Deze editie was al aangekondigd als een zware hoogwater editie, wat wilde zeggen dat er geen nat zand te vinden was, anders op de stijgende vloedlijn (in het water dus).

De start was een tiental minuten vertraagd door late deelnemers die hun startnummer nog moesten ophalen en het medisch paspoort invullen (geen overbodige luxe bij deze loop). Het was met ruim 1000 hardlopers extreem druk en de eerste drie kilometers was er geen doorkomen aan. Daarna werd het breder en waren de lopers meer van elkaars niveau wat tempo betrof.

Net na het 5 km punt was er de eerste waterpost en je moest echt drinken hier, omdat het op het strand nog vijf kilometer zou duren tot de volgende post en in de volle zon droogde je uit. Gelukkig had ik water meegenomen en kwam eigenlijk nooit zonder te zitten. Ik koos telkens het kortste pad, wat soms inhield door 60 cm diep water lopen, maar vaker 10 cm diep om niet om een plas water heen te hoeven lopen, zoals iedereen anders dan ik deed.

Na de waterpost was het nog vier kilometer zwoegen over de vloedlijn en soms glibberige zeeklei om snelheid te blijven maken. Bij het strandpalviljioen van De Piraat mochten we van het strand af, de duinen in, terug richting Vrouwenpolder, na 9 km op het strand zwoegen (velen meer dan dat). Het kostte me moeite de duinen op te lopen, want de benen waren totaal verzuurd van zo hard mogelijk lopen als kon met dat rulle zand en door het water van de Noordzee.

Verstand op nul en rammen maar. Het ging op zich goed, omdat ik me bleef concentreren en vooral alle negatieve gedachten wegdrukte. Dat laatste was moeilijk toen ik voorbij een loper kwam die omringd door mensen op de grond lag, duidelijk buiten bewustzijn. Later kwam er een ambulance hulp bieden. Enfin, het lange stuk over de Noorddijk leek niet op te houden. Ik kon nog ademen, dus blijven lopen. Toen het bord verscheen dat het nog een kilometer was (geen bordjes onderweg) probeerde ik nog wel te versnellen, maar de koek was op en ik wilde gewoon finishen.

Mijn tijd vond ik nauwelijks interessant; het ging me op me helemaal blijven geven zonder op te geven, een maximale inspanning. Wel, het had nog sneller gekund, maar dan was ik op de finish in elkaar gevallen en dat wilde ik dus niet doen. Ik was immers geen kanshebber op een podiumplek, want die waren allemaal al veel eerder dan ik binnengekomen en hadden veel minder last gehad van het opkomende water.

Nu lekker uitrusten en dan volgende week de parkrun in Teteringen op zaterdag en de 10 km van de Quikrun in Roosendaal op zondag. Weer een stevig eindje hardlopen dus, maar dan in twee dagen in plaats van een.
- Kustloop Vrouwenpolder, 21,00 km in 2u10'38" (6:13 min/km, 142 bpm)
- 1 - 5 km in 31'07" (6:13 min/km, 134 bpm)
… 6:14, 6:35, 6:25, 5:58, 5:55 min/km - 6 - 10 km in 30'11" (6:02 min/km, 144 bpm)
… 6:19, 5:59, 5:52, 5:58, 6:01 min/km - 11 - 15 km in 34'36" (6:55 min/km, 148 bpm)
… 6:14, 7:06, 7:21, 6:46, 7:07 min/km - 16 - 20 km in 29'13" (5:51 min/km, 142 bpm)
… 6:01, 5:48, 5:43, 5:48, 5:51 min/km - 0,98 km in 5'31"(5:39 min/km, 143 bpm)
- 1 - 5 km in 31'07" (6:13 min/km, 134 bpm)