Loopgenot

Follow @renevanbelzen on Micro.blog.

Voorbereiding

Het nadeel van op latere leeftijd beginnen met hardlopen is dat je minder flexibel bent dan je jongere zelf, zowel lichamelijk als geestelijk. Je kunt dit compenseren door beter na te denken over wat je doet, in plaats van puur te vertrouwen op het jeugdige enthousiasme van de jongere loper. Verder dien je te accepteren dat je niet zo scherp meer bent en waarschijnlijk meer tijd nodig hebt in de wedstrijd voor een afstand dan vroeger.

Hardlopen is evenwel hardlopen; roeien met de riemen die je heb en het beste ervan maken. Het maakt niet uit wat je aanleg is, zolang je maar probeert om het maximale te halen uit wat je kunt met gegeven beperkingen. Dàt is volgens mij het belangrijkste streven wat deelnemers aan een hardloopwedstrijd bindt. De persoonlijke prestatie dient voorop te staan bij iedere deelnemer wil er sprake zijn van een wedstrijd.

Eén van mijn beperkingen is de neiging om zwaarlijvig te worden. Ik geloof dat ik geërfd heb van moeders zijde. Het zou verband kunnen houden met mijn ervaring dat te veel koolhydraten in mijn dieet leidt tot over-eten. Door de koolhydraten te matigen, ten gunste van vetten en eiwitten was ik in staat om 12 kg af te vallen sinds 1 januari dit jaar. Het blijft echter opletten, omdat zoveel van wat we dagelijks eten koolhydraten bevat, als smaakmakers.

Een combinatie van een emotionele low op de dag na de wedstrijd van afgelopen zaterdag en te veel eten (troostvoedsel) bracht me weer eens op een te hoog gewicht. In plaats van hierin te berusten koos ik ervoor om een deel van mijn intervaltraining op te offeren voor een korte duurloop vooraf. Gelukkig heeft dit het schip gekeerd en ben ik terug op het gewicht van afgelopen vrijdag (was eerder 1,5 kg aangekomen, waarvan ik weet dat het—nog—geen lichaamsvet is en 8 km hardlopen qua energiebesteding niet leidt tot veel gewichtsverlies, maar het idee van in gewicht aankomen was gewoon te deprimerend voor mij om niks te doen).

Dinsdag 17 juni

Zoals geschreven, een korte duurloop door het bos, om afstand te maken.

Tijdens het inlopen op de baan, ruim een half uur na de korte duurloop, voelde ik al dat ik daarvoor al iets gedaan had. Ik had voor mezelf besloten dat wanneer ik voelde dat ik totaal geen zin meer had om door te gaan, dat als signaal te zien om te stoppen met de training. Dat gebeurde dus na de derde serie van vijf series van 600 en 400 m (100 m pauze, 500 m seriepauze). De tweede 400 m drukte ik weer het verkeerde knopje in (stop) en corrigeerde door op de 100 m lijn de knop in te drukken. Tijdens de tweede 400 m ging ik even “in het rood” door sneller te lopen dan 3:45 min/km. Ter afsluiting liep ik zo’n 2 km uit buiten om de baan.

  • baantraining: 9,01 km in 49m:52s (5:32 min/km), 182 st/min
  • … 3 series van 600 m, 400 m (100 m pauze, 500 m seriepauze): 2m:26s, 1m:32s? 2m:22s, 1m:29s 2m:27s, 1m:36s (volgens schema: 2m:24s en 1m:37s, respectievelijk)

Vanavond wil ik een heuveltraining doen, zodat ik wat goed maak van de afgebroken intervaltraining van gisteren. Ik heb echter geen idee hoe je zoiets doet. Gelukkig bracht Google een antwoord voor midden lange afstandslopers.

  • Zoek een heuvel waarvoor ongeveer 30 tot 90 s nodig is om tegen op te lopen. Dat kan tussen de 100 en 200 m zijn, afhankelijk van hoe steil de heuvel is.
  • Sommige trainers geven de voorkeur aan een heuvel die steeds steiler wordt naar boven toe, zodat de atleet tegen het eind door de verzuring heen moet lopen.
  • Een voorbeeld van een heuveltraining zou kunnen zijn om drie tot vier herhalingen te doen op 80 à 90 procent 1, met naar beneden joggen. Neem een herstelpauze van 90 s tot twee minuten tussen elke herhaling. Hoe beter de atleet, hoe korter de pauze.

Heuveltraining vraagt een hoop van het lichaam, zowel aëroob als anaëroob, en dient derhalve slechts een tot twee keer per week gedaan te worden in het voorseizoen en voor het begin van het baanseizoen.

Ik ken een “heuvel” die aan deze beschrijving voldoet, de Vossenweg. Het is een aardige tippel ernaar toe, maar dat kan ik dan weer zien als warming-up (en cooling-down voor de terugweg).

En wat nu wat betreft die voorbereiding uit de titel van dit stukje? Wel, ondanks dat ik elke dag blijf lopen, ga ik het op vrijdag en zaterdag zo kort en rustig mogelijk maken; even warm lopen en dan weer uitlopen; bij elkaar minder dan 4 km per dag. Dat zou genoeg moeten zijn, hoop ik.

Bedankt voor het lezen en loop ze!


Opmerking:

1: In mijn geval dus tussen de 3:15 en 3:40 min/km de heuvel op.