

De loop ging redelijk constant. Het tempo lag iets te hoog, zowel heen en terug. Het is moeilijk om vlak te lopen als er verval zit in het parcours. Wat tegenviel was de twee minuten wandelpauze. Het was namelijk maar een paar graden boven het vriespunt en er stond een stevige bries, waardoor je flink kon afkoelen. De weg terug ging hetzelfde, maar voelde zwaarder aan, vanwege de te lange pauze en het afkoelen van de spieren.

heen-en-weer loop

km 1
5:51
km 2
5:54
km 3
5:50
km 4
5:53
km 5
5:57
110 m
0:37
pauze (1' heen, 1' terug wandelen)
160 m in 1m:58s (12:39 min/km)
km 5
5:53
km 4
5:55
km 3
5:55
km 2
5:55
km 1
5:52
110 m
0:38
totaal
10,38 km in 1u:02m:05s (5:59 min/km)

Eenmaal terug op de atletiekbaan voelde ik dat ik dorst had en dat ik veel gedaan had. Ik had voor het vertrek naar de start eigenlijk nog even wat moeten drinken (een paar slokken water).

Voor een paar mensen was het te zwaar geweest en die zaten er helemaal door, maar de meesten waren zo slim geweest om een tempo te kiezen dat ruim boven hun 10 km tempo lag, incluis mijzelf.

Bedankt voor het lezen. Ga je vandaag nog op pad om hard te lopen, dan zou ik willen zeggen: “loop ze!”

Kidney Run Roosendaal 2013

Korte versie: tijd verbeterd, maar niet zoveel als gehoopt vooraf.

Lange versie.

Als je kijkt naar de tijden die ik geklokt heb, dan kun je zien dat ik redelijk constant gelopen heb. Echter, de twee rondjes gingen over landelijke weggetjes, klinkers, straffe wind. De koude wind striemde op mijn benen. Dat ik desondanks het tempo kon vasthouden getuigt ervan dat ik op de goede weg ben.

4:57 | 4:58 | 5:00 | 5:05 | 4:55 4:53 | 5:05 | 5:16 | 5:17 | 4:47

1e 5 km in 24:55 2e 5 km in 25:17

Natuurlijk is de snelheid er nog niet. Mijn zelf geklokte nettotijd over 10 km was 50m:16s (5:01 min/km). Desondanks ben ik redelijk tevreden, gezien de omstandigheden.

De 49 minuten is bij lange na niet gehaald. Dat betekent een uitdaging voor aanstaande zondag in Halsteren.

Bedankt voor het lezen en loop ze!

Nog maar een nachtje slapen

Morgen, Tweede Paasdag, is het zover, mijn eerste echte wedstrijd over 10 km van 2013. Ja, de Kievitloop was ook 10 km, maar dat is dus geen wedstrijd, maar een trimloop. Niet dat er zoveel verschil is, want op de Kievitloop was ook muziek en zo, plus een kleine 200 lopers.

Gisteren en vandaag heb ik toch maar getraind. Oorspronkelijk zou ik vandaag een rustdag houden, maar rust roest, zogezegd, dus dat deed ik dus maar niet. De wedstrijd wordt onderdeel van mijn training, niet apart van mijn training. Dit houdt de spanning een beetje beheersbaar voor mij. Massale evenementen zijn niet echt mijn ding. En voor mij is alles wat meer dan 10 mensen betreft massaal.

Zaterdag liep ik een half uur met de marathongroep voor Rotterdam mee. De “trainer” (het is geen officiële training en iedereen mag meedoen, lid of geen lid van Spado) heeft nog wat last van zijn hart en kon in het begin geen tempo maken (6:45 min/km). Na ruim 28 minuten liep ik met een kleine omweg dezelfde route terug in omgekeerde richting in een flink hoger tempo (5:38 min/km), in een poging om boven de 10 km in het uur uit te komen. Helaas lukte dat net niet.

  • 30-03
    • 9,82 km in 1u:00m:03s (6:07 min/km)

De hartslagmeting is onbetrouwbaar. Ik krijg rare waarden als ik terug kijkt naar mijn gegevens achteraf. Ik had vandaag de hartslagmeter opnieuw gekoppeld met het sporthorloge, maar het maakte niks uit. Ik denk dat de band stuk is. Om kosten te sparen, zal ik voorlopig zonder hartslagband lopen. Ik doe er voorlopig toch niks mee onder het lopen.

Verder kwam ik er achter dat het momentane tempo ook niet zo betrouwbaar is in de bossen. Bij een constant tempo in een rechte lijn kan die zo variëren tussen de 5:05 en 6:35 min/km. Op de weg, met zicht op de lucht, gaat het stukken beter. Ik stel daarom een auto-ronde per km in, plus het tempo per ronde, in plaats van het momentane tempo.

De verstreken tijd is precies dat, de tijd die verstreken is, of je nu de registratie pauzeert of niet. Die vervangen we dus door de tijd in veld 4 (gecombineerd met een weergave van de afstand).

Verder wil ik morgen uittesten of ik onder het lopen van de Kidney Run aan alle vier de velden kan laten aanstaan, met in veld 1 de tijd van de dag, veld 2 de rondetijd, veld 3 het rondetempo en veld 4 een combinatie van afstand en tijd.

Rest me nog de beschrijving van de training die ik vandaag heb gedaan, een rondje van 10 km door het bos met de loopgroep van Spado. Ik liep een stuk in voordat ik bij het startpunt arriveerde, omdat ik vreesde dat de loper met hartproblemen het tempo zou bepalen en ik veel te langzaam zou lopen. Hij was er niet vandaag. We waren met zijn vieren.

Ondanks dat we een “gewoon” tempo (6:00 min/km) konden lopen, liep ik toch stukjes apart (en extra), omdat ik de bui al zag hangen toen we na 1 km gingen wandelen na een pittig starttempo (5:45 min/km). Dit zou lanterfanten worden. Een van de lopers had namelijk gisteren wel de volle 1,5 uur met de marathongroep meegetraind, voelde zich wat moe, maar wil morgen wel een goede tijd in Roosendaal neerzetten. Er werd onderweg veel gewandeld. De langzaamste lopers waren in 65 minuten pas weer terug, met een afstand van 10 km als er niet afgesneden is (heb niet gecontroleerd; ik vertrouw op een ieders zelfdiscipline).

Na een korte pauze ben ik vergeten om mijn horloge uit te zetten. Dit betekent dat het stukje stilstaan bij het uitblazen en het teruglopen naar huis is opgenomen. Ach ja, het telt ook mee, niet waar?

  • 31-03
    • 15,85 km in 1u:44m:51s (6:37 min/km)
      … vooraf: 3,84 km in 22m:20s (5:49 min/km)
      … kern: 10,47 km in 1u:03m:04s (6:02 min/km)
      … naderhand: 1,54 km in 19m:28s (12:36 min/km)

In feite heb ik precies het omgekeerde gedaan als de andere loper die morgen ook in Roosendaal gaat lopen. Hij liep ruim 1,5 uur op zaterdag en een uur op zondag; ik andersom. Eens kijken of het verschil maakt. Vast niet.

Mocht hij dit lezen voor de start morgenochtend om 11 uur, mijn plan is om weg te gaan op 49 minuten op de 10 km, oftewel met een aanvangstempo van net onder de 5 min/km. We zien wel hoe de benen het accepteren.

Voor wat het waard is, het ziet ernaar uit dat ik 3 kg lichter ben dan op de Kievitloop (10 km in 51m:12s). Uitgaande van 45 s per kg, zou een tijd van 49 minuten inderdaad tot de mogelijkheden behoren. Houd deze plek in de gaten voor hoe die voorspelling uitkwam.

Bedankt voor het lezen en loop ze!

Verdiende rust

Trainen van zaterdag tot en met donderdag ben ik niet meer gewend. Het is een poos geleden (najaar 2011). Opnieuw zoiets doen vraagt wat aanpassing en is vermoeiend voor het lichaam. Ik ga daarom vroeg naar bed om toch nog genoeg slaap te krijgen.

Vandaag is overigens een rustdag. Dat betekent dat ik niet ga hardlopen. Ik ga wel een eind wandelen om in de buitenlucht te zijn. Dagelijkse fysieke inspanning blijft belangrijk om een verandering van leefstijl te laten ontstaan, die hopelijk een gewoonte gaat worden.

Nu zijn er hardlopers die lacherig doen over wandelen als nevenactiviteit, alsof het minderwaardig of zelfs slecht is. Feit is dat als je gewicht wilt verliezen, zoals ik, een activiteit op laag niveau, maar langer volgehouden, het lichaam minder zwaar belast. Gewicht verliezen is namelijk een belasting; het lichaam zou veel liever dat gewicht behouden. Daarom is afvallen zo moeilijk; je moet er moeite voor doen. Het lijkt mij de voornaamste reden waarom afvallen en zware training niet samen gaan. Je lichaam kan niet beide aan.

Het is hierom dat ik niet op snelheid train op dit moment. De nadruk ligt meer op (bescheiden) omvang. De snelheid zal komen door gewichtsverlies, niet omdat ik er specifiek op train, want dat ga ik dus voorlopig niet doen.

Dat geschreven hebbende en denkende over wat ik gisteren schreef, ik heb nagedacht over een doel om naar toe te werken. Het is nog abstract, in de zin dat ik geen evenement op het oog heb. Ik wil voor de zomer (21 juni) in staat zijn om 20 km in anderhalf uur te lopen. Afgelopen woensdag was dat al 15,5 km in 88 minuten in een duurloop. Nu was dat de eerste keer sinds een tijd dat ik zo’n lange afstand heb hardgelopen en het duurvermogen was nog een beetje zwak. Zodra ik langere afstanden kan lopen, zal de afstand voor een 90 minuten loop ongetwijfeld langer worden.

Rest me nog de training van gisteravond, donderdag 28 maart 2013. Ondanks het gemopper over “alweer sneeuw” ging het best goed. Het waren 500 m intervallen in 3 series, 4, 3 en 3 stuks, respectievelijk, in elke serie 3 s sneller lopen dan de serie ervoor. Ik wist dat de uitvoering belangrijk was voor ons groepje (langzamer dan 48 minuten op de 10 km) en had daarom het schema met tijden erbij gepakt.

Groep 7, 48 - 50 minuten 1000 m - 4:55 (29 1/2 s per 100 m) 800 m - 3:55 (29 3/8 s per 100 m) 600 m - 2:55 (29 1/6 s per 100 m) 400 m - 1:54 (28 1/2 s per 100 m) 300 m - 83 (27 2/3 s per 100 m) 200 m - 50 (25 s per 100 m)

De 500 m staat er niet bij, maar als we de tijd per 100 m middelen, komen we uit op 28 5/6 s per 100 m, oftewel 2:24 min per 500 m. Dat is ons snelste tempo. Het is maar goed dat ik niet de voorgestelde tijd van de hulptrainer nam, want die zou starten met 2:20 in de eerste serie. De 2:30 die ik voorstelde was net te doen voor de meesten. Sommigen konden met het koude weer 2:27 niet halen en bij 2:24 haakten 3 van de 6 mensen af, omdat ze het niet aan konden. Gelukkig kon ik het wel volhouden.

Serie 1 - 2:32, 2:32, 2:29, 2:29 Serie 2 - 2:29, 2:29, 2:26 Serie 3 - 2:23, 2:24, 2:17

Let erop dat ik het knopje indrukte nadat we gestart waren en nadat we over de 500 m lijn waren. Dit gaf een kleine vertraging, omdat ik mijn hand naar mijn pols moest brengen en het “lap” knopje indrukken op mijn 310XT. Dat kan een volle seconde langzamer zijn dan de werkelijke tijd. Zelfgeklokte tijden zijn altijd bij benadering. Ik hield wel een half oog op de tussentijden, zodat we de intervallen redelijk vlak liepen. Uitvoering is belangrijk. Ook maande ik de lopers aan om te dribbelen bij de 100 m herstel en de 300 m seriepauze. Nogmaals, uitvoering.

Blijkbaar is het belangrijk om de training goed voor te bereiden, omdat de trainer niet altijd het juiste tempo voor een subgroep heeft opgeschreven. In dit geval denk ik zelfs dat de trainer voor de eerste serie uitging van een tijd in het bovenvermelde schema en dan 6 s sneller lopen in de laatste serie. Dat is als vragen aan iemand die 10 km in 50 minuten kan lopen om een tempo aan te leggen van 4:54 min/km voor een 10 km wedstrijd. Dat zal deze niet zomaar vol kunnen houden. Een training moet nooit een wedstrijd worden, waar je boven jezelf uitstijgt.

Ik krijg het idee dat bij het opstellen van het schema de trainer in het achterhoofd had dat langzame lopers aangespoord moeten worden om sneller te worden in de training, opdat ze sneller worden in de wedstrijd. Verder denk ik dat de trainer ook mensen die geen marathon lopen wil aansporen om die richting op te gaan, door voornamelijk lange intervallen aan te bieden in deze tijd van het jaar (richting de Rotterdam marathon).

Ik weet dat een aantal lopers in mijn groep beduidend ouder zijn dan 55 jaar en al moeite hebben om de tijden van het jaar ervoor in hun wedstrijden te halen. Aansporen om sneller te worden is dan een beetje nonsens. Iets dergelijks geldt voor marathons. Die tijd hebben sommigen (naar hun zeggen) wel gehad. De ideeën van de trainer en de wensen van de lopers stemmen in ons groepje niet overeen. Dit betekent dat sommigen niet lopen volgens het trainingsschema en daardoor niet op de juiste manier trainen. Het grote probleem is dat dit niet geldt voor alle lopers (ik en nog iemand anders) en dat één loper bewust traint in een langzamere groep, omdat hij blijkbaar niet zo hard wil trainen als hij zou kunnen (hij heeft een hekel aan “lange afstanden”, zoals een tien kilometer). Motivatie is lastig voor sommigen.

Ik denk dat het concept van loopgroepen moeilijk is in te vullen. Per ambitieniveau zijn er verschillende trainingsvormen nodig, die moeilijk met elkaar te combineren zijn. De groep uitsplitsen zou beter zijn, ware het niet dat er een tekort aan trainers is.

Enfin, daar zijn wat van mijn gedachten over mijn huidige training. Ik denk dat het goed is om erover na te denken. Ik klap trouwens niet uit de school of zo. Dit zijn bekende ideeën die ik regelmatig uit aan de trainer en hulptrainer (en wie het nog wil horen en het ondertussen niet beu is).

Bedankt voor het lezen en veel plezier als je gaat lopen.

Discipline

Ik stond laatst bij het inpakken van mijn tas bij de supermarkt, terwijl een man bij een kassa zijn verhaal stond te doen. Hij zeurde behoorlijk door en je zag de caissière met haar ogen rollen. Een zeurpiet die met het verkeerde been uit bed is gestapt kan je dag danig verpesten.

Wat heeft dit met discipline te maken? Wel, negatieve gedachten is wat ons kan laten afwijken van het “rechte pad” (de dingen waarvan we weten dat we ze moeten doen, omdat het de juiste dingen zijn om te doen). En negatieve gedachten (ook die uitgesproken door anderen) zijn besmettelijk, omdat het makkelijker is om ergens over te klagen dan om er zelf wat aan te doen. Het appelleert aan je gevoel van gemakzucht of je probeert angst te verdrijven door het “weg te praten”, zonder moeite te doen het te begrijpen (als je dat al zou kunnen). Klagen doet klagen.

Je leven laten leiden door gevoelens (positief of negatief) is een leeg bestaan. Je bereikt geen grote dingen, omdat die vaak enige inspanning en ongemak vereisen voordat je resultaat ziet. Voor een hardloper is zo’n houding desastreus.

Immers, zelfs al ben je een trimmer, je moet nog steeds regelmatig de deur uitgaan om in conditie te blijven, ook al is het weer er niet naar. Je kunt maar zoveel bereiken in de sportschool als het slechte weer aanhoudt. Voor wedstrijdlopers is die noodzaak om regelmaat te hebben nog belangrijker en succesvolle hardlopers moeten niet alleen regelmaat hebben, maar ook nog eens specifieke trainingsprikkels krijgen om optimaal voorbereid te zijn.

Verder zijn er geen manieren om de boel kort te sluiten. Je moet je lichaam laten wennen aan de inspanning van wedstrijden voordat je wedstrijden loopt. Ja, je kunt een marathon lopen in het jaar dat je begint met hardlopen, maar het zal geen aangename ervaring zijn en je zult weinig leren van die ervaring, omdat je alle stappen hebt overgeslagen die noodzakelijk zijn om goed te beseffen waarmee je bezig bent. Het voegt weinig toe aan je leven, anders dan dat het iets is wat je kunt afstrepen van het lijstje van dingen die je ooit gedaan moet hebben in je leven.

Ik denk dat regelmaat belangrijker is dan wat dan ook om discipline aan te kweken. Helaas houdt dat in dat je keuzes moet maken. Je doet bepaalde dingen niet, zodat je andere dingen wel kunt doen. Wat je wèl doet kan beter vruchten afwerpen (lees: een meetbaar resultaat hebben), anders wordt het wel erg “theoretisch”. Je moet met jezelf afspraken maken welke resultaten je wilt zien en wanneer; je moet jezelf concrete, meetbare doelen stellen. Daarbovenop moet je ook nog eens een actieplan hebben met onderdelen die je kunt uitvoeren, een trainingsschema in het geval van hardlopen.

Daarom ben ik er persoonlijk geen voorstander van om slechts een handjevol wedstrijden op je jaarlijkse wedstrijdkalender te zetten. Wellicht is dat genoeg voor sommigen, maar ik heb regelmatig bevestiging nodig dat ik op de goede weg zit. Ik twijfel constant aan wat ik kan en vraag me af of het ook anders kan. Het is de vloek van een creatieve geest.

Dat laatste (of het anders kan) is gevaarlijk, omdat je meer kunt bezig zijn met dingen aan te passen dan ze feitelijk te doen. Om twijfels uit te sluiten loop ik relatief veel wedstrijden in een jaar. Het houdt me met iets concreets bezig. Ik kan dan berusten in een trainingsschema dat wellicht beter zou kunnen, maar voorlopig goed genoeg is voor de volgende wedstrijd. Zou er meer tijd zitten tussen wedstrijden, dan zou ik weer gaan sleutelen aan mijn schema, om het beter te maken voor mijn situatie.

Hier is iets wat ik schreef op het Chat’n’Run forum over discipline en wat me besloot om dit stukje te schrijven.

Ik wordt sowieso niet blij van lange duurlopen op mezelf. Maar zelfs in een groep varieer ik tempo, of dat nu in training is of niet. Ik weet dat het niet goed is, maar vier uur (eerder het besef dat het vier uur gaat duren) is gewoon te lang voor mij om in een constant tempo te lopen.

Dat is een van de belangrijkste redenen waarom ik geen marathons loop; ik loop mezelf helemaal kapot om de verveling tegen te gaan. Daar ben ik in 2009 wel achter gekomen. De wedstrijduitslag zal me worst wezen. Daar haal ik absoluut geen plezier uit, noch appelleert het aan mijn gevoel van trots. Het gaat me puur om de beleving tijdens het lopen.

Ik heb geen idee hoe je daar nu op kunt trainen. Discipline is bij mij ver te zoeken. De man met de hamer slaat mij met plezier tegen de vlakte en ik sta naast hem om een extra klap uit te delen, met dubbel plezier, aan mezelf.

Dat is natuurlijk pure forum-taal, stevige woorden om een reactie op te wekken bij mensen die dit lezen en ingelogd zijn. Toch geeft het weer waar mijn onzekerheid ligt. Het feit dat je niet echt kunt trainen voor een marathon, anders dan een marathon te lopen en kijken waar je zwakheden liggen, dat feit is iets wat me bang maakt. En terecht. De man met de hamer is wat vaak voorkomt, ook al was je voorbereiding optimaal. Ik weet uit ervaring dat een klap krijgen en met kramp over de Coolsingel wandelen geen pretje is.

Hoe kun je nog serieus trainen voor een marathon als je weet dat zoiets kan gebeuren en al je training voor niets was? In diezelfde tijd had je kortere afstanden kunnen lopen en veel meer plezier kunnen hebben, zonder alles in dienst van een marathon te moeten stellen, om vooral niet geblesseerd aan de start te verschijnen.

Ik heb er nog geen antwoord op. Misschien moet ik gewoon nog even doorgaan met kortere afstanden lopen en praten met marathonlopers om dat antwoord te vinden.

Bedankt voor het lezen en loop ze!

Nog een paar nachtjes slapen

Op Tweede Paasdag (1 april 2013) zal ik deelnemen aan de 10 km van de Kidney Run in Roosendaal. Ik heb daar nog nooit gelopen en dat is altijd spannend. Het wordt een verrassing, een beetje als bij een verjaardag of Kerstmis.

De training met de Garmin FR 310XT verloopt voorspoedig. Ik kan heel duidelijk het display aflezen als er voldoende omgevingslicht is. Als het donker is, wordt dat wat lastiger.

Op zondag liep ik met enkele mensen van mijn loopgroep door de sneeuw. Het was zwaar lopen in vers gevallen sneeuw. Ons rondje door het bos van 10 km liepen we zo’n 7 minuten langzamer dan normaal.

De dag erop, maandag, was de sneeuw gesmolten en weer bevroren, wat een glibberig bos opleverde. Helaas heb ik hierdoor een paar keer flink mijn enkels bezeerd. Geen blessure, maar wel lastig om oefeningen te doen (bij de loopscholing de volgende dag).

Dinsdag moest ik me haasten om op tijd op de clubtraining op de baan te verschijnen, omdat ik op verjaardagsvisite was. De training was vrij pittig, misschien te pittig voor mensen die geen illusies hebben voor wedstrijden langer dan 15 km. Desondanks kwam ik er zonder blessures doorheen.

Woensdag zou ik een “zwerfloop” doen, maar het leek me verstandiger om even uit het bos te blijven om mijn enkels rust te gunnen. Het werd een heen en weer loop van anderhalf uur. Ik liep 45 minuten in een bepaalde richting en dan dezelfde weg in omgekeerde richting terug. Op de terugweg had ik wind achter, wat verklaart dat ik er 2 minuten korter over deed.

24-03
14,05 km in 1u:31m:21s (6:30 min/km, 145 bpm)
kern: 10,20 km in 1u:04m:33s (6:20 min/km, 148 bpm)
25-03
13,99 km in 1u:27m:22s (6:15 min/km, 144 bpm)
7 maal 1,7 km vlot (0,3 km herstel)
26-03
11,75 km in 1u:08m:47s (5:51 min/km, 141 bpm)
kern: 5 maal afwisselend 1 km, 300 m (100 m herstel, 200 m seriepauze):
5:06, 1:23; 4:58, 1:20; 4:54, 1:19; 5:00, 1:23; 5:02, 1:33.
27-03
15,55 km in 1u:27m:45s (5:39 min/km, 143 bpm)
duurloop, 45 min heen, zelfde weg omgekeerd terug

Gebaseerd op de duurloop van woensdag, zou ik een 10 km wedstrijd onder gunstige omstandigheden en voldoende uitgerust in 47 minuten moeten kunnen volbrengen. Dat zou vier minuten sneller zijn dan anderhalve week geleden. Deel die vier minuten door twee, zodat je uitkomt op 49 minuten, en dan zit je dichter bij een realistische verwachting voor Tweede Paasdag.

Nog twee trainingen staan op het programma voor die dag, een clubtraining op donderdag en een training met de marathongroep op zaterdag, waar ik een uurtje hoop mee te lopen op een tempo van 5:45 min/km, terwijl de groep verder loopt.

Bedankt voor het lezen en loop ze!

Mijn instellingen voor de Garmin Forerunner 310XT

Naar aanleiding van het stukje van gisteren, wilde ik eens nagaan wat voor mij de beste instellingen zijn voor de Garmin Forerunner 310XT, het GPS sporthorloge dat ik pas gekocht heb. Ik wil in de komende maanden kijken of deze instellingen nuttig zijn en eventueel hier en daar een aanpassing maken als dat nodig mocht zijn.

In principe heb ik drie “trainingsvormen” voor het hardlopen:

  1. wedstrijd
  2. baantraining
  3. bostraining (individueel of gezamenlijk)

Voor iemand die zichzelf zou willen scharen onder het kopje “creatieve mensen” is het nuttig om zich af te vragen wat er nog kan worden weggelaten, zonder dat het afbreuk doet aan het beoogde resultaat. Laat ik die manier van denken eens toepassen op de instellingen van mijn GPS horloge voor de verschillende manieren waarop ik me bezig houdt met hardlopen.

Aangezien bij wedstrijden alles is geregeld (het parcours, de afstand, de tijdregistratie), is op tijd verschijnen aan de start de minimale vereiste. De rest is voor de deelnemers geregeld door de organisatie en strikt genomen niet nodig om te weten om de wedstrijd te kunnen voltooien.

wedstrijd
tijd van de dag

Bij de baantraining zoals ik die doe bij mijn atletiekclub hoef ik de afstand niet af te lezen op mijn horloge onder het lopen, omdat deze op de baan staat gemarkeerd per ronde van 400 m. Het aantal rondjes kan ik wel tellen, als de afstanden beperkt zijn tot minder dan 2000 m per interval. De training is op afspraak (begint op een bepaalde tijd) en ik wordt verondersteld om in een bepaald tempo te lopen dat hoort bij mijn niveau (als bepaald door recent gelopen wedstrijden op de 10 km, halve marathon of marathon). Helaas moest ik afgelopen zondag bij de gezamenlijke bostraining ervaren dat de tempo aanduiding van de 310XT nog niet precies genoeg is om erop te kunnen vertrouwen (vooral in bochten is de aflezing onnauwkeurig). Een tijdaanduiding heeft dan meer zin bij zoiets “bochtigs” als lopen op een atletiekbaan, waarop je regelmatig van richting verandert bij het nemen van bochten. Van de andere kant, tijdens het inlopen, uitlopen en de herstelpauzes wil je wel de rem zetten op het tempo, maar dat hoeft niet zo exact. Voor die gevallen is een momentaan tempo wèl bruikbaar.

baantraining
tijd van de dag, rondetijd, momentaan tempo

Bij trainen in het bos zal ik voornamelijk duurlopen doen met een wisseling in het tempo. Mijn redenering is dat een wisseltempo een groter trainingseffect heeft voor afstanden tot een halve marathon dan een duurloop in constant tempo. Een bijkomende reden voor een wisseltempo is de variatie van de ondergrond in het bos. Door deze variatie is het lopen in het bos soms hetzelfde, maar vaker zwaarder is dan lopen op de weg (zeker in mijn persoonlijke ervaring). Zou je met gelijkmatige inspanning willen lopen, dan moet je het tempo aanpassen aan de ondergrond en aan het op en neer gaan van het parcours (de bossen hebben hier heuveltjes, omdat hier de Brabantse Wal begint).

Als ik op mezelf train, kan ik in principe vertrekken wanneer ik wil (ik hoef niet per se ergens op tijd te zijn). Daarom is het niet nodig om de tijd van de dag te kunnen aflezen op het horloge. Wat ik wel wil weten is de afstand per “ronde” en het tempo dat ik loop (niet per se tegelijkertijd). Verder wil ik weten hoe lang ik gelopen heb, zowel qua tijd en afstand, zodat ik op tijd terug kan zijn. Voor het trainen voor wedstrijdafstanden tussen de 10 en 15 km denk ik aan een trainingsduur tussen de anderhalf en twee uur en afstanden tot 20 km.

bostraining
rondeafstand, momentaan tempo, verstreken tijd en afstand

Bij het vinden van de instellingen kwam ik er achter dat in de Nederlandse taalinstelling bepaalde opties niet aanwezig zijn. Toen ik de Engelstalige instelling gebruikte, kon ik die opties wel terugvinden en terug in de Nederlandstalige instelling, verscheen die optie als een vreemde eend in de bijt. Bijvoorbeeld, Distance Lap werd vermangeld naar Koerspunt Ronde in het keuzemenu en weergegeven als Rondeafstand in het gegevensveld. Deze menu keuze kwam eerder in het Nederlands niet voor, alleen in de Engelstalige instelling. Ik heb geen idee waarom dat is. Maar het is een goede tip als je een bepaalde instelling niet kunt vinden. Zoek ernaar in de lijst met opties voor de gegevensvelden, door de taalkeuze tijdelijk om te schakelen naar English in de Systeem Instellingen.

Gelukkig kun je de gegevensvelden selectief uitzetten, waarbij de oude instelling bewaard blijft. Hierdoor is het omzetten naar een andere set van gegevensvelden relatief eenvoudig.

Veld 1 bevat de tijd van de dag (hoe laat het is) en zal op aan staan voor de wedstrijd en baantraining (en ook de gezamenlijke clubtraining in het bos). Voor de individuele bostraining staat veld 1 uit.

Veld 2 zal ofwel de rondetijd (baantraining), danwel de rondeafstand (bostraining) bevatten, maar op uit staan voor de wedstrijd.

Veld 3 zal het momentane tempo bevatten voor zowel de baantraining als de bostraining, maar op uit staan voor de wedstrijd.

Veld 4 zal een combinatie van de totaalafstand en de verstreken tijd bevatten voor de bostraining, maar op uit staan voor zowel de wedstrijd en baantraining.

Het zal de oplettende lezer vast niet zijn ontgaan dat de weergave van de hartslag niet voorkomt in mijn rijtje van nuttige zaken om te weten onder het hardlopen. Dat betekent niet dat ik de hartslagband thuis laat, maar eerder dat ik de hartslag gebruik voor eventuele analyse achteraf. Tijdens het lopen hoef ik de hartslagwaarde niet te weten. In een wedstrijd leidt het me alleen maar af en aangezien ik mijn duurlopen in de training uitvoer in een wisselend tempo, heb ik er daar ook niets aan tijdens de uitvoering van die trainingsvorm. Als ik zou trainen voor een marathon, met een lange duurloop van 2 tot 3 uur in een constant tempo, dan is het wellicht wel nuttig om een oog te houden op de hartslag, opdat je de vetverbranding tijdens die lange lopen kunt leren bevorderen.

Iemand die op dit weblogbericht terecht kwam via een zoekmachine zou zich kunnen afvragen waarom ik me voornamelijk beperk tot de weergave van een enkel gegeven per gegevensveld. Dat heeft twee redenen. De eerste reden is mijn slechte zicht onder het lopen (ik ben brildrager, maar kan niet lopen met een bril, omdat die constant beslaat). Belangrijker is de tweede reden, focus. Je kunnen concentreren op een enkel aspect van het hardlopen leert je om daar beter in te worden. Ik train om beter te worden in wedstrijden. Het aanleggen van het juiste tempo en kunnen inschatten welke fysieke inspanning nog net niet te hoog is om de finish te bereiken, die twee zaken kun je niet vaak genoeg trainen, vind ik.

Enfin, bij deze heb je de instellingen die ik wil gaan gebruiken in de komende maanden voor mijn sporthorloge. Ik hoop dat je er wat aan hebt.

Veel plezier met het hardlopen!

Cijfertjes en plezier

Laten we eerlijk zijn, de meesten onder ons hardlopers zullen nooit op het podium staan, ook al zijn er geen buitenlanders aanwezig om prijzen overhandigd te krijgen van de organisatie. Mijn stelling is daarom dat je om het lopen van wedstrijd vol te houden, je het plezier in deelnemen aan wedstrijden voorop moet stellen.

Dat lijkt in tegenspraak met het opnemen van je gegevens tijdens de training. Immers, hoe beter je in de training presteert, hoe beter je presteert in de wedstrijden. De enige manier om trainingsprestatie objectief vast te stellen is door een sporthorloge te dragen, die zoveel mogelijk facetten opslaat als je nodig hebt voor het analyseren van een training.

Dat hangt ervan af. Als je bezig wilt zijn met analyseren en vastleggen voor het nageslacht van je prestaties, dan ja. Als je iets wilt doen aan zelfverbetering en het verhogen van de kwaliteit van leven, dan wellicht nee.

In mijn ogen dient een sporthorloge ervoor om je in bedwang te houden tijdens de training. Het is om te voorkomen dat je al je kracht en energie in de training stopt, zodat je moe aan de start verschijnt. Je behoort op een niveau te trainen dat bij je past en omdat puur op gevoel trainen in de aanloop naar een wedstrijd nogal lastig is, kun je een sporthorloge, in combinatie met een trainingsschema gebruiken om je te leiden: niet te hard en niet te langzaam, precies goed.

Terwijl het trainingsschema en andere hulpmiddelen ervoor zijn om je “heel” te houden, zul je in een wedstrijd dat allemaal achter je moeten laten. Geen beperkingen daar, anders dan het parcours te volgen en de finish te passeren binnen de tijdlimiet. De rest mag je zelf bepalen. Uiteraard is het plan om zo snel mogelijk te lopen en wellicht wil je een tactiek gebruiken om het parcours zo efficiënt mogelijk te volgen, zodat je niet nodeloos energie verspilt.

Daarom denk ik dat het lopen met een GPS horloge om onverstandig is. Als je hem dan toch om hebt, is het wellicht verstandig om het display af te plakken, of om het display te beperken tot de tijdweergave (hoe lang je al gelopen hebt in de wedstrijd). Alle andere gegevens zijn niet nodig om de wedstrijd te kunnen lopen en kunnen (dienen?) weggelaten (te) worden. Lopen in een vast tempo behoor je geleerd te hebben in de training. Je hartslag is gekoppeld aan je tempo en daarom heb je er tijdens de wedstrijd niks aan. Je kunt ze wel registreren voor achteraf, natuurlijk, maar onder het lopen leiden zulke gegevens je alleen maar af.

Waar je wel wat aan hebt is mensen om je heen. Je kunt aansluiting zoeken bij een groepje lopers van jouw niveau en proberen bij te blijven, zodat je niet eens hoeft te letten op waar je naartoe moet lopen (een zorg minder).

Merk je dat je kunt praten (hele conversaties voeren) onder het lopen, dan is het wellicht tijd om een sneller groepje op te zoeken. Als je doel is om een goede tijd neer te zetten, dan moet je daarmee bezig zijn, niet met het werk van de volgende dag. Focus is belangrijk.

Reageren op het publiek is leuk, maar houdt het op een beleefd knikken of een glimlach op je gezicht. Uitgebreid meedoen en dansen op het parcours is wellicht grappig, maar het verspilt wel nodeloos energie en kan irritatie opwekken bij lopers die wel focus hebben.

Het plezier waar ik het over heb, is meer een in je opnemen van de atmosfeer en de omgeving, observatie in plaats van participatie. Dat mag wellicht vreemd zijn in de ogen van iemand die van feesten houdt, maar er is die klok die tikt en niet stopt voor uitbundig zwaaien en schreeuwen.

Dus niet bezig zijn met die cijfertjes, noch met het feesten langs het parcours. Zoek de gulden middenweg tussen introvert en extrovert.

Ik wou dat ik dat kon vertellen aan mijn vroegere ik.

Garmin Forerunner 310XT

Ik ben net bezig geweest met het instellen van mijn nieuwe hardloopspeeltje, het sporthorloge van Garmin, genaamd de Forerunner 310XT. De installatie was redelijk pijnvrij en eenvoudig. Dat geldt ook voor de prijs, 225 euro na clubkorting. Dat is net zoveel als ik destijds betaalde voor mijn FR 305.

Bij het instellen voor de eerste keer wordt je door een menu geleid om je gegevens te noteren. De laatste stap is een GPS signaal krijgen voor het bepalen van de tijd en datum. De allereerste keer en ik moest vijf minuten in de snijdende kou staan.

Ja, ik was zo dom om een weekend uit te kiezen waarin het ineens heel koud was. Niet echt dus. De verkoper deed er gewoon wat langer over. Zaken liepen nu eenmaal zo. De prijs is ondertussen wel gedaald. Vroeg de verkoper drie weken geleden nog 300 euro, nu was dat gezakt naar 225 euro. Garmin wil echt af van die dingen.

Garmin forerunner310xt

Ik kocht hem zonder hartslagband, want die had ik nog van de FR 305 en de oude band doet het nog prima. Nadat ik de Mac software had geïnstalleerd verliep de communicatie tussen het horloge en de computer als een treintje. Op de Garmin website bieden ze je Windows software aan, maar door te google’n op de juiste zoekterm kom je terecht op een pagina op de Garmin website met de juiste Mac software voor ANT (het draadloze communicatie protocol tussen horloge en USB stick in de computer).

Aangezien ik vanmorgen al had hardgelopen, wil ik hem morgen in het echie uitproberen tijdens de 10 km (of zo) herstelloop van Spado om 10.00 uur in het plaatselijke bos.

Wat de GPS betreft, de FR 305 had iedere keer 3 tot 5 minuten nodig in de buitenlucht om een signaal te hebben. Nadat de FR 310XT weet waar die is, kan deze zelfs binnenshuis (bij het raam) een GPS fix krijgen. Tenminste, dat is mijn ervaring.

Ik was nooit echt tevreden met de FR 305, maar de FR 310XT gaf me al een goede eerste indruk en die zal vast alleen maar beter worden als ik hem in de training ga gebruiken.

In de wolken ben ik. Ja, ik geef het toe.

Klaagzang van een hardloper

Zeuren is wellicht kinderachtig, maar hoe vaak heb je jezelf betrapt op excuses zoeken om iets niet te doen, of je ergens minder voor in te zetten dan je zou kunnen? Je concentreren op waarmee je bezig bent, met uitsluiting van andere zaken, dat is de sleutel tot verbetering en wellicht succes (afhankelijk van je doelen).

Gisteravond trainde ik mee met mijn loopgroep bij Spado. Op het programma stonden 3 series van 400 m, 100 m dribbelpauze, 300 m seriepauze, elke serie 3 s sneller op elke 400 m. Serie 1 en 2 hadden zes 400tjes; serie 3 vijf. Op dit moment heb ik nog geen horloge en daarom moest ik gisteravond vertrouwen op iemand anders (in een subgroep meelopen).

Overmoedig sloot ik aan bij de groep die tussen de 46 en 48 minuten loopt op de 10 km. Ik kon het maar net bijhouden en ze zouden nog 6 s per 400 m sneller gaan in de derde serie. Noodgedwongen moest ik terugvallen op een langzamer clubje (boven de 48 minuten op de 10 km). Toen begon het gezeur.

Ik was te moe, had geen zin, mijn benen liepen vast en wat niet meer. Toen kwam een gedachte bij me op. Was dat niet hetzelfde wat gebeurde op de 10 km van afgelopen zondag? Mijn “loopmaatje” op die dag (die—zo bleek achteraf—nadat ik was gefinisht doorliep en zich blesseerde) moest mijn smoesjes aanhoren waarom ik het tempo niet volhield en terugviel in de wedstrijd. Ik maakte me zorgen of ik de finish wel kon halen. Dat was een beetje voorbarig, achteraf bekeken.

Net als gisteravond. Ik maakte me zorgen om hoe moe ik de dag erop zou zijn en de hele dag rond zou lopen met een vermoeid lichaam. Ik had geen focus, bekommerde me om bijzaken. Dit was slecht gedrag van mij.

Concentratie moet ook geleerd worden, zo blijkt nu.

Ik zal proberen om de volgende keer minder verbaal te zijn, anders zal ik vrij snel bekend staan als een zeurpiet. Die zijn niet altijd even gewenst in een groep.

Ik hoop dat je hier wat aan had. Blijf trainen, blijf gefocust op je doelen en geniet van de ervaring die je erbij op doet. Misschien leer je wat over jezelf, zoals ik deed deze week.

Loop ze!

Zwerfloop

Als je begint met hardlopen, weet je nog niet waar je grenzen liggen. Je zou het in je kunnen hebben om een regiokampioen te worden, of zelfs nog beter. Deze onbesuisdheid, moed van onwetendheid, die als sneeuw voor de zon verdwijnt bij de eerste ernstige blessure, is toch wel iets dat ik mis. Vandaar mijn poging om iets daarvan te vangen in een trainingsvorm, die ik “zwerfloop” noem.

Uiteraard kan ik mijn ervaring niet wegdenken, maar ik kan wel iets doen aan het registreren van tijd, afstand en wat niet meer, door geen vaste route te lopen en geen apparatuur om te hebben. Het enige wat over blijft is mijn gevoel. Het is een uitlaatklep voor een al te geregeld trainingsregime.

Niet dat ik bekend sta om me strikt te houden aan opgestelde trainingsschema’s en aanwijzingen van de trainer. Integendeel, ik sta er bekend om mijn eigen ding te doen. En toch, het is een interpretatie van de trainingsopdracht, vrij geïnterpreteerd weliswaar, maar desalniettemin gebaseerd op iets waarover iemand vooraf heeft nagedacht. Ik vind dat eerlijker naar de trainer toe dan het smokkelen dat ik velen zie doen.

De trainer moet hiervan op de hoogte zijn, omdat ik het hem diverse malen verteld heb. Blijkbaar is het niet zo belangrijk en zijn blessures die volgen uit deze houding van atleten een aanvaardbaar risico. We hebben zelfs een potje van 12 euro per jaar per persoon voor lief en leed, zodat mensen met blessureleed zich gesteund kunnen voelen.

Dit terzijde. Ik liep op bekend terrein en stukjes die ik eerder gelopen heb, maar de route op zich was nieuw. Als ik wat meer ervaring heb in het op gevoel lopen, zal ik zeker gebieden opzoeken waar ik nauwelijks kom, zodat het echt een avontuur wordt.

Slechts een keer moest ik onderweg stoppen omdat ik te zwaar in de benen was. De dag ervoor had ik een tamelijk zware clubtraining gedaan, waarvan ik nog niet helemaal hersteld was. Ik had de neiging om te wandelen al eerder in de zwerfloop, maar op een gegeven moment was die zo sterk, dat ik na pakweg 10 km hardlopen aan een stuk een halve kilometer wandelde. Daarna pakte ik het tempo weer op en liep tot thuis. Het herstel was blijkbaar voldoende geweest. In totaal liep ik, thuis op de klok kijkend, ongeveer 1 uur en 45 minuten. Het was tamelijk vermoeiend moet ik erkennen.

Gisteren op de clubtraining stond dit op het programma

  • 1000 m hardlopen in gemiddeld tempo
  • 100 m dribbelpauze
  • 600 m hardlopen in vlotter tempo
  • 200 m seriepauze
Deze serie vier keer herhalen.

Ik liep mee in de langzaamste groep van mijn loopgroep, mensen die langer doen over de 10 km dan 48 minuten (1000 m in 4:55 minuten, 600 m in 2:55 minuten). Helaas had ik geen horloge bij me, maar deze keer liep ik vooraan, in plaats van in het midden. Ik denk dat het langzaam tijd wordt om te denken aan een snellere groep (46 tot 48 minuten over de 10 km), zodra ik onder de 48 minuten op de 10 km kan lopen. Helaas voor mij lopen de meesten van deze groep (en de snellere groepen) dit jaar de Rotterdam Marathon, waardoor ze een afzonderlijk trainingsschema volgen op de baan en af en toe een lange duurloop in de wijk doen.

Zodra ze Rotterdam gelopen hebben en ervan hersteld zijn, zal ik ongetwijfeld een 10 km gelopen hebben die mij toestaat om in een snellere groep te trainen. De trainer hamert erop om je wedstrijduitslagen op een lijst te zetten, d.w.z. je 10 km, halve marathon en marathontijd. Op die manier train je op het juiste niveau, zo is de redenering.

Ik heb geen plannen om in de eerste helft van 2013 een halve marathon te lopen en een marathon zit er dit jaar absoluut niet in. Tenminste, zo ziet het ernaar uit op dit moment.

Terwijl de marathon een geweldige afstand is om te lopen (ik heb er twee gedaan), is het voor mij zeker niet een “heilige afstand”, een afstand die andere (kortere) afstanden minder interessant maakt. Je kunt volgens mij best jaren lopen zonder ooit die 42 km en 195 m in wedstrijdvorm uit te voeren en wellicht eens in de zoveel jaar een marathon lopen. Tenminste, zo denk ik er over. Uiteraard kun je van mening verschillen en vinden dat de marathon de enige afstand is die de moeite waard is en jaarlijks of enkele malen per jaar gelopen moet worden. Zoveel mensen, zoveel opvattingen.

Morgen is er weer een clubtraining en vrijdag is een rustdag volgens het schema van de trainer. In het weekend doe ik dan nog twee (rustige) trainingen, in voorbereiding op de Kidney Run, op Tweede Paasdag (1 april 2013). Dat is dus geen grapje. Tenminste, ik hoop dat het geen practical joke is. Je weet immers maar nooit.

We zien het wel, over anderhalve week van het moment dat ik dit toevertrouw aan dit weblog. Gekkere dingen zijn gebeurd in het verleden. Ik sta nergens meer paf van.

Kievitloop maart 2013

De eerste keer sinds maanden dat ik weer meedeed aan een georganiseerde hardloopwedstrijd. Het doel was 55 minuten, om vooral de druk niet te hoog te maken, maar bij het ingaan van de tweede ronde van 5 km (26:12) was al duidelijk dat 55 minuten veel te makkelijk zou zijn.

In de laatste twee kilometer van het eerste rondje pikte een maat van de Spado loopgroep waar ik bij train aan. Hij zei dat hij kwam controleren of ik wel 10 km zou lopen, maar iets zegt me dat hij me probeerde te coachen.

Het laatste rondje ging flink sneller (25:00), met een sprint op volle snelheid (en 2 minuten nahijgen) in de laatste 100 m.

De krachten waren nog niet erg efficiënt verdeeld, want geregeld moest ik wat terugvallen om op krachten te komen. Zeg maar dat ik wedstrijdvorm miste. Uiteraard miste ik snelheid, maar dat was me al duidelijk van op de weegschaal staan, 90 kg.

Er moet gewicht vanaf, niet zozeer door hard te lopen (slechte ervaringen mee, dus maar niet proberen), maar door beter te letten op wat ik eet en wat extra wandelkilometers voor een actievere leefstijl. Het zou fijn zijn als ik voor de zomer op de 80 kg kan komen.

Zwaar

Terug in conditie komen is zwaar, maar volledig de moeite waard als je je verstand gebruikt. Gelukkig ben ik ervaren genoeg als hardloper om intuïtief te weten wanneer iets te zwaar is en hoe ik het kan aanpassen. Ik weet ook wanneer ik gewoon lui ben.

Hardlopen kun je niet uitleggen aan anderen. Mensen moeten het ervaren. En de eerste paar weken zijn niet aangenaam voor de ongeoefende loper, zeker als deze het op diens eentje doet. Hardlopen is een groepsactiviteit, ook al zou je dat niet denken. Wedstrijden zijn om het interessant te houden, maar het echte lopen vindt plaats in de training. In een groep trainen houdt je eerlijk, omdat anderen kunnen zien wat je doet terwijl zij het ook doen. Gedeelde smart zou je het kunnen noemen. Als het moeilijk gaat, kan een groep je er doorheen helpen.

Terug in conditie komen. ’t Is zwaar. Helaas is het moeilijk voor mij om me in de donkere dagen van de winter te motiveren. Een teruggang in conditie is onvermijdelijk, zo schijnt het. Dit jaar zal ik proberen om aan het eind van het jaar in de groep te blijven trainen, zodat ik tenminste 4 trainingen per week heb (2 op de baan en 2 in het weekend). Wellicht dat ik mijn vermaledijde “winderdepressie” kan doorbreken, geholpen met een zelf toegepaste lichtkuur met de Philips goLite LED lamp. Als dat lukt, kan ik wellicht weer marathons gaan lopen. Dat is nu een beetje “erg moeilijk”.

Om terug te komen op deze week, na een zware training op dinsdag met de club, 5 series van telkens 1000 m gemiddeld (100 m), 400 m snel (200 m seriepauze) en de ervaring van vorig week woensdag na een soortgelijk zware training op dinsdag en dan de dag erop hardlopen, zou je denken dat het gekkenwerk is om de training langer te maken. Toch is dat wat ik deed.

Het gevoel van vermoeidheid was er ook naar: meer dan vorige week.

Het was zwaar, loodzwaar. Het ging niet snel. Ik deed 6 series van ongeveer 1,7 km (3 minuten seriepauze), op gevoel. In feite herhaalde ik de route die ik liep op 5 maart 2013 (toen mijn GPS horloge het nog deed), maar met een extra lusje van 2 km, afgemeten op afstandmeten.nl. Je moet wat als je even geen GPS horloge hebt.

Dinsdag merkte ik dat ik niet mee kon met twee lopers die, naar hun zeggen, rond de 5 minuten op het stuk van een kilometer liepen en op de 400 meter liepen ze me er helemaal uit. Nu kan ik dat accepteren, omdat er altijd mensen zijn die harder lopen dan jezelf. Echter, niet zo heel lang geleden moesten zij mijn hielen bewonderen. Het is misschien flauw, maar ik zie het als een semi-opdracht om voor het begin van volgende maand genoeg in conditie te zijn om bij hen te blijven. Dat moet genoeg druk op me houden om net even dat beetje extra te geven.

Stoppen is namelijk heel makkelijk als je alleen loopt, zeker als je geen horloge om hebt om je eerlijk te houden. Het jezelf eerlijk houden zonder dat iemand het weet vind ik zo belangrijk, dat ik besloten heb om de 15+ km zwerftochten zonder horloge te gaan lopen. Het is druk leggen op jezelf, omdat je het wilt, niet omdat je iets te bewijzen hebt.

Volgende week woensdag doe ik de eerste. Ik kijk er al naar uit. Een extra bonus is dat ik bepaalde mensen niet hoef lastig te vallen met een (in hun ogen) belachelijk groot aantal kilometers per week. Ik noem het een “zwerfloop”, omdat het puur voor het plezier van het lopen is.

Aanstaande zondag zal ik de Kievitloop lopen, de 10 km. Ik verwacht een tijd van rond de 55 minuten. Dat is heel erg langzaam, zelfs voor mij. Als het beter gaat, hoera voor mij alvast. Om voldoende uitgerust te zijn (en blessures te voorkomen), neem ik vrijdag en zaterdag een rustdag. Het is immers mijn eerste loop sinds lange tijd. Voorzichtig zijn is dan niet verkeerd.

En ja, daar kijk ik dus ook naar uit, evenals naar mijn nieuwe sporthorloge aan het einde van de week (hoop ik).

Het sneeuw ruimen lijkt langzaam voorbij te zijn en de lente komt er duidelijk aan. Ik kan er alleen maar blij van worden.

Bedankt voor het lezen en loop ze!

Wedstrijden in het vooruitzicht

Vanmorgen liep ik met de loopgroep van Spado een rustig rondje van 9 km door het bos en het ging eigenlijk best makkelijk, ondanks de modderige stukken. De griep die ik 2 weken geleden had is er duidelijk uit, met nog wat nahoesten. Ik denk dat het verder wel zal gaan zonder veel problemen met de gezondheid (afkloppen!).

Reden genoeg om wat druk op de training te zetten door wedstrijden en trimlopen in de buurt in te plannen voor de komende weken. De doelafstand is voorlopig 10 km.

Hier zijn de lopen:

17 maart 2013 - Kievitloop, Bergen op Zoom
Een trimloop van naar keuze (tijdens het lopen!) 5, 10 of 15 km.
1 april 2013 - Kidneyrun, Roosendaal
Een wedstrijd van 5 of 10 km voor het goede doel. Ik koos 10 km.
7 april 2013 - Tien van Halsteren
Een stratenparcours met veel bochtjes en stoepjes op en af, in rondjes van ongeveer 2,5 km.
14 april 2013 - Kievitloop, Bergen op Zoom
(zie boven)
21 april 2013 - Monumentenloop, Bergen op Zoom
Een stratenparcours met lastige klimmetjes en klinkers; een of twee rondjes van 5 km; ik kies voor de 10 km.
30 april - Oranjeloop, Halsteren
Een parkloop met veel bochtjes en stukjes onverhard; een tot vier rondjes van ongeveer 2,5 km.

Dat moet voorlopig genoeg zijn om de conditie weer op peil te brengen.