Daags na een parkrun in Tetering liep ik de 10 km van de Quikrun, onderdeel van het West-Brabant Loopcircuit. Ik was natuurlijk niet uitgerust, zelfs een beetje moe bij de start. Ik had geen al te hoge verwachtingen en een tijd boven de 52 minuten in gedachten. Het zou echter iets sneller worden.

De reis ernaartoe was weer middelmatig van kwaliteit (waarom zou iemand het OV overwegen in het weekend als alles zo slecht aansluit op elkaar?) Ik mocht een half uur wachten op station Roosendaal voordat lijn 12 vertrok naar de bushalte op Benedendonk, op zo’n 10 minuten van de atletiekbaan van Thor, als je goed doorstapt. Enfin, ik was ruim op tijd, zelfs nog voor de start van de 5 km om 10 uur. De 10 km zou om 11 uur starten.
En zo geschiedde. Het duurde vijf seconden voordat ik over de startstreep was, terwijl er een brutotijd gehanteerd werd door de organisatie. Gelukkig had ik mijn eigen klokje voor de nettotijd. Na anderhalve ronden over de atletiekbaan verlieten we het sportpark Vierhoeven via een zijuitgang, rechtsaf de Kalverstraat op en daarna nogmaals rechtsaf de Visdonkseweg op, waar we de wind pal tegen hadden toen we uit het bosgebied kwamen.
Ik was natuurlijk te snel gestart (4:18 min/km of zo) op de baan en liet het tempo wat minderen. Toen ik zag dat ik in mijn tweede kilometer in meer dan 5:12 minuten aflegde, zette ik maar weer aan, zodat ik weer een kleine voorsprong opbouwde. De tegenwind op de Visdonkseweg negeerde ik maar en ik richtte me op lopers voor me, waarvan ik enkele inhaalde. Bij het naderen van het sportpark zette ik nog even aan, zodat ik het tijdverlies bij de drankpost compenseerde. Ik liep weliswaar hardlopend met een bekertje, maar toch verloor ik enkele seconden met het verwerken van het water in mijn maag.
Daarna zette ik weer aan en begon de vermoeidheid duidelijk te voelen. Bij het 8 km punt kwam gelukkig iemand die al een poosje achter me gelopen had naast me lopen en moedigde me aan om te versnellen. Toen ik zei dat ik nog moe van gisteren was, bleef hij achter me lopen en “duwde” me naar een sneller tempo. Dat was erg joviaal van die loper. Ik kon onder de 5 min/km duiken en in de laatste kilometer zelfs onder de 4:50 min/km, maar ik moest iets laten liggen op de laatste 250 m naar de baan toe. Ik was helemaal kapot. Geen eindsprint, maar wel even blijven wandelen tot de sterretjes wegtrokken.
Na de rekoefeningen ging ik een droog shirtje aandoen en liep naar de bushalte van lijn 12. Ik was pas om 13:30 uur thuis na een treinreis en een korte wandeling.
Ik was tevreden met het resultaat, een tijd op de 10 km overeenkomstig met die op de 5 km een dag eerder. Dit was vormbehoud, ondanks vermoeidheid in het lichaam. Bovendien was het een jaar-beste tijd op de 10 km, zo’n 3½ minuut sneller dan in de Lingewaalloop in Herwijnen op 28 juni. Qua basissnelheid is dat genoeg voor een halve marathon in 1u54', oftewel een marathon in iets meer dan 4 uur, mits ik meer duurvermogen opbouw tussen nu en 26 oktober. Dat laatste mag aanstaand weekend gebeuren.
- inlopen; 3,25 km in 22'29" (6:55 min/km, 117 bpm)
… 6:55, 6:53, 6:55, 6:58 min/km - 10 km wedstrijd; 10 km in:
… bruto en officieel 51'22"
… netto 51'17" (5:07 min/km, 147 bpm)- 88e uit 144 overall
- 73e uit 101 mannen
- 8e uit 10 mannen 65 jaar en ouder
- 1 - 5 km in 25'48" (5:10 min/km, 143 bpm)
… 5:07, 5:13, 5:08, 5:10, 5:06 min/km - 6 - 10 km in 25'24" (5:05 min/km, 150 bpm)
… 5:14, 5:10, 5:10, 4:59, 4:51 min/km