Hartslagmeter

In de loop der tijd heb ik verschillende sporthorloges, etc. aangeschaft en veel daarvan is nog werkend (min of meer). Zo heb ik een Polar RS200 en een Garmin FR305. De polar kwam met een hartslagmeter (en een foot pod); de Garmin kocht ik zonder iets erbij.

Helaas verstaat de Garmin de Polar niet. Vandaar dat ik een goedkoop hartslagmetertje heb gepakt, die de Polar borstband wel verstaat. Dat hartslagmeterje geeft alleen de hartslag aan, maar wel in grote cijfers, wat met mijn slechtziendheid (leesbril) geen luxe is.

Ik had wat stijfheid in de spieren, vandaar dat ik besloot om heel rustig te trainen en tempo 1 eens uit te proberen. Dat komt erop neer om tussen de 131 en 140 slagen per minuten te blijven. Natuurlijk nam ik de Garmin mee aan de andere pols, zodat ik mijn afstand makkelijk kan bijhouden (100 km deze maand). Een bijkomend voordeel is dat ik me volledig op de hartslag kan richten en niet op de koektrommel op mijn linkerpols hoef te kijken. Ik krijg namelijk per km een piepje; kijken is niet nodig.

Bij het inlopen probeerde ik onder de 131 slagen te blijven, wat practisch onmogelijk bleek. Nou ja, zo laag mogelijk in tempo 1 dan. De dynamische rekoefeningen gedaan en toen met een druk op de Garmin FR305 van start gegaan.

Nu duurt het altijd even voor je een hartslag krijgt die overeenkomt met je huidige inspanning. Dat ligt niet aan het hart, maar aan de manier waarop de hartslagmeter zijn metingen doet. Die lopen altijd 5 tot 10 seconden achter op wat ik qua inspanning voel (bijv. een stijl heuveltje nemen). Verder kost het enkele minuten voordat je hart zich aanpast aan de trainingsarbeid. Enfin, de eerste paar honderd meter kijk ik niet op de hartslag, omdat die nog omhoog moet gaan, tot deze stabiel is.

Ik voelde wel dat ik ziek ben geweest en voor mijn toestand iets te fel getraind had. Een rustig duurloopje was duidelijk op zijn plaats. Elke keer als mijn hartslag boven de 140 slagen per minuut uit kwam, ging een stuk langzamer lopen. Op deze manier liep ik een rondje van bijna 6 km in 40 minuten.

Gisteren had ik geen puf over om uit te lopen. Vandaag nam ik weer eens de lange route terug naar huis. Het kon, want ik was niet uitgeput.

Nu nog kilootjes verliezen.

't Plan van aanpak

Als je zoiets groots als een marathon plant, moet je zaken op een rijtje zetten en prioriteiten stellen.

Twee zaken die ik belangrijk vind zijn op gewicht komen en trainingsomvang uitbreiden. Dat is ook het enige dat ik kan doen, want het feitelijke uitlopen en de tijd van de marathon hangen van de omstandigheden af.

Dus tot juli om op gewicht te komen en dan langzaam opbouwen tot 60 km per week (of 260 km per maand). Om gewicht te verliezen moet ik geen omvang maken, want dat vereist energie. Nu komt dat goed uit, want door mijn overgewicht is lange afstanden lopen toch niet mogelijk.

In januari liep ik 92,45 km in 9u07m26s (10,1 km/u). In februari wil ik 100 km lopen, met dezelfde gemiddelde snelheid (om en nabij), oftewel 10 % meer. Uiteraard tel ik in- en uitlopen niet mee.

Als ik dit doorzet, kom ik op:

  • maart 2011 : 110 km (25 km/week)
  • april 2011 : 121 km (28 km/week)
  • mei 2011 : 133 km (30 km/week)
  • juni 2011 : 146 km (34 km/week)

Het trainingschema dat ik wil gebruiken begint op 36 km per week en bouwt langzaam op tot pakweg 260 km in de laatste maand voor de marathon. Dat sluit dus niet helemaal op elkaar aan, dus moet ik nog wat sleutelen aan het marathonschema, later in het jaar, maar voor juni 2011. Ik kan wat op dat moment aan schijn te kunnen gebruiken om mijn schema op maat te maken. Om die reden publiceer ik mijn exacte schema voor de marathon nog niet in dit bericht. Ik weet het gewoon nog niet.

Die (20-weekse) marathontraining begint overigens al in week 21, op 23 mei 2011, omdat de marathon aan het einde van week 40 is, op 9 oktober 2011, waarvan de laatste twee voor tapering gebruikt worden en de eerste acht voor algemene conditietraining.

Het veronderstelde marathontempo is 10 km/u, wat neerkomt op een tijd van net boven de 4 uur. Ik verwacht niet veel sneller, omdat er geen snelheid in de training zit (niet echt). Wellicht bij een volgende marathon.

Voor het niet wist, die is niet mijn eerste marathon. Ik liep er al twee eerder. Dit zal de eerste als ongebonden loper worden. Ik ben benieuwd of dat voor mij mogelijk is.

Een uitdaging is het zeker!

Ja, een marathon!

Na een paar dagen flink ziek geweest te zijn (3 kg afgevallen), heb ik de knoop doorgehakt. ’t Is klaar met dat softe gedoe. Ik wil nu eindelijk weer eens wat “echts” doen. Dus een marathon gepland.

Zoals het er nu naar uitziet zal dat Eindhoven worden, op 9 oktober 2011. Mijn huidige fitness is erbarmelijk, maar dat maakt het alleen maar aantrekkelijker om te doen. Ik hou van een uitdaging.

1 kg

Op dit moment weeg ik 89 kg en ik wil mijn gewicht terugbrengen tot 75 kg voor ik aan de laatste 12 weken voorbereiding voor de marathon begin. Ik weet uit ervaring dat ik in die periode niets zal afvallen. Anderen wellicht wel, maar ik duidelijk niet. Ik heb mijn energie nodig om het aantal kilometers per week te kunnen lopen. Het doel is dus: 75 kg voor 1 juli 2011.

Wie mij al een tijdje volgt, weet dat ik geen voorstander ben van training gebaseerd op duurlopen. Ik loop ze vaak te snel en raak geblesseerd. Dat ligt niet aan de trainingsmethode, maar aan mijn persoonlijkheid. We verdragen elkaar niet zo best, denk ik.

Toch zal ik proberen om een traditioneel trainingschema te gebruiken die mij naar een marathonresultaat zal leiden, mits ik me aan de voorwaarden houd. En ja, da’s dus met een hartslagmeter trainen en me aan de gestelde grenzen houden (er niet overheen gaan).

Mocht ik in Eindhoven finishen, dan kan ik later altijd nog een andere trainingsmethode proberen en kijken of dat beter bij mij past.

Mijn grootste probleem met marathons is de lange afstand. Nu is dat een probleem voor de meesten, maar de methode die ik oorspronkelijk gebruikte (gebaseerd op Verheul), veronderstelt dat je wekelijks wedstrijden kunt lopen. Dat is waar ik woon en met het openbaar vervoer zeker niet het geval. Dat is dus de belangrijkste reden dat ik deze keer me op een meer traditionele manier ga voorbereiden.

Zal het me lukken? Blijf deze plek volgen om er achter te komen.

Trainen tegen de stress

Ik moest laatst naar de huisartsenpost midden in de nacht, omdat ik volledig overstresst was. Ik had namelijk vanwege een kleine enkelblessure een week niet hardgelopen, en ik liep zowat tegen de muren omhoog. De hele dag achter de computer, twitteren, tekenen en zo is niet bepaald bevorderend voor je gemoedsrust, vooral niet als je erdoor slaaptekort ontwikkeld.

Enfin, nieuw plan gemaakt. Iedere dag hardlopen (nou ja, 6 dagen per week), met twee uitschieters qua afstand.

Dit is het schema:

  • ma, wo, vr, zo - 30 minuten, met een onderbreking na zo 10 minuten voor stretchen, uitlopen
  • di, do - inlopen, dan 6 maal 1000 m, telkens gevolgd door 1000 m rustig dribbelen, uitlopen

De 30 minuten loopjes zijn om de basissnelheid te verhogen. Op dit moment loop ik zo’n 5,6 km in 30 minuten (exclusief de warming-up na 10 minuten). Zodra ik drie keer meer dan 6 km in 30 minuten gedaan heb, verhoog ik de tijdsduur naar 40 minuten, tot ik drie keer meer dan 8 km in 40 minuten heb gelopen. Iets soortgelijks voor 10 km in 50 minuten. Daarna terug naar 30 minuten, maar dan met een doel van 6,5 km, 8,7 km in 40 minuten, 10,8 km in 50 minuten, etc., etc. Het is niet hetzelfde als een aaneengesloten duurloop, maar het komt er wel dicht bij in de buurt, denk ik.

Het doel is een marathon in het najaar. Ik ga dat geheel op mezelf doen, zonder trainingsgroep. In feite heb ik nu al afscheid genomen van de trainingsgroep. Het is niet meer mogelijk om ’s avonds in daglicht te lopen, en een route binnen de bebouwde kom vinden die veilig is en 12 km lang is niet makkelijk met al die wisselende afsluitingen van woonwijken vanwege werkzaamheden. Overdag zijn er meer mogelijkheden, maar als het donker is, is het echt een crime. Ik wil namelijk niet aangereden worden door een automobilist die niet gewend is om in het donker te rijden. Rond het sportcomplex lopen met al die voorbijrazende auto’s op de doorgaande route aldaar is niet zo mijn ding. Dus bye-bye atletiekvereniging.

Ik vind dat ik voor mezelf minstens een tijd tussen de 41 en 42 minuten op de 10 km moet kunnen neerzetten om aan de start van een marathon te verschijnen. Dat is dus iets waar ik me voorlopig op ga richten: heel blijven, motivatie hoog houden en basissnelheid opschroeven.

Bredase Singelloop 2010

Korte beschrijving: warm en niet genoeg drankposten.

Bredase Singelloop 2010.

Ik heb me netjes in het startvak van 2 uur opgesteld en zou op deze warme nazomerse dag rustig aan van start gaan en dan zien of ik nog wat extra’s had. Echter, rond het 7 km punt wist ik al dat dit een hele zware bevalling zou worden en dat ik 2 uur op mijn buik kon schrijven. Waarom? Niet genoeg drankposten. Op een gegeven moment heb ik gewoon bij een van de toeschouwers aan de kant om een glas water gevraagd, omdat de organisatie stug aan twee drankposten vasthield. Bij het passeren van de eerste van twee ronden, maakte ik duidelijk kenbaar dat ik “WATER!” nodig had, en warempel, in de tweede ronde waren er extra waterposten ingericht. Voor mij en andere 2 uur lopers veel te laat natuurlijk. Wandelen was mijn deel, omdat ik uitgedroogd was en het niet meer kon aan drinken.

Volgens de officiële uitslag waren dit mijn netto tussentijden en eindtijd:

  • 5 km 27:11
  • 10 km 55:27 (28:16)
  • 20 km 2:00:34 (1:00:34)
  • eindtijd 2:09:27

Ik had mijn Garmin Forerunner 305 om en liet om de 400 m (ja, ik had vergeten de rondepauzes in te stellen na afgelopen donderdag) de tijd opnemen. Bij elkaar had de FR-305 21,34 km opgemeten, terwijl de afstand toch echt 21 km 97 m en 50 cm is. Gecorrigeerd naar de officiële afstand zijn hier mijn tempo’s (uiteraard is de laatste tempo gebaseerd op een kortere afstand dan de overige tempo’s):

  • 5:35, 5:15, 5:17, 6:05, 4:58,
  • 5:29, 5:06, 5:14, 5:15, 5:14,
  • 5:29, 5:05, 5:26, 5:39, 5:26,
  • 5:13, 5:40, 5:32, 5:28, 5:30,
  • 5:34, 5:41, 5:31, 5:29, 5:39,
  • 5:58, 5:51, 5:44, 5:31, 5:46,
  • 5:57, 5:46, 5:40, 5:29, 6:01,
  • 6:07, 5:50, 5:58, 5:45, 5:34,
  • 8:55, 6:07, 7:03, 6:40, 7:23,
  • 5:59, 7:42, 7:17, 8:00, 5:33,
  • 8:02, 8:03, 6:13, 5:20

Nu wisselde het tempo in de eerste 6 km wel iets in mijn beleving, maar zoveel als de FR-305 aangaf was het toch ook weer niet. Ofwel heb ik een defect exemplaar, of de FR-305 is toch niet zo exact als sommigen willen doen geloven. Ik gooi het maar op het eerste. Je kunt je tempo niet op baseren op zoveel variatie, zoveel is nu wel duidelijk. Dat het allemaal gemiddeld klopt is best aardig, maar daar heb ik niet zo’n duur horloge voor nodig, want dan kan ik net zo goed op gevoel lopen. Dat wordt weer een gang naar de winkelier (zucht).

In elk geval is plan één (uitlopen) geslaagd. Het tweede plan (binnen twee uur) niet. Volgende keer beter. Ik weet niet of dat in Breda zal zijn, want de organisatie heeft een paar grote steken laten vallen.

Deze week rustig aan doen tijdens de training en dan weer voluit aan de slag om het gewicht naar beneden te brengen en in het voorjaar iets beter voor de dag te komen bij mijn volgende halve marathon. Voor dit jaar heb ik even genoeg gehad van die afstand. Ik houd het voorlopig maar op 15 km en korter.

Een halve in twee?

Mijn verwachting is dat ik de halve marathon van Breda (Singelloop) op 3 oktober in 2 uur ga lopen. Gisteren heb ik nog een 10 km trimloop gedaan om dit te bevestigen. Maar ik loop vooruit op mezelf.

Hoe ging de training zo ver? Na 5 september kwam een beetje de klad in de training. Blijkbaar was die 10 mijl toch een zwaardere aanslag dan ik aanvankelijk dacht. Toch kon ik ergens de motivatie vandaan halen om te blijven proberen iets van een schema aan te houden.

  • 7 september - 12 km (6x 1 km hard, 1 km herstel) in 1:15:31 (2:20 uur) [weg]
  • 9 september - 12 km (6x 1 km hard, 1 km herstel) in 1:16:41 (2:23 uur)
  • 16 september - 12 km (6x 1 km hard, 1 km herstel) in 1:20:12 (2:29 uur)
  • 21 september - 12 km (6x 1 km hard, 1 km herstel) in 1:21:22 (2:31 uur)
  • 22 september - 12 km (6x 1 km hard, 1 km herstel) in 1:19:14 (2:27 uur)
  • 23 september - 6 km (15x 200 m hard, 200 m herstel) in 38:02 [baan]¹
  • 26 september - 9.94 km (Melanenloop, trimloop Halsteren) in 52:15 (1:59 uur) [verhard/onverhard]

¹ Door de regen was de GPS totaal in de war; 200 m was in werkelijkheid meer 180 m.

De training op 23 september was op de atletiekbaan van Spado en leerde me dat in de stromende regen je niet hoeft te rekenen op enige accuraatheid van mijn GPS horloge. Ik had de FR-305 ingesteld op ronde afstanden van 200 m en ik kwam telkens afstand te kort (het signaal ging ver vòòr de 200 m lijn af). Bij droog weer is dit lang niet zo erg, maar ook dan geeft mijn—ik weet niet hoe dit voor anderen is—FR-305 een iets te korte afstand aan op de baan. Ik loop midden tussen de lijnen, ook in de bochten. Bovendien onweerde het op afstand, wat wellicht ook van invloed kon zijn op de ontvangst van de signalen van GPS satellieten.

De loop in Halsteren was een trimloop, wat inhield dat de afstand niet officieel gemeten was. Ik had 9,94 km op mijn FR-305 staan. Iemand anders had 9,87 km op zijn GPS horloge. Lijkt me dat de afstand te kort was, vooral met mijn ervaring met de onnauwkeurigheid van de afstandmeting. Hoeveel te kort zal ik wel nooit weten, maar ik houd het op 200 meter.

Toch is dit bruikbaar als een graadmeter voor volgende week. Een tijd van 2 uur op de halve marathon lijkt haalbaar. Een tempo van 5:40 per km lijkt raadzaam, zeker voor de eerste van de twee ronden door de binnenstad van Breda.

Tilburg Ten Miles 2010

Sfeerfoto

Korte versie

Ik heb hem uitgelopen, doel gehaald.

Langere versie

Ik ben blij dat ik deze wedstrijd gelopen heb vòòr de Bredase Singelloop op 3 oktober 2010. Ik was vergeten hoe lawaaierig zulke massale wedstrijden zijn en welke ongemakken lopers moeten ondergaan voor ze aan de startlijn mogen verschijnen. Punt is dat je goed voorbereid dient te zijn, zodat je kunt genieten van de sfeer, zonder je druk hoeven te maken over persoonlijk-organisatorische problemen. Ook is het zinvol om tijdens de wedstrijd niet stressen over toeschouwers die plotseling oversteken, maar laconiek te aanvaarden dat dit er gewoon bijhoort.

En alles klikte bij mij deze keer. Ja, stress vooraf en achteraf vanwege de drukte en het lawaai, maar niet iets om je echt druk over te maken. Laat het maar over je heen komen. In zulke wedstrijden gaat het niet om tijden of persoonlijke records.

Dit was tegen dovemansoren voor veel lopers, want ik werd na pakweg een kilometer door horden lopers voorbij gestormd, omdat ze geen wedstrijdlicentie hadden, maar wel een scherpe tijd wilden neerzetten. Ik had een wedstrijdlicentie, maar een scherpe tijd was niet iets wat ik op het oog had. Mensen, wordt lid van een atletiekvereniging als je voor een tijd gaat, anders: stop met het vloeken op mensen die hun eigen tempo lopen.

Aan de geïrriteerde loper die anoniem reageerde (en daarom geen zeggenschap heeft). Volgend jaar zal ik geen wedstrijdloper meer zijn, maar zolang ik een licentie betaal, zal ik er gebruik van maken. Persoonlijk vind ik wedstrijdlicenties niet meer van deze tijd en zou liever dagpasjes zien voor mensen die een tijd willen neerzetten (dus betalen voor het privilege om vooraan te starten). Als ik minder hoef te betalen, heb geen enkel probleem met “in vak C staan” bij de start.

Toch kon dat asociale gedrag me niet deren. Ik had het naar mijn zin, alhoewel ik kon voelen dat ik veel harder liep dan ik gedurende 10 mijl kon volhouden. Het gevoel om het tempo te laten zakken was telkens aanwezig, maar de toeschouwers en de als maar passerende lopers maakten dat ik het tempo volhield. Desondanks liet ik bij het passeren van kilometer 8 bewust het tempo zakken, want ik wist uit vorige edities dat de klim naar het viaduct langs het spoor een zware was, plus de klinkers in de straten van de laatste kilometers. Ik moest gewoon daar rekening mee houden.

Hier zijn de tijden, zoals de Garmin Forerunner 305 ze heeft bijgehouden. De 305 gaf meer afstand aan dan de officiële afstand, wat inhield dat de piepjes van de 305 steeds eerder klonken dat dan ik het volgende kilometerpunt passeerde (ik had een signaal per kilometer ingesteld). Dat is geheel volgens de reglementen van de KNAU, die eisen dat om minstens de juiste loopafstand te hebben voor iedereen (ook mensen die afsnijden), elke kilometer 1010 meter lang moet zijn. Tien mijl gemeten over de ideale lijn is dus 16251 meter lang. Mijn persoonlijk gemeten afstand was 16,37 km, oftewel zo’n 120 meter meer dan de reglementaire afstand. Tja, ik kon echt niet de ideale lijn volgen met al die mensen om me heen.

Hier zijn de km tijden:

  • 5:17, 5:16, 5:12, 5:20, 5:13
  • 5:19, 5:28, 5:22, 5:32, 5:18
  • 5:16, 5:20, 5:31, 5:30, 5:24
  • 5:10

De laatste 370 m gooide ik er alles uit wat ik had, met een tempo van 4:24/km.

Dat alles is totaal onbelangrijk, evenwel, want recente ervaring opdoen en een wedstrijd uitlopen waren de hoofddoelen. Ik ben binnen de tijdlimiet (2:15 uur) geëindigd. Het bleek dat alles nog werkte, vooral anticipatie op wat nog gaat komen in het parcours. En ja, ik ben behoorlijk diep gegaan, want ik voel het nu nog.

Volgens de officiële uitslag deed ik er 1:27:05 over (netto):

  • Plaats: 141
  • Startnummer: 87
  • Naam: Rene van Belzen
  • Vereniging: Spado
  • Geboortejaar: 1960

  • Uitslag: 141e
  • Categorie: Mannen
  • 5 km: 26:42
  • 10 km: 53:55
  • 15 km: 1:21:35
  • Bruto: 1:27:25
  • Netto: 1:27:05

Voor de volgende wedstrijd, op 3 oktober, betekent dit dat ik mag uitgaan van een eindtijd van pakweg 1:57 uur, oftewel een tempo van 5:33 per kilometer. Dat is natuurlijk een richttempo, net zo goed als ik in Tilburg een richttempo van tussen de 5:15 en 5:37 per kilometer had. Als ik dezelfde marges aanhoudt, mag ik in Breda het tempo laten variëren tussen de 5:22 en 5:44 per kilometer. Niet al te precies, natuurlijk, maar gewoon op gevoel.

Nieuwe doelen

Nu ik toch aan het vooruitzien ben, hier is een berichtje over mijn nieuwe doelen. Het ziet ernaar uit dat ik het doel (85 kg, halve marathon uitlopen) ga halen. Lijkt me goed om alvast een nieuw doel te stellen.

Najaar 2011 minder dan 74 kg (BMI 24,4) wegen en een marathon finishen.

Dat is dus pakweg 13, 14 maanden verwijderd van nu en een pittig doel om naar te streven.

Dit zal voornamelijk zonder de hulp van een atletiekvereniging of loopgroep gebeuren, puur op eigen kracht. Niet dat dat zo bijzonder is, want zo ben ik begonnen en zo ben ik het laatste half jaar bezig (mezelf loswekend van mijn loopgroep bij Spado). Niets ten nadele van Spado. Het is daar erg gezellig. Alhoewel, misschien iets te gezellig voor mij. Het is enkel de kosten voor contributie en de manier van training die Spado voor mij minder geschikt maken.

Bovendien lijkt het me wel spannend om het helemaal op mijn eentje te doen. Nou ja, met de hulp van jullie dan, want jullie lezers van dit blog zijn toffe mensen.

Ik heb nog overwogen om naar nabijgelegen Halsteren te gaan, waar men aanzienlijk minder contributie vraagt. Er zijn daar geen technische nummers, die het leeuwendeel van de contributie schijnen te vormen. Maar dat is een eind reizen iedere keer, en niet leuk in de wintertijd op het fietsje. Een nationale club of Dutch Runners zou een mogelijkheid zijn, maar voor mij is dat slechts geld vangen van mensen die in feite puur voor het plezier lopen. Ja, je krijgt tips terug, maar is dat iets beters dan je via Google kunt vinden?

Laat ik het maar eens zonder proberen en kijken of ik als ongeorganiseerde loper net zoveel plezier kan hebben als iemand die zijn of haar geld afstaat aan een organisatie. Kan ik mezelf motiveren of moet ik aan het handje gehouden worden?

Dat is de grote vraag voor mij in 2011 wat betreft hardlopen.

Tussentijds rapport

Zo vlak voor een wedstrijd (10 mijl in Tilburg op 5 september 2010) even een rapportje van mijn vooruitgang, want er was vooruitgang.

Laat ik beginnen met mijn gewicht. Ik had mezelf voorgenomen om minder dan 85 kg (BMI 28) te wegen voordat ik met wedstrijden lopen begon. Dit was zowel om me tegen blessures te beschermen en om iets te hebben om me te motiveren bij het verliezen van mijn lichaamsgewicht. Vanmorgen woog ik 84,9 kg. Doel gehaald, zou ik zeggen.

Dan de training. Hier is een overzicht van wat ik tussen de vorige keer (6 augustus) en nu gedaan heb.

Ik wilde vooraf nog even opmerken dat mijn Garmin horloge in de “reparatie” is (wordt vervangen). Vandaar dat ik de laatste week zonder GPS moest lopen. Ik hoorde via de winkeleigenaar dat men als excuus had dat het zomertijd was en men geen mankracht had om reparaties te doen. Gelukkig drong de winkeleigenaar aan en kan ik een dezer dagen een vervangend horloge verwachten, na pakweg 2 weken zonder. Het had net zo goed zes weken kunnen zijn. Tot zover de klant-onvriendelijkheid van Garmin Nederland. Ze zijn duidelijk geen Apple.

  • 8 augustus - 15 km 1:27:35 (2:07:21)
  • 10 augustus - 13,7 km wisselduur 1:26:46 (2:19:22)
  • 11 augustus - 5 km wisselduur 37:34 (3:01:37)
  • 12 augustus - 22,4 km wisselduur 2:28:33 (2:19:06)
  • 15 augustus - 10,67 km 1:00:00 (2:06:48) [weg]
  • 17 augustus - 16,1 km wisselduur 1:47:33 (2:24:42)
  • 19 augustus - 23,0 km wisselduur 2:28:44 (2:15:17)
  • 24 augustus - 10 x (2:00 hard, 3:00 herstel)
  • 26 augustus - 6 x (6:00 hard, 4:00 herstel)
  • 29 augustus - 10 km in 50:06 (1:53:41) [weg]
  • 31 augustus - 10 x (2:00 hard, 3:00 herstel)
  • 1 september - 10 x (2:00 hard, 3:00 herstel)
  • 2 september - 6 x (6:00 hard, 4:00 herstel)

Uitgaande van de tijd van afgelopen zondag (29 augustus) kan ik uitgaan van een tijd op de 10 mijl van iets minder dan anderhalf uur, oftewel een tempo van sneller dan 5:36/km, zelfs met de verwachte hogere temperaturen in het weekeinde.

Niet dat ik voor een tijd ga of zo, want het parcours is nogal vol met bochtjes. Gewoon op gevoel lopen en volhouden tot het einde. Als je niet voor een podiumplek gaat is dat sowieso de beste houding, volgens mij. De eindtijd is wat de eindtijd zal zijn.

update Ik heb mijn Garmin FR-305 weer terug. Klagen schijnt te helpen. Hoi!

Plezier terug vinden

Als je zo Lang uit de running bent geweest als ik, verlies je zowel zelfvertrouwen als plezier in hardlopen, als een tijdverdrijf. Er is de kwestie van fitness en lichaamsgewicht, maar die zijn volgens mij slechts bijzaak als je in put bent komen te zitten.

Voor mij persoonlijk zit het plezier hem in de uitdaging. Kan ik dit en dat doen? Was het vroeger om goed voor de dag te komen, zo’n beetje van ik ben beter dan jij, ik hoop dat ik nu volwassen genoeg ben om daarover heen te stappen. Ik heb niemand iets te bewijzen, zelfs niet mijzelf. Dat ik het goed doe, betekent niet dat een ander het slecht doet, en vice versa.

Waarom dan toch die behoefte aan een uitdaging, als het niet is uit competitie overwegingen? Wel, omdat het enerverend is, ook al zit er geen persoonlijke consequentie aan vast. Het is de roes van iets gedaan te hebben. Dit hoeft niet gevierd te worden (ik ben sowieso wars van rites en ceremonies). Dat zou immers een waardebeoordeling inhouden, een loutere afgeleide van een ervaringsfeit. Het is het feit op zich dat waarde heeft en geen beoordeling of accolade behoeft.

Ik ben er nu wel achter dat hardlopen en schrijven over hardlopen (en dat houdt ook het bijhouden van uitslagen in een lijstje in) twee heel aparte zaken zijn, net zo goed als het kijken naar een sportprestatie heel wat anders is dan zelf sporten, wat sportfans je ook willen doen geloven.

Het een en ander betekent dat als je noodgedwongen niet kunt deelnemen aan sportmanifestaties (-wedstrijden is niet het goede woord, omdat de meesten niet gaan voor een plaats op het podium), je als vanzelf overgaat in de rol van sportfan, iemand die praat over sport, maar het zelf niet doet. Je komt zulke mensen veel tegen, zelfs met de pretentie dat ze bijdragen aan sportprestaties door er over te spreken, zelfs denken te kunnen delen in de glorie, omdat ze deel waren van de voorbereiding van de sporter.

Ik houd niet van mensen die hun status laten afhangen van wat anderen doen, en een soort van “meta-prestatie” leveren. Veel trainers vallen helaas onder deze beschrijving en zulke zelfzuchtige trainers irriteren me mateloos. Het riekt naar pronken met andermans veren. Trainers die genoegdoening vinden in de prestaties zelf en dat niet naar buiten (of naar binnen) uitdragen zijn waarschijnlijk op de vingers van een hand te tellen. Het gros vindt motivatie in al dan niet verkapte zelfverheerlijking.

Voor mij persoonlijk, geen zelfverheerlijking of persoonlijkstatus door geleverde prestaties. De wetenschap dat ik iets gedaan heb wat ik me had voorgenomen is beloning genoeg.

Ingeschreven voor de Tilburg Ten Miles

Zo laat, zo duur? Ja. Ik hoop wel de bezemwagen voor te blijven, zoals deze loper in 2009.

De tijdlimiet is 2 uur en 15 minuten voor de 10 Engelse mijl. Zelfs met mijn langzaamste trainingstijden als basis zit ik daar nog 20 minuten onder. Een realistische schatting is anderhalf uur. Ik kan dus nog 45 minuten stil staan voor de finishlijn voor ik in de bezemwagen moet stappen, voor pakweg 60 cm (grapje).

Voor het geval je je afvraagt waarom ik heb ingeschreven, wedstrijdervaring opdoen. De stap van geen wedstrijd naar een halve marathon is me toch een beetje te riskant. Beter om een maand daarvoor nog iets korters te lopen.

Aanvulling: Hoe ik weet dat ik de 10 mijl in anderhalf uur kan lopen? Vandaag liep 15 km in het bos in 1:27:34. Door de regen was het drassig en zwaar lopen. Omgerekend is dat overigens 2:07 op de halve marathon.

Gaat de goede kant op

Het gaat de goede kant op, maar makkelijk is het zeker niet. Eén van de voorwaarden om mee te doen aan wedstrijden die ik mezelf heb opgelegd is dat ik minder dan 85 kg weeg. Toen ik op 26 juni 2010 besloot om mee te doen aan de Bredase Singelloop op 3 oktober 2010, woog ik 92 kg. Nu, 43 dagen later, weeg ik 87 kg. Dat is niet in een rechte lijn gegaan, verre van dat. Toch moet het lukken om de resterende 2 kg te verliezen voor W-dag.

Nu weet ik uit ervaring dat als ik me een bepaald doel stel voor de lange termijn, ik een realistische schatting over hoe lang iets gaat duren met twee moet vermenigvuldigen. Twee kg per maand afvallen lijkt mogelijk, dus als ik onder de 74 kg wil wegen (mijn maximale gewicht waaronder ik een marathon durf te lopen), zou dat per april 2011 moeten kunnen. Mijzelf kennende, moet ik daar 10 maanden na begin oktober 2011 voor nemen, i.p.v. de verwachte 5 maanden. Dat zou dus september 2011 zijn. Dat is een vrij pessimistische verwachting, en voor mij dus een juiste verwachting.

Dan iets waar sommigen niet blij mee zullen zijn. Ik heb mijn lidmaatschap op Spado per 1 januari 2011 opgezegd. Aangezien ik voornamelijk op mijzelf train en niet gebruik maak van de diensten van een trainer, is het peperdure lidmaatschap van een atletiekvereniging niet te rechtvaardigen. Het is wel jammer dat ik de loopgroep waar ik jaren deel van heb uitgemaakt ga verlaten. Het zij zo. Het geld dat vrijkomt kan ik dan besteden aan andere “sociaal-culturele activiteiten”.

Sinds de vorige keer heb ik uiteraard getraind.

  • 27 juli - 13,9 km wisselduurtempo 1:27:11 (2:17:49)
  • 29 juli - 22,4 km wisselduurtempo 2:20:26 (2:11:30)
  • 1 augustus - 10,1 km 55:00 (2:03:27) [weg]
  • 5 augustus - 14,9 km wisselduurtempo 1:38:41 (2:24:33) [baan]
  • 6 augustus - 10,9 km wisselduurtempo 1:14:14 (2:34:15)

De trainingen van 5 en 6 augustus waren afwijkend. Normaal bij een wisselduurtempo wandelde ik 100 m op 400 m, nu dribbelde ik nog eens 300 m extra bovenop die 100 m wandelen (400 m snel, 400 m herstel). De enige goede graadmeter voor mijn basissnelheid lijkt mij de duurloop van 1 augustus. Natuurlijk is de verwachte eindtijd voor de halve marathon (de tijd tussen haakjes) theoretisch. De werkelijke tijd moet blijken op 3 oktober aanstaande.

Effe bijklessen

De hitte maakt  het niet makkelijk om enig schema aan te houden. Door de warmte herstelde ik minder snel dan ik gewend ben, waardoor ik trainingen moest laten schieten. Sinds de vorige keer (5 juli) heb ik  het volgende gedaan:

  • 6 juli - 14 km in wisseltempo 1:28:51 (2:19:22)
  • 8 juli - 10,6 km in wisseltempo 1:13:20 (2:36:06)
  • 9 juli - 5 km in wisseltempo 29:51 (2:24:57)
  • 11 juli - 6,1 km in 34:25 (2:14:21)
  • 13 juli - 14,3 km in wisseltempo 1:39:17 (2:32:08)
  • 15 juli - 19,7 km in wisseltempo 2:07:41 (2:17:39) [weg]
  • 16 juli - 5 km in in wisseltempo 31:27 (2:32:43)
  • 20 juli - 10,1 km in 1:00:00 (2:14:40) [weg]
  • 22 juli - 21,4 km in wisseltempo 2:20:44 (2:18:33)
  • 25 juli - 7,3 km in 40:00 (2:08:13)
  • (tijd tussen haakjes is theoretische halve marathontijd; tenzij anders vermeld, in het bos gelopen)

De vetgedrukte regels zijn tijden van afstanden die ik ononderbroken heb gelopen, als duurloop dus. Voor de berekening van de halve marathontijden heb ik de 7% verval regel gebruikt. Die houdt in dat je tempo 7% trager wordt als de afstand verdubbelt. Die regel bleek in het verleden vrij goed op mij van toepassing.

Wat mij duidelijk is dat de snelheid in 3 weken  niet is toegenomen, maar dat ik duidelijk in staat ben om de halve marathon afstand af te leggen. Dat zou niemand mogen verbazen, omdat ik nauwelijks op snelheid getraind heb, noch zal doen, omdat finishen op 3 oktober het doel is. Het ligt echter in de reden om van een tijd rond de 2 uur uit te gaan.

Klein dipje

Tja, na de super prestatie van afgelopen donderdag (die hitte en die afstand) was de zin in hardlopen even weg. Dan maar luisteren naar het lichaam en rust nemen. Toen ik vandaag een herstelloopje van 5 km deed, voelde ik dat de spieren nog wat slapjes waren, maar niet zo erg dat het effect had op mijn prestatie. De hitte van afgelopen week mag je voor Nederlandse begrippen ook wel uiterzonderlijk noemen.

Enfin, die 5 km werd, inclusief 5 wandelpauzes van 100 m afgelegd in 31:08 minuten. Kort en rustig. Zoals een herstelloopje moet zijn. De laatste 1500 m ging in 8:29 minuten, oftewel 5:39/km, terwijl het gemiddelde tempo onder het hardlopen 5:16/km was.

Twijfel slaat toe

Eek! Ben ik wel goed genoeg, heb ik alles gedaan wat ik kon doen? Da’s de typische twijfel die je kunt hebben als je sinds lange tijd geen wedstrijden meer gelopen hebt. De vraag “Kan ik het nog?” komt onwillekeurig bij je op. De verleiding is groot om er dan toch nog een schepje bovenop te doen, om uit te sluiten dat het mis gaat.

Dan is het tijd om de feiten op een rij te zetten en je plan te vergelijken met de stand van zaken.

Feit: ik weeg 2 kg minder dan een week geleden en ik wil minstens 7 kg afvallen voor 3 oktober a.s. (dus nog 5 kg). Feit: ik kan 18 km hardlopen (inclusief 20 minuten wandelpauze) in pakweg 2 uur (ik deed dat op 24 juni, dus een week geleden). Om te finishen moet ik die afstand uitbreiden naar 21,1 km en daar heb ik nog 13 weken voor.

Pfew! Ik dacht even dat ik weer iets onmogelijks probeerde.

Waar ik wel voor moet waken is meer doen dan ik me voorgenomen heb. Als me strikt aan het plan houd, moet een gefinishte halve op 3 oktober mogelijk zijn. Als ik in de verleiding kom om meer te doen, dan –weet ik uit ervaring– gaat het meestal mis.

Nee, het plan is gemaakt. Het horloge gaat niet om op 3 oktober, want op tijd lopen is niet het plan. Finishen binnen de limiet is.

Een limiet die ik overigens niet kan vinden op de website. De langzaamste recreant loper vorig jaar had 2:23 uur op zijn naam staan. Als dat waar is, komt het enkel neer op het voltooien van de afstand. En in dat geval is mijn trainingsaanpak ideaal.

Vanavond staat een duurloop met wandelpauzes op het programma. Dat wordt water meenemen, want koel zal het niet zijn. Dit is het plan:

  • 10 minuten inlopen (ca. 1500 m)
  • 10 keer 1600 m hardlopen op laag tempo, telkens gevolgd door 200 m wandelpauze
  • uitlopen naar behoefte

Ik verwacht dat er niet veel behoefte zal zijn om extra uit te lopen en dat het geheel ruim 2 uur in beslag zal nemen. Doe daar een kwartier bij en ik heb de afstand van de Bredase Singelloop afgelegd.

Dat komt dus wel goed op 3 oktober, zolang ik mijn hoofd koel kan houden.

Ingeschreven voor Bredase Singelloop

Ik heb me ingeschreven voor de Bredase Singelloop. Dat moet toch wel een behoorlijke stok achter de deur zijn. Twee ronden in de binnenstad van Breda zullen moeten resulteren in een halve marathon (21,1 km).

Parcours Halve Marathon Bredase Singelloop 2010.

👆 Parcours Halve Marathon Bredase Singelloop 2010.

Vanzelfsprekend dient hiervoor getraind worden. Daarom heb ik een schema van 12 weken opgezet dat me weer in conditie moet brengen. Het grootste probleem is eigenlijk lichaamsgewicht. Nu heb ik al enige tijd getraind, om te zien wat mijn lichaam zoal aan kan. Hier is het schema.

  • MA WO ZA: (herstel) 5 km—1500 m inlopen, 4x [400 m snel, 100 m wandel], 1500 m uitlopen
  • DI: (wisselduur kort) 13 km—10 minuten inlopen, 5x [400 m snel, 100 m wandel], 5x [1000 m gemiddeld, 200 m wandel], 5x [400 m snel, 100 m wandel], uitlopen tot eind
  • DO: (wisselduur lang) 20 km—10 minuten inlopen, 10x [1600 m langzaam, 200 m wandel], uitlopen tot het eind
  • ZO: (lange duurloop op tijd) zie onder—10 minuten inlopen, duurloop op vast tempo gedurende een bepaalde tijd, uitlopen tot eind

De duurlopen op tijd zijn als volgt gepland.

  • 2010-07-04: 0:40:00 circa 7 km
  • 2010-07-11: 0:55:00 circa 10 km
  • 2010-07-18: 1:25:00 circa 15 km
  • 2010-07-25: 0:40:00 circa 8 km
  • 2010-08-01: 0:55:00 circa 11 km
  • 2010-08-08: 1:25:00 circa 16 km
  • 2010-08-15: 1:00:00 circa 12 km
  • 2010-08-22: 1:15:00 circa 14,5 km
  • 2010-08-29: 1:30:00 circa 17,5 km
  • 2010-09-05: 1:00:00 circa 12,5 km
  • 2010-09-12: 1:15:00 circa 15 km
  • 2010-09-19: 1:30:00 circa 18 km

De trainingen vinden grotendeels plaats op bosgrond, met behulp van een Garmin Forerunner 305. Ik houd de gegevens bij op mijn Buckeye Outdoors trainingslog (niet openbaar) en doe op mijn blog verslag van de voortgang.

De ren-wandel training is om mijn benen te sparen. Zodra ik een halve marathon gelopen heb, kan ik overschakelen op de Methode Verheul.

De twee doelen tot 3 oktober zijn:

  1. minder dan 85 kg wegen
  2. halve marathon op 3 oktober 2010 uitlopen

Nu ik dit schrijf weeg ik 92 kg. Dit jaar heb ik nog geen wedstrijden gelopen en waarschijnlijk zal Breda mijn eerste wedstrijd zijn.

Blog ontdooit

Het is vast door de hoge temperaturen, maar mijn blog is ontdooit en ik ga weer stukjes schrijven. Voorlopig nog geen wedstrijden lopen, maar wel voorbereiding op het wedstrijdseizoen in het najaar.

cartoon

Stok Achter De Deur in de wacht

Alhoewel ik me niet zo moe voel als voorgaande jaren en (gelukkig) nog niet verkouden ben geweest (hoera voor vitamine D supplement), is het toch moeilijk om me op wedstrijden te concentreren. Het lukt me met moeite om buiten de clubtrainingen om op pad te gaan en het lichaamsgewicht interesseert me niets. Het is dus geen winterdepressie geworden, zoals voorgaande jaren, maar wel een wat passieve stemming. Dat sommige van mijn voorouders uit Spanje komen en ik hun genen heb meegekregen is me nu wel duidelijk, dank u.

Aangezien het me zoveel moeite kost om überhaupt te gaan hardlopen, laat staan een schema aanhouden, heb ik besloten om Stok Achter De Deur even voor gezien te houden. Zonder schema of wedstrijden valt er immers niet veel te vertellen. Vorige jaar begon ik pas eind maart weer wat te voelen op wat leek op zin, dus neem ik aan dat het in 2010 soortgelijk zal zijn.

Prettige Kerstdagen en een voorspoedig 2010.

Eerste 'wedstrijd' sinds blessure

Eind juli 2009 liep ik een ernstige kuitblessure op. Sinds die tijd ben ik bezig geweest om te herstellen van die blessure en om weer terug in conditie komen. Aangezien het redelijk goed gaat, durfde ik best aan een lokale trimloop over 10 km mee te doen. Om alle druk van me af te halen, zonder horloge. Puur op gevoel lopen dus.

Een tijdwaarneming had weinig zin gehad, want op aandringen van de plaatselijke hondenvereniging was het parcours aangepast. Het was nu zo bochtig en onverhard geworden, dat van een wegwedstrijd nauwelijks sprake was. Het was ook geen veldwedstrijd of bosloop, want stukken waren verhard (maar slecht onderhouden). Vleesch noch visch zou je kunnen stellen.

Toch hield ik oog op de wedstrijdklok, al liet ik me er niet door leiden. Het verschil in doorkomsttijd van elk van de vier ronden was constant net boven de 12 minuten en de eindtijd was iets tussen de 48 en 49 minuten. De laatste kilometer was zwaar, omdat ik uiteraard geen duurvermogen had (heb ik niet op getraind). Ik moest daarom in de laatste kilometer lossen van een groepje. Geen wonder, want zij hadden recente duurloopkilometers in de benen en ik niet.

Het plan was 50 minuten en anderhalve minuut daaronder is niet verkeerd. Echter, om in de marathon van Eindhoven van start te gaan, had ik mezelf een tijd onder de 45 minuten opgelegd. Zou ik daar onder zitten, zou ik een serieuze poging doen om in conditie te geraken, zoniet, dan ging het over. Het gaat dus over. Geen Eindhoven dit jaar. Zonder genoeg kracht in de benen zou ik de laatste 10 kilometer moeten wandelen/dribbelen (zoals in Rotterdam dit voorjaar). Ik wil niet koppig die spreekwoordelijke steen over het hoofd zien. Ik heb mijn lesje geleerd.

De volgende keer is een 10 km wedstrijd in Rotterdam. Dit keer wel geheel op een verharde weg (tenminste dat hoop ik) en in een grote ronde (ideaal!). Ook dan mag mijn horloge in de kleedkamer blijven liggen. Nog 5 weekjes trainen zodat ik die laatste kilometer zonder vermoeidheid door kan komen. Misschien de training ietsje aanpassen. Ik kan immers iets meer risico nemen, omdat de blessure over schijnt te zijn.

Nieuwe wedstrijden

Naar aanleiding van een schriftelijke uitnodiging die ik kreeg van de EUR-Roadrunners voor deelname aan de Erasmusronde, heb ik even gekeken welke wedstrijden ik ga lopen nadat mijn blessure “over” zou moeten zijn.

Aangezien de Erasmusronde op 31 oktober 2009 valt, moet ik die stelling dat ik pas vanaf 1 november wedstrijden ga lopen lichtjes wijzigen naar dat ik vanaf het weekend van 1 november weer wedstrijden ga lopen. Als een dag eerder zoveel verschil maakt, is er iets mis. Bovendien is het slechts 10 km, terwijl ik dan al iedere dag 7 km hardloop (en 7 km wandel). De afstand zou niet een probleem mogen vormen.

Om de lat iets hoger te leggen, ga ik op 15 november een 15 km lopen. Echter, niet in Nijmegen, zoals zoveel andere hardlopers, maar een thuiswedstrijd in Bergen op Zoom. Afgezien van de kosten is er een heel belangrijke belemmering voor de Zevenheuvelenloop, de drukte op het parcours. Ik heb slechts een keer meegedaan met die wedstrijd in een niet onverdienstelijke 1 uur 2 minuten en 48 seconden (netto). In 2001 vond ik het al zo druk. Nu is het zogezegd nog drukker.

We stellen Nijmegen nog maar een jaartje uit tot ik beter in mijn vel zit, qua trainings- en recente wedstrijdkilometers. Gelukkig besefte ik dat net op tijd voordat ik de bevestiging op inschrijven.nl aanklikte.

Aanvulling 25 september: Ik doe zondag 27 september mee aan een trimloop over 10 km (4 ronden) in Halsteren, de Melanenloop.

Andere weg inslaan

Toen ik begon met hardlopen als wedstrijdsport, deed ik net als anderen, kijken tot hoe ver ik kon gaan. Al snel kwam ik er achter dat dat niet zo ver was. Het snelst dat ik ooit op de 5 km was, was 15 seconden onder de 20 minuten. Ik zal nooit een topsporter worden.

De vraag is of dat zo erg is. Immers, topsporters leven in een glazen huis. Elke beweging die ze maken wordt op een goudweegschaaltje nauwkeurig afgemeten naar wat de norm is. Je krijgt de norm van rolmodel opgespeld en mag, als je het goed doet, eens per jaar je opwachting maken op een of ander sportgala. Je wordt niet beoordeeld als mens, maar als iemand die een hoger doel vertegenwoordigd. En natuurlijk zijn er altijd diegenen die daar als niet-sporter hun voordeel mee doen en proberen een graantje mee te pikken van de sterrenstatus van iemand die al het harde werk doet.

Nee, daar wil ik niet bij horen.

Breedtesport is het dus, sporten in de anonimiteit van de massa. De vraag is of het in die klasse wel zo nuttig is om jezelf te vergelijken met anderen. In de topsport is dat wel het geval, want een kleine tijdwinst, een paar seconden sneller kan je een behoorlijke verhoging in het startgeld opleveren, of meer uitnodigingen om deel te nemen aan grootschalige evenementen, uiteraard volledig betaald en met een premie om te verschijnen aan de startstreep. Voor de breedtesporter geldt dit alles niet.

Wat geldt dan wel voor de breedtesporter? Wel, net als de topsporter, wordt de breedtesporter verondersteld een zekere trainingsdiscipline te hebben, op de gezondheid te letten en het verstand te gebruiken, zodat je niet onnodig overtraind of geblesseerd raakt.

Wedstrijduitslagen, rangschikking in de finishlijst en het verbreken van persoonlijke records, nationale en internationale records horen daar allemaal niet bij. Wat, geen persoonlijke records? Nee. Behalve je directe kennisenkring en je gezin is niemand echt geïnteresseerd in of je een paar seconden sneller hebt gelopen. En eigenlijk zou je er zelf ook geen belangstelling voor hoeven te hebben. Je wilt je hardloopervaring niet reduceren tot een getal, een uitslag om anderen te laten zien hoe geweldig je prestatie was. Niet voor jezelf in elk geval.

Ik denk als je alleen voor de cijfertjes gaat leven, als je de beoordeling of een wedstrijd geslaagd was of niet laat afhangen van die ene tijdmeting op de eindmeet, je jezelf ernstig tekort doet. Misschien is het beter om af te zien van tijdmeting en terug te gaan naar waar het allemaal om begon, plezier beleven aan het hardlopen.

Dat behoort de kern te zijn van je beoefening van de hardloopsport, plezier beleven in wat je doet. Dat op zich maakt alle pijnen en pijntjes die je voelt onder het trainen goed. De wedstrijduitslag doet er niet zoveel toe, omdat wat je ervaarde onder het lopen veel belangrijker was. Het geeft zin aan je leven. Nee, jij bepaalt wat zin aan je leven geeft, door onder het hardlopen te beseffen wat je belangrijk vindt.

Geen stopwatch meer voor wedstrijden, want dat heeft voor de breedtesporter toch weinig zin. Niet meer uitzoeken wat jouw uitslag in de wedstrijd was, want dat beperkt je beleving van het evenement te veel. Wel genieten van het moment, om je heen kijken en voelen hoe geweldig het is dat je dit kunt doen.

Dat is de weg die ik wil inslaan.

Webloggen en hardlopen

Naar aanleiding van een hartekreet van Maurice van den Berge op zijn weblog en soortgelijke ervaringen van andere webloggende hardlopers en mijzelf, heb ik me een mening gevormd over het bijhouden van een weblog over je hardloophobby.

Als je productiviteitsguru’s als Merlin Mann mag geloven, zijn je hersenen en de denkprocessen die daarin plaatsvinden een kostbaar goed. Alles wat je kunt doen om je denkprocessen te ontlasten (door het elders onder te brengen) verhoogt je productiviteit. Waar zijn je hersenen goed in? Nieuwe dingen bedenken, wat gebeurd is beoordelen en omzetten in een strategie voor de toekomst, dat soort zaken. Waar zijn je hersenen slecht in? Dingen onthouden. Het is dus zaak om de dingen die je moet onthouden zo snel mogelijk elders onder te brengen, zodat je hersenen met dingen bezig kunnen zijn waar ze goed in zijn.

Maar er is meer. Waar we als mensen ook niet goed in zijn is het afstand nemen van zaken waar we erg mee betrokken zijn, om de zaken in het juiste perspectief te zien. Waarom is dat belangrijk? Wel, het gevaar bestaat dat we zaken uit zijn proporties gaan blazen. Zoals in het weblog artikel van Maurice. Hij maakt zich zorgen over 8 seconden op 44 minuten. Ik maak me meer zorgen over die 44 minuten. Hoe kun je die terugbrengen naar een tijd tegen de 40 minuten (liefst eronder)?

Het probleem van het meteen neerploppen van je gedachten in een weblogartikel is dat je er nog niet goed over nagedacht hebt. Je zet je vliedende gedachten om in onveranderlijke tekst; je beperkt je mogelijkheden om te groeien, om van een mislukking een uitdaging te maken. In plaats daarvan wentel je jezelf om in een klaagzang en hoopt op steun van anderen.

Denk even aan een kleuter in een zandbak wiens schepje is gebroken en om zijn pappie huilt. Verplaats je even in die rol. Je bent aan het huilen, maar was dat echt nodig? Je had ook verder kunnen spelen door met je handen graven.

Deze analogie geeft aan wat de zin is van het uitstellen van je oordeel. Betekent een gebroken schepje dat je moet huilen, zodat je door een van je ouders getroost kan worden? Of betekent het een uitdaging, die je nog niet onder woorden kunt brengen?

Mijn advies is om nog even te wachten na een teleurstelling voordat je gaat roepen om troost. Denk na wat dit betekent, schrijf je gedachten neer op stukjes papier die je aan niemand anders laat zien dan jezelf. Als je niks meer kunt bedenken, slaap er een nachtje over. Bekijk de stukjes papier opnieuw, orden ze naar belangrijkheid en gebruik dat om je weblog artikel te schrijven.

Zo sla je twee vliegen in een klap. Je hoeft niet al je overpeinzingen in je hoofd rond te laten malen en je kunt afstand nemen van wat gebeurd is. Bovendien is je artikel ineens ook veel beter leesbaar geworden. De klaagzang is er af en de geleerde ervaring kan gedeeld worden, zodat anderen ervan kunnen leren.

Ik zou zeggen, probeer het eens een paar keer.

Herstelprogramma

Ik heb voor mezelf een herstelprogramma opgesteld om weer in conditie te komen. Het gaat van 24 km naar 59 km per week in pakweg 3 maanden tijd. Als ik 60 km per week kan hardlopen, moet het mogelijk zijn om de basistraining voor de marathon weer op te pakken.

Hardlopen even van de baan

Ik heb dinsdag een ernstige kuitblessure opgelopen. Uit ervaring weet ik dat het ongeveer zes weken duurt om daarvan te herstellen. Het ziet ernaar uit dat ik de marathon in Eindhoven niet ga lopen, omdat een paar weken te kort is om genoeg conditie op te bouwen.

Ik zal ook verder niets meer schrijven op dit weblog tot ik weer hersteld ben. Wil je me volgen, dat kan dat via Twitter. Daar ben ik te vinden als Souplesse.

Bedankt voor het bijhouden van mijn vorderingen.

Halve Marathon Roosendaal 2009

Op 28 juni 2009 gingen om 17.30 uur zowel de 10 km als de halve marathon van Roosendaal van start. Ik deed mee aan de halve en het beloofde een zware strijd te worden tegen de warmte en de afstand. Ik had deze week niet bijzonder sterk getraind, maar dat had wel als voordeel dat ik uitgerust aan de start kon verschijnen.

Parcours Halve Marathon Roosendaal.

Ik had van tevoren een parcourskaartje gemaakt en deze op afstandmeten.nl gezet (zie parcourskaart).

Verder weet ik uit evaring dat de eerste en laatste vier kilometer van dit parcours zwaar zijn, omdat het door de warme binnenstad van Roosendaal gaat. Geen vlak asfalt en geen bomen om onder te schuilen, maar wel huizen en mensen die elk zuchtje wind tegenhouden, zodat je al snel oververhit raakt. Ik durf te beweren dat de 10 km hier zwaarder is dan de halve marathon, alleen al vanwege dat stuk van het parcours.

Ik had me voorgenomen om niet te hard van start te gaan, maar op de een of andere manier lukte dat niet. Uiteraard zou ik dat later moeten bekopen met trage tempo’s op de kilometers. De eerste 4 kilometers gingen in respectievelijk 4:45, 4:56, 4:42 en 4:58, terwijl 5:00 per km het doel was.

Omdat het 5 km punt vlak bij een waterpost was, miste ik die, maar de tijd die verliep tussen km 4 en 6 zei mij genoeg, 10:26. Dit zou niet makkelijk worden. En inderdaad tot de 10 km ging het moeizaam vanwege de warmte: 5:17, 5:24, 5:12 en 5:21.

Bij het 11 km punt kwam een keerpunt. De kracht kwam terug en ik kon vaart maken. Het was echter van korte duur, omdat de warmte echt geen snelle tijd toeliet: 5:06, 5:02, 5:16, 5:28 en 4:55 (klein spurtje bij km 15).

Uiteraard miste ik het km punt bij de waterpost en de 10:55 die ik deed over de 2 km tot het 17 km punt zei mij dat het nu volhouden was tot het bittere eind, vooral met de warme binnenstad in het vooruitzicht. Ik probeerde het tempo zo goed als ik kon vast te houden (5:31, 5:17). Tussen km 19 en het punt waar het nog een kilometer was (zeg maar km 20,1) was het zwaar lopen, 5:59 en de laatste km ging niet erg snel 5:26.

Ik zat netto onder de 1:50 uur (zo’n 6 s volgens mijn klokje) en een snellere tijd zat er niet in. Ik heb nog een aantal clubgenoten gesproken achteraf en niemand had echt goed gelopen (qua tijd). Gezien hun tijden had ik het nog niet eens zo heel slecht gedaan. Mijn doel was 1:47 uur en daar zat ik nog geen 3 minuten boven.

Vooraf heb ik een aantal foto’s gemaakt die ik graag met jullie wil delen. Het zijn behalve mijzelf een aantal mensen van mijn loopgroep bij Spado die ik toevallig op het NS station in Bergen op Zoom tegenkwam (we zijn samen naar Roosendaal afgereisd en naar het wedstrijdsecretariaat gegaan om onze spulen af te  halen).

Het was een zware wedstrijd, maar omdat het publiek in groten getale kwam opdagen en ik vele bekenden zag onder de hardlopers, was wel heel gezellig. Als ik even afzie van de tijd was het een zeer geslaagde wedstrijd. Ik hoop volgende jaar weer present te zijn bij de 27e editie van de Halve Marathon van Roosendaal.