De eerste kilometer was het zoals gewoonlijke bij deze loop best wel dringen op een smal pad. Nadat de 5 km afgeslagen was, kwam er ruimte om vrijuit hard te lopen. Op dat moment sloot ik me aan bij twee lopers die 5:30 min/km liepen. Toen ik het onverharde pad naderde heb ik versneld en raakte ik ze kwijt. Op dat pad, de Vlaardingse Kade (waar de loop naar vernoemd is), is inhalen op sommige stukken lastig, alhoewel het enigszins verbeterd is t.o.v. wat ik van de stormachtige Kadeloop van 2024 herinnerde. Vanaf 8 km was het doorbijten en proberen het tempo zo goed als het ging vast te houden. Op de finish moest ik even op adem komen, want ik zat er helemaal doorheen.

- officiële uitslag 1u05'16"
- zelf opgemeten, 12,03 km in 1u05'15" (5:26 min/km, 147 bpm)
- 1 - 5 km in 27:43 (5:33 min/km, 140 bpm)
… 5:52, 5:40, 5:33, 5:18, 5:17 min/km - 6 - 10 km in 26:35 (5:19 min/km, 152 bpm)
… 5:12, 5:13, 5:25, 5:19, 5:16 min/km - km 11 - 12,03 km in 10'57" (5:24 min/km, 152 bpm)
… 5:33, 5:21 min/km
Ik was sneller qua tempo dan een week geleden in Herwijnen (Lingewaalloop), maar dat is ook niet zo verwonderlijk, omdat ik die wedstrijd niet voluit liep en ook niet goed had ingedeeld (te snel in het begin). Door de drukke start in Schipluiden was te snel van start gaan niet echt een optie, tenzij je vooraan was gestart. Natuurlijk was het mijn derde deelname aan de Kadeloop, waardoor ik enigszins bekend was met het parcours en wist dat je goed positie mag zoeken voordat je de Vlaardingse Kade op gaat. Verder verloor ik tijd (seconden per kilometer) met op het onverharde pad lopen; zo ook deze keer, ongeveer een halve minuut.
Volgende zaterdag mag het wat korter, een 5 km op de Turfloop in Schijf en over drie weken doe ik weer een loopje van het Zomercircuit Midden-Delfland, in Maasdijk, de 5 km aldaar.